Page 17 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-1
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGENDAU45440
Contactslot/stuurslotZAUM00**ON
OFF
LOCK
Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtings-
systemen bediend en wordt het stuur
vergrendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.OPMERKINGHet contactslot/stuurslot is voorzien van
een afdekplaatje. (Zie pagina 3-2.)
DAUT1971
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting,
het achterlicht en het parkeerlicht gaan
branden en de motor kan worden gestart.
De sleutel kan niet worden uitgenomen.
OPMERKINGDe koplamp gaat automatisch branden
wanneer de motor wordt gestart en blijft
aan totdat de sleutel naar “OFF” wordt
gedraaid of de zijstandaard omlaag wordt
bewogen.
DAU10661
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DWA10061
WAARSCHUWING
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
DAU10683
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel
kan worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelenZAUM00**
1
1. Drukken.1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand
in en draai deze dan naar “LOCK”.
Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
4P9-F819D-D4.indd 3-14P9-F819D-D4.indd 3-1
2010/09/02 14:33:172010/09/02 14:33:17
Process BlackProcess Black
Page 18 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-2
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
DAU11004
Controle- en waarschu-
wingslampjesZAUM00**
RESET
SELECT
1
2
3
1. Controlelampje grootlicht “&”
2. Controlelampje richtingaanwijzers “5”
3. Waarschuwingslampje motorstoring “
”
DAU11020
Controlelampje richtingaanwijzers
“5
”
Dit controlelampje knippert terwijl de scha-
kelaar voor richtingaanwijzers naar de lin-
ker- of rechterstand is gedrukt.
DAU11080
Controlelampje grootlicht “&”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
Om het stuur te ontgrendelen
12
ZAUM00**1. Draaien.
2. Loszetten.Druk de sleutel in en draai deze dan naar
“OFF”. Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
DAUT2111
Afdekplaatje sleutelgatZAUM00**
1
1. Pal afdekplaatje sleutelgatAfdekplaatje sleutelgat openen
Steek de sleutel in het gat voor het afdek-
plaatje (zie afbeelding) en draai de sleutel
naar rechts om het afdekplaatje te openen.
Afdekplaatje sleutelgat sluiten
Druk de pal van het afdekplaatje naar bin-
nen en het afdekplaatje valt over het sleu-
telgat.
4P9-F819D-D4.indd 3-24P9-F819D-D4.indd 3-2
2010/09/02 14:33:172010/09/02 14:33:17
Process BlackProcess Black
Page 19 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-3
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGENDAUT1934
Waarschuwingslampje motorstoring
“
”
Dit waarschuwingslampje begint te knip-
peren of blijft branden wanneer een elek-
trisch systeem dat de motorwerking con-
troleert, defect is. Vraag in dat geval een
Yamaha dealer het zelfdiagnosesysteem
te controleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden op-
lichten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAUT1957
Multifunctioneel display
DWA14431
WAARSCHUWING
Zet de machine stil voordat u wijzigin-
gen aanbrengt in de instellingen van
het multifunctionele display. Het aan-
brengen van wijzigingen tijdens het
rijden kan u afleiden en vergroot het
risico op een ongeval.ZAUM00**
RESET
SELECT
1
2
3
4
5
6
1. Indicator olieverversing “7”
2. Kilometerteller
3. Brandstofniveaumeter
4. “RESET” -schakelaar
5. “SELECT” -schakelaar
6. KlokHet multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:●
een kilometerteller
●
een ritteller (die de afgelegde afstand
DAU11601
SnelheidsmeterZAUM00**
RESET
SELECT
1
1. SnelheidsmeterDe snelheidsmeter toont de actuele rijsnel-
heid.
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, slaat de naald van de snelheids-
meter eenmaal helemaal uit tot aan de
hoogste snelheid en keert daarna weer
terug naar nul om het elektrische circuit te
testen.
