Page 14 of 377
2
Overzicht interieur / 2-2 Overzicht dashboard / 2-3Motorruimte / 2-4
Uw auto in één oogopslag
Page 15 of 377

Uw auto in één oogopslag
2
2
INTERIEUR, OVERZICHT
OBK019001N
B010000ABH-EE 1. Knop vergrendelen/
ontgrendelen portier..........................4-17
2. Schakelaar spiegelbediening ............4-39
3. Schakelaar ruitbediening ..................4-23
4. Ontgrendelschakelaar achterklep .....4-20
5. Ontgrendeknop tankdopklep.............4-28
6. Hendel motorkapontgrendeling.........4-26
7. Koppelingspedaal* ............................5-14
8. Rempedaal........................................5-24
9. Gaspedaal .................................5-6, 5-10
10. Stuurwielverstellingsknop ...............4-36
11. Toets voertuigstabiliteitsregeling uitschakelen ....................................5-29
12. Schakelaar mistachterlicht* ............4-69
13. Koplampverstelling* ........................4-70
14. Bedieningsschakelaar dashboardverlichting* .....................4-43
15. Schakelaar verlichting / richtingaanwijzers ...........................4-65
16. Stuurwiel .........................................4-35
17. Selectiehendel .......................5-13, 5-17
18. Parkeerrem .....................................5-26
* indien van toepassing
Page 16 of 377
23
Uw auto in één oogopslag
DASHBOARD, OVERZICHT
OBK019002B020000ABH-EE1. Instrumentenpaneel ...........................4-41
2. Claxon ................................................4-36
3. Airbag bestuurder ..............................3-43
4. Schakelaar ruitenwissers en
-sproeiers...........................................4-72
5. Contactslot of toets ENGINE START/STOP* ...............................5-5, 5-8
6.
Schakelaar alarmknipperlichten ...4-64, 6-2
7. Verwarmings- en ventilatiesysteem .................................................4-68, 4-77
8. Stoelverwarming ..................................3-8
9. Airbag voorpassagier*........................3-44
* indien van toepassing
Page 28 of 377

Veiligheidsysteem van uw auto
10
3
C010200AUN
Afstellen van voorstoel
- elektrisch (bestuurdersstoel)
(indien van toepassing)
De voorstoel kan worden afgesteld met
de bedieningsschakelaar aan de
buitenzijde van de zitting. Stel voor het
rijden de stoel af in de juiste stand zodathet stuurwiel, de pedalen en de
schakelaars op het dashboard
gemakkelijk bediend kunnen worden.
C010201AUN
Voorwaartse/achterwaartse richting
Druk de knop naar voren of naar
achteren om de stoel in de gewenste
stand te zetten. Laat de knop los zodra
de zitting in de gewenste stand staat.
OPMERKING
Elektrisch verstelbare stoelenworden aangedreven door
elektromotoren. Laat deschakelaar los als de stoel juistafgesteld is. Anders kunnen de elektrische onderdelen
beschadigd raken.
Het verstellen van de stoelen kost behoorlijk veel stroom. Beperkdaarom het verstellen van de
stoelen tot een minimum zolangde motor niet loopt.
Bedien niet meerdere schakelaars tegelijkertijd. Anderskunnen de elektromotoren of
andere elektrische onderdelenbeschadigd raken.
WAARSCHUWING
De elektrisch verstelbare stoelen
kunnen bediend worden met hetcontact in stand LOCK.
Laat kinderen daarom nooit alleen
achter in de auto.
OBK039011
Page 56 of 377

