Page 57 of 80
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-22
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
Aanbevolen smeermiddelen:
Voorremhendel:
Siliconenvet
Achterremhendel:
Lithiumvet
DAU23213
Middenbok en zijstandaard con-
troleren en smerenZAUM00**De werking van de middenbok en de zij-
standaard moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de scharnier-
punten en de metaal-op-metaal contact-
vlakken moeten indien nodig worden ge-
smeerd.
DWA10741
WAARSCHUWING
Als de middenbok of de zijstandaard
niet soepel omhoog en omlaag be-
weegt, vraag dan een Yamaha dealer
deze te controleren of te repareren. Een
slecht functionerende middenbok of
zijstandaard kan het wegdek raken en
u a eiden, waardoor u de controle over
de machine kunt verliezen.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
4P9-F819D-D4.indd 6-224P9-F819D-D4.indd 6-22
2010/09/02 14:33:212010/09/02 14:33:21
Process BlackProcess Black
Page 58 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-23
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU23272
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke on-
dergrond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
ZAUM00**
DCA10590
LET OPAls schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan
een Yamaha dealer te repareren of te
controleren.
DAU45511
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur-
systeem moet als volgt worden gecontro-
leerd volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
4P9-F819D-D4.indd 6-234P9-F819D-D4.indd 6-23
2010/09/02 14:33:212010/09/02 14:33:21
Process BlackProcess Black
Page 59 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-24
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
ZAUM00**
DAUT1857
AccuZAUM00**
1
1. AccuDit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de
accukabelverbindingen te controleren en,
indien nodig, vast te zetten.OPMERKINGDe accu bevindt zich achter paneel D. (Zie
pagina 6-8.)
DWA10760
WAARSCHUWING
●
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden ver-
DAU23291
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de
wielnaaf speling vertoont of het wiel niet
soepel draait, vraag dan een Yamaha dea-
ler de wiellagers te controleren.
4P9-F819D-D4.indd 6-244P9-F819D-D4.indd 6-24
2010/09/02 14:33:212010/09/02 14:33:21
Process BlackProcess Black
Page 60 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-25
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
oorzaakt. Vermijd contact met de
huid, ogen of kleding en bescherm
uw ogen altijd bij werkzaamheden
nabij accu’s. Voer als volgt EER-
STE HULP uit als er lichamelijk
contact is geweest met elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
• INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
●
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
●
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dea-
ler de accu te laden als deze ontladen lijkt
te zijn. Vergeet niet dat de accu sneller
ontladen raakt als de machine is uitgerust
met optionele elektrische accessoires.
DCA16520
LET OPVoor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een
speciale acculader (met constante
spanning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd. Als u niet beschikt over
een acculader met constante span-
ning, laat de accu dan opladen door uw
Yamaha dealer.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad hem volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge plek.
LET OP:
Draai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “OFF” en
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand worden
gecontroleerd; laad de accu dan in-
dien nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer voor installatie of de ac-
cukabels correct op de accupolen zijn
aangesloten.
DCAT1053
LET OP●
Houd de accu steeds opgeladen.
Stallen van een ontladen accu kan
leiden tot permanente accuschade.
●
Na het installeren van de accu,
dient u het contactslot in interval-
len van 3 seconden drie keer van
“ON” op “OFF” te draaien om het
stationairregelingssysteem te initi-
aliseren.
4P9-F819D-D4.indd 6-254P9-F819D-D4.indd 6-25
2010/09/02 14:33:212010/09/02 14:33:21
Process BlackProcess Black
Page 61 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-26
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUT1915
Zekeringen vervangenHet hoofdzekeringenkastje bevindt zich
boven de accu.ZAUM00**
1
1. HoofdzekeringHet zekeringenkastje met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevindt zich
in het opbergcompartiment. (Zie pagina
3-10.)
ZAUM00**
1
234
5
6
1. Deksel
2. Backup-zekering
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering signaleringssysteem
5. Zekering achterlichtcircuit
6. KoplampzekeringVervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met
de voorgeschreven ampèrewaarde
aan. WAARSCHUWING! Gebruik
geen zekeringen met een hogere
amperage dan aanbevolen om
ernstige schade aan het elektri-
sche systeem en mogelijk brand te
voorkomen.
[DWA15131]
LET OP:
Draai
na het verwijderen en plaatsen van de hoofdzekering het contactslot
drie keer van “ON” naar “OFF” met
tussenpozen van drie seconden
om het stationairregelsysteem te
initialiseren.