4P9-F819D-D4.indd 3-34P9-F819D-D4.indd 3-3
2010/09/02 14:33:172010/09/02 14:33:17
Process BlackProcess Black
Page 20 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-4
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
toont sinds de teller het laatst werd
teruggesteld op nul)
●
een olieverversingskilometerteller (die
de afgelegde afstand toont sinds de
motorolie voor het laatst werd ver-
verst)
●
een indicator voor olieverversing (die
gaat knipperen wanneer de motorolie
moet worden ververst)
●
een klok
●
een brandstofniveaumeter
OPMERKING●
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt
gedraaid, gaan alle onderdelen van
het display enkele seconden bran-
den. Gedurende deze tijd voert het
multifunctionele display een zelftest
uit.
●
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de “SELECT”- en
“RESET”-toets gebruikt.
Modus kilometerteller, ritteller en olie-
verversingskilometerteller
Door indrukken van de toets “SELECT”
wisselt de weergave tussen de modus
kilometerteller (“ODO”), de modus ritteller
(“TRIP”) en de modus olieverversingski-
lometerteller (“OIL CHANGE TRIP”) in de
onderstaande volgorde:
ODO → TRIP → OIL CHANGE TRIP →
ODO
KilometertellerOPMERKINGAls de kilometerteller “-----” weergeeft, laat
dan een Yamaha dealer het multifunctio-
neel display nakijken, aangezien dit defect
kan zijn.
Ritteller
Om de ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de toets “SELECT”
te drukken totdat “TRIP” wordt weergege-
ven en moet u vervolgens de toets “RE-
SET” minstens 1 seconde lang ingedrukt
houden.OPMERKINGAls de ritteller “-----” weergeeft, laat dan
een Yamaha dealer het multifunctioneel
display nakijken, aangezien dit defect kan
zijn.
Olieverversingskilometerteller
Om de olieverversingskilometerteller op
nul terug te stellen, selecteert u deze door
op de toets “SELECT” te drukken totdat
“OIL CHANGE TRIP” wordt weergegeven
en moet u vervolgens de toets “RESET”
minstens 3 seconden lang ingedrukt hou-
den.
Druk opnieuw op de knop “SELECT” om
de olieverversingskilometerteller te starten.
Het display wisselt naar de ODO-modus.
Olieverversingsindicator “7”
Deze indicator gaat knipperen zodra de
eerste 1000 km (600 mi) zijn afgelegd en
daarna om de 3000 km (1800 mi) om aan
te geven dat de motorolie moet worden
ververst.
Nadat de motorolie is ververst, moet de
olieverversingskilometerteller worden te-
ruggesteld.
Als de motorolie wordt ververst voordat de
olieverversingskilometerteller gaat knippe-
ren (dus voordat de interval voor de peri-
odieke olieverversing is verstreken), moet
de olieverversingskilometerteller na de
olieverversing worden teruggesteld om de
eerstvolgende periodieke olieverversing
correct aan te geven.OPMERKING●
Als de olieverversingskilometertel-
ler vóór het bereiken van de eerste
4P9-F819D-D4.indd 3-44P9-F819D-D4.indd 3-4
2010/09/02 14:33:182010/09/02 14:33:18
Process BlackProcess Black
Page 21 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-5
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1000 km (600 mi) op nul wordt terug-
gesteld, is de interval voor periodieke
olieverversing daarna steeds om de
3000 km (1800 mi).
●
Als de olieverversingskilometerteller
“-----” weergeeft, laat dan een Yama-
ha dealer het multifunctioneel display
nakijken, aangezien dit defect kan
zijn.
Klok
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SELECT”-toets en de
“RESET”-toets tegelijkertijd minstens
twee seconden lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knip-
peren, drukt u op de “SELECT”-toets
om de uren in te stellen.
3. Druk op de toets “RESET”: het eerste
cijfer van de minutenaanduiding be-
gint te knipperen.
4. Druk op de toets “SELECT” om het
eerste cijfer van de minutenaandui-
ding in te stellen.