Veiligheidsysteem van uw auto
38
3
C040900AEN
Werking van airbagsysteem
De airbags kunnen alleen worden
geactiveerd als het contact in stand ON
of START staat.
De airbags worden bij zwaardere aanrijdingen van voren of opzij (indien
zijairbags en/of curtain airbags
aanwezig zijn) onmiddellijk geactiveerd
om de inzittenden te beschermentegen letsel.
Er is geen bepaalde snelheid waarbij de airbags worden geactiveerd.
Of de airbags worden geactiveerd,
hangt voornamelijk af van de kracht en
de richting van de aanrijding. Deze
twee factoren bepalen of de sensoren
een elektronisch activeringssignaal
uitzenden.
Of de airbags al dan niet opgeblazen worden, is afhankelijk van een aantal
factoren, zoals de rijsnelheid, de hoek
van de aanrijding, de massa en de
stijfheid van de bij de aanrijding
betrokken auto's of objecten. Ook
andere factoren kunnen een rol spelen. De airbags vóór worden direct volledig
opgeblazen, waarna ze meteen weer leeglopen.
Het is vrijwel onmogelijk om tijdens
een ongeval waar te nemen dat de
airbags opgeblazen worden. Het is
aannemelijker dat u de leeggelopen
airbags na de aanrijding uit hetstuurwiel of het dashboard ziethangen.
Om bij een zware aanrijding bescherming te bieden, moeten de
airbags snel opgeblazen worden. De
snelheid waarmee de airbag
opgeblazen wordt is het gevolg van de
extreem korte tijd waarbinnen een
aanrijding plaatsvindt en de noodzaakom de airbag tussen de inzittende en
de delen van de auto te krijgen voordat
de inzittende in contact komt met delen
van de auto. De snelheid waarmee de
airbags worden opgeblazen, beperkt
de kans op ernstig letsel bij een zware
aanrijding en vormt daarom een
belangrijk deel van het ontwerp van de
airbags.
Het opblazen van een airbag kan
echter ook letsel zoals schaafwonden,
blauwe plekken en botbreuken, en
soms nog ernstiger letsel veroorzaken
omdat de snelheid waarmee de
airbags worden opgeblazen wordt tot
gevolg heeft dat de airbags met veel
kracht uitzetten. Er zijn zelfs omstandigheden
waaronder het contact met de
airbag in het stuurwiel tot ernstig
letsel kan leiden, vooral wanneer de
inzittende te dicht op het stuurwielzit.
WAARSCHUWING
Om ernstig letsel te voorkomen, moet de bestuurder altijd zo ver
mogelijk van het stuurwielafzitten (ten minste 250 mm (10
inch)). De voorpassagier moet de
stoel altijd zo ver mogelijk naar
achteren schuiven en helemaal
achterin de stoel gaan zitten.
De airbags worden bij een aanrijding onmiddellijk
geactiveerd en door de grote
kracht waarmee dit gebeurt,
kunnen de passagiers ernstig
gewond raken als ze te dicht bij
de airbag zitten.
Het activeren van de airbags kan letsel veroorzaken zoals
schaafwonden, verwondingen als
gevolg van gebroken brillen en
brandwonden die het gevolg zijn
van de explosieve lading van de
airbags.
Page 58 of 377
Veiligheidsysteem van uw auto
40
3
C041000AEN
Waarschuwingslampje AIRBAG
Het doel van het waarschuwingslampje
AIRBAG in het dashboard is om u te
waarschuwen voor een mogelijke storing
in de airbag - het aanvullend
veiligheidssysteem (SRS). Als het contact in stand ON wordt gezet,
moet het lampje gedurende ongeveer 6
seconden gaan knipperen en daarnauitgaan.
Laat het systeem controleren wanneer:
Het lampje niet kort gaat branden als
het contact in stand ON wordt gezet.
Het lampje na ongeveer 6 seconden niet uitgaat maar blijft branden.
Het lampje gaat branden tijdens het rijden.
W7-147
WAARSCHUWING
Plaats nooit een kinderzitje dat tegen de rijrichting in moet
worden geplaatst op een stoel
waarvoor een airbag zit.
Gebruik nooit een kinderzitje op de voorstoel. Als de airbag
voorpassagier wordt geactiveerd,zou dit ernstig letsel kunnen
veroorzaken.
Page 59 of 377

341
Veiligheidsysteem van uw auto
C040100AEN
Onderdelen aanvullend veiligheidssysteem en functies
De onderdelen van het aanvullend
veiligheidssysteem zijn:
1. Airbag bestuurder
2. Airbag voorpassagier*
3. Zijairbags*
4. Curtain airbags*
5. Blokkeerautomaten metgordelspanners*
6. Waarschuwingslampje AIRBAG
7. Airbagmodule (SRSCM)
8. Airbagsensoren vóór
9. Zijairbagsensoren*
* indien van toepassing De SRSCM controleert constant alle
componenten van het systeem als hetcontact in stand ON staat om te bepalen
of een frontale aanrijding of een
aanrijding van opzij zwaar genoeg is omde airbags of de gordelspanners te
activeren.
Het waarschuwingslampje air bag " "
op het dashboard brandt na het in stand
ON zetten van het contact gedurende 6
seconden en moet vervolgens uit gaan.
Als een van de volgende condities zich
voordoen, kan dat duiden op een storing
in het airbagsysteem. Laat het
airbagsysteem van uw auto zo snelmogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Het lampje gaat niet kort branden als
het contact in stand ON wordt gezet.
Het lampje gaat niet na ongeveer 6 seconden uit, maar blijft branden.
Het lampje gaat branden tijdens het rijden. De airbags vóór bevinden zich in het
stuurwiel en boven het dashboardkastje.
Als de SRSCM oordeelt dat de kracht
waaraan de voorzijde van de auto wordt
blootgesteld een bepaalde
drempelwaarde overschrijdt, activeert hij
automatisch de airbags vóór.
OBK039052NB240B01L
Airbag bestuurder (1)
Page 60 of 377

Veiligheidsysteem van uw auto
42
3
Als de airbags geactiveerd worden,
scheuren de afdekkappen op vooraf
bepaalde plaatsen open als gevolg van
de zich vullