FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
Modus huidig brandstofverbruikDeze weergave geeft de afstand weer die
onder de huidige omstandigheden kan wor-
den afgelegd op 1.0 Imp.gal brandstof.OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h (6.0 mi/h)
wordt “_ _._” weergegeven.
Modus gemiddeld brandstofverbruikDeze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op nul
is teruggezet.
Als de modus gemiddeld brandstofverbruik
wordt geselecteerd, knippert de weergave
vijf seconden lang, waarna “AV_ _._ MPG”
(gemiddelde afstand die kan worden afge-
legd op 1.0 Imp.gal brandstof) wordt weer-
gegeven.OPMERKING
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen,
drukt u op de resettoets om de modus
te selecteren en houdt u vervolgens de
resettoets 1 seconde lang ingedrukt
terwijl de weergave knippert.
Na het terugstellen van de weergave
van het gemiddelde brandstofverbruik
wordt “_ _._” weergegeven totdat de
machine 1 km (0.6 mi) heeft afgelegd.
LET OP
DCA15472
Bij storingen wordt “– –.–” weergege-
ven. Vraag een Yamaha dealer de machi-
ne te controleren.Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
1. Huidig brandstofverbruik
1. Gemiddeld brandstofverbruik
1. Weergave foutcode
2. Controlelampje startblokkering
U1DAD1D0.book Page 12 Wednesday, August 25, 2010 4:03 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en geeft
het multifunctionele display een foutcode
weer.
Als het multifunctionele display foutcodes
toont, noteer deze dan en vraag een
Yamaha dealer om het voertuig te controle-
ren.LET OP
DCA11790
Wanneer het multifunctionele display
een foutcode aangeeft, moet het voer-
tuig zo spoedig mogelijk worden gecon-
troleerd om motorschade te voorkomen.Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
Als in de circuits van het startblokkeersys-
teem een storing wordt gedetecteerd, gaat
het controlelampje startblokkering knippe-
ren en geeft het multifunctionele display een
foutcode weer wanneer de sleutel naar
“ON” is gedraaid.OPMERKINGAls het multifunctionele display foutcode 52
weergeeft, betreft dit mogelijk een storing in
het transpondersignaal. Als deze fout zich
voordoet, probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-
start.2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem (op-
tie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
U1DAD1D0.book Page 13 Wednesday, August 25, 2010 4:03 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
DAU21774
Banden Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw motorfiets.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10503
Rijden met deze machine met een on-
juiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk ern-
stig letsel of overlijden tot gevolg.
De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is
aan de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagage en accessoires dat voor dit
model is vastgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10511
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op het
midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de band
scheurtjes vertoont, moet de band onmid-
dellijk door een Yamaha dealer worden ver-
vangen. Bandenspanning (gemeten op kou-
de banden):
0–90 kg (0–198 lb):
Vo o r :
270 kPa (2.70 kgf/cm², 39 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
90–208 kg (198–459 lb):
Vo o r :
270 kPa (2.70 kgf/cm², 39 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
Rijden met hoge snelheid:
Vo o r :
270 kPa (2.70 kgf/cm², 39 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
Maximale belasting*:
208 kg (459 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas-
sagier, bagage en accessoires 1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
Minimale bandprofieldiepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
U1DAD1D0.book Page 20 Wednesday, August 25, 2010 4:03 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
WAARSCHUWING
DWA10600
Deze motorfiets is uitgerust met speciale
banden die geschikt voor zeer hoge rij-
snelheden. Let op het volgende om deze
banden zo effectief mogelijk te kunnen
gebruiken.
Gebruik bij vervanging uitsluitend
het voorgeschreven type banden.
Bij andere banden is het risico op
een klapband bij zeer hoge rijsnel-
heden niet denkbeeldig.
Gloednieuwe banden bieden op
sommige typen wegdek relatief wei-
nig grip totdat ze zijn “ingereden”.
Het is dan ook verstandig de eerste
100 km (60 mi) nadat een nieuwe
band is aangebracht rustig te blij-
ven rijden en pas daarna de rijsnel-
heid te verhogen.
Voordat met hoge snelheid wordt
gereden moeten de banden zijn op-
gewarmd.
Pas de bandspanning steeds aan
volgens de rijomstandigheden.
DAU21962
Gietwielen Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of band
moet het wiel worden uitgebalanceerd.
Een niet uitgebalanceerd wiel zal mo-
gelijk slecht functioneren of kan een
slechte wegligging en een verkorte le-
vensduur van de banden tot gevolg
hebben.
DAU40620
YCC-S-koppeling Dit model heeft een hydraulische koppeling,
zodat het nodig is om voor elke rit het vloei-
stofniveau van de YCC-S-koppeling te con-
troleren en het hydraulisch systeem op
lekkage te controleren. Als de YCC-S-kop-
pelingsplaten versleten raken, verloopt het
schakelen abrupt of gaat de koppeling slip-
pen waardoor de acceleratie vermindert.
Doet één van deze effecten zich voor, laat
dan een Yamaha dealer de YCC-S-koppe-
ling inspecteren.
U1DAD1D0.book Page 22 Wednesday, August 25, 2010 4:03 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
DAU45511
Stuursysteem controleren Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursys-
teem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder-
ste uiteinde beet en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling wordt gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te in-
specteren of repareren.
DAU23291
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU39525
Accu De accu bevindt zich achter paneel A. (Zie
pagina 6-9.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
1. Accu
2. Positieve accukabel (rood)
3. Negatieve accukabel (zwart)
U1DAD1D0.book Page 30 Wednesday, August 25, 2010 4:03 PM