[DCAT1062]
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
20 A
Koplampzekering:
15 A
Zekering signaleringssysteem:
15 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering achterlichtcircuit:
7.5 A
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dea-
ler het elektrisch systeem te controle-
ren.
4P9-F819D-D4.indd 6-264P9-F819D-D4.indd 6-26
2010/09/02 14:33:212010/09/02 14:33:21
Process BlackProcess Black
Page 62 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-27
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUT2134
Koplampgloeilamp vervangenDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.
DCA10650
LET OPPas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:●
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders
kan de doorzichtigheid van het glas, de
lichtintensiteit en de levensduur nade-
lig worden beïnvloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdrukken
op het gloeilampglas weg met een
doekje gedrenkt in alcohol of thinner.
●
Koplamplens
• Plak geen kleurfolie of stickers
op de koplamplens.
• Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is
voorgeschreven.
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder het paneel B. (Zie pagina
6-7.)
3. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
ZAUM00**
1
1. Gloeilampkap4. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.ZAUM00**
1
1. Gloeilamphouder5. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de
gloeilamphouder.
6. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
7. Monteer het paneel.8. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
4P9-F819D-D4.indd 6-274P9-F819D-D4.indd 6-27
2010/09/02 14:33:212010/09/02 14:33:21
Process BlackProcess Black
Page 63 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-28
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUT1892
Gloeilamp in voorste richting-
aanwijzer vervangen
DCA10670
LET OPHet is aan te bevelen dit werk uit te la-
ten voeren door een Yamaha dealer.
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder het paneel A. (Zie pagina
6-7.)
3. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
4. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.ZAUM00**
1
2
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
2. Fitting5. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fi t-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot hij stuit.
6. Breng de lampfi tting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
7. Monteer het paneel.
DAUT1923
Vervangen van gloeilamp voor
remlicht/achterlicht of van gloei-
lamp voor achterste richtingaan-
wijzerZAUM00**3
1
2
4
1. Lamplens achterlicht/remlicht
2. Lamplens richtingaanwijzer
3. Gloeilamp achterste richtingaanwijzer
4. Gloeilamp remlicht/achterlichtGloeilamp remlicht/achterlicht
1. Verwijder de lamplens van het rem-
licht/achterlicht door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fi t-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe-
4P9-F819D-D4.indd 6-284P9-F819D-D4.indd 6-28
2010/09/02 14:33:212010/09/02 14:33:21
Process BlackProcess Black
Page 64 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-29
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
ven aan te brengen.
Gloeilamp achterste richtingaanwijzer
1. Verwijder de lamplens van het rem-
licht/achterlicht door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de lens van de richtingaan-
wijzer door de schroeven te verwijde-
ren.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fi t-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
5. Monteer de lens van de richtingaan-
wijzer door de schroeven vast te
draaien.
6. Monteer de lens van het remlicht/
achterlicht door de schroeven vast te
draaien.
LET OP:
Draai de schroe-
ven niet te vast, hierdoor kan de
lens breken.
[DCA10681]
DAU25861
Problemen oplossenYamaha scooters ondergaan een grondige
inspectie voordat ze vanaf de fabriek op
transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in
motorvermogen.
In het volgende storingzoekschema is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze essentiële systemen zelf
te kunnen controleren. Ga met uw scooter
echter wel naar een Yamaha dealer als
reparaties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de erva-
ring en vakkennis om het nodige onder-
houd aan de scooter correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Niet-originele on-
derdelen lijken misschien op Yamaha on-
derdelen maar zijn toch vaak van mindere
kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
DWA15141
WAARSCHUWING
Rook niet tijdens het controleren van
DAUT1963
Parkeerlichtgloeilamp vervan-
genZAUM00**
12
1. Parkeerlichtgloeilamp
2. FittingDit model is voorzien van twee parkeer-
lichten. Vervang een parkeerlichtgloeilamp
als volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het paneel B. (Zie pagina
6-7.)
2. Verwijder de lampfi tting van het par-
keerlicht (samen met de gloeilamp)
door deze linksom te draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fi t-
ting.
5. Bevestig de lampfitting van het par-
keerlicht (samen met de gloeilamp)
door deze rechtsom te draaien.
6. Monteer het paneel.
4P9-F819D-D4.indd 6-294P9-F819D-D4.indd 6-29
2010/09/02 14:33:222010/09/02 14:33:22
Process BlackProcess Black