5. Druk op de toets “RESET”: het twee-
de cijfer van de minutenaanduiding
begint te knipperen.
6. Druk op de toets “SELECT” om het
tweede cijfer van de minutenaandui-
ding in te stellen.
7. Druk op de “RESET”-toets en laat deze dan los om de klok te starten.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofni-
veaumeter verdwijnen richting “E” (leeg)
naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Als “
” begint te knipperen, dient u
zo snel mogelijk te gaan tanken. Wanneer
de sleutel naar “ON” wordt gedraaid, gaan
eerst alle displaysegmenten kort branden
en wordt daarna het huidige brandstofni-
veau weergegeven.
DAU12348
StuurschakelaarsLinksZAUM00**
3 1
2
1. Dimlichtschakelaar “%/&”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
3. Claxonschakelaar “*”RechtsZAUM00**
1
1. Startknop “,”
4P9-F819D-D4.indd 3-54P9-F819D-D4.indd 3-5
2010/09/02 14:33:182010/09/02 14:33:18
Process BlackProcess Black
Page 22 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-6
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
DAU12400
Dimlichtschakelaar “&/%”
Zet deze schakelaar op “&” voor groot-
licht en op “%” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
Druk deze schakelaar naar “6” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “4” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand.
Om de richtingaanwijzers uit te schakelen
wordt de schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “*”
Claxonschakelaar
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
DAU12721
Startknop “,”
Druk met de zijstandaard omhoog op
deze knop terwijl u de voor- of achterrem
bekrachtigt om de motor te starten met
de startmotor. Zie pagina 5-1 voor startin-
structies voordat u de motor start.
DAU12900
VoorremhendelZAUM00**
1
1. VoorremhendelDe voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
DAU12950
AchterremhendelZAUM00**
1
1. AchterremhendelDe achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de achterrem te bekrach-
tigen.
4P9-F819D-D4.indd 3-64P9-F819D-D4.indd 3-6
2010/09/02 14:33:182010/09/02 14:33:18
Process BlackProcess Black
Page 23 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-7
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGENDAU13074
TankdopOpenen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.ZAUM00**
1
1. Slotplaatje tankdopSluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan
de sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-
deld is.
DWA11091
WAARSCHUWING
Na het tanken moet de tankdop goed
worden aangedraaid. Door brandstof-
lekkage ontstaat brandgevaar.
DAU13221
BrandstofZAUM00**
1
2
1. Vulpijp brandstoftank
2. BrandstofniveauControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
DWA10881
WAARSCHUWING
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens
het tanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
4P9-F819D-D4.indd 3-74P9-F819D-D4.indd 3-7
2010/09/02 14:33:182010/09/02 14:33:18
Process BlackProcess Black
Page 24 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-8
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vul-
hals heeft bereikt. Omdat brandstof
uitzet als deze warm wordt, kan
de warmte van de motor of de zon
ervoor zorgen dat brandstof uit de
brandstoftank stroomt.
3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-
dellijk af.
LET OP:
Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aan-
gezien de brandstof de gelakte op-
pervlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.
DWA15151
WAARSCHUWING
Benzine is giftig en kan letsel of over-
lijden veroorzaken. Spring zorgvuldig
om met benzine. Probeer nooit om ben-
zine via de mond over te hevelen. Roep
onmiddellijk medische hulp in nadat u
benzine heeft ingeslikt, veel benzine-
damp heeft ingeademd of benzine in uw
ogen heeft gekregen. Als benzine op
uw huid terechtkomt, was deze dan af
met water en zeep. Als u benzine op uw
kleding morst, trek dan andere kleding
aan.
DAU33520
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOOD-
VRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
7.4 L (1.96 US gal) (1.63 Imp.gal)
DCA11400
LET OPGebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
4P9-F819D-D4.indd 3-84P9-F819D-D4.indd 3-8
2010/09/02 14:33:182010/09/02 14:33:18
Process BlackProcess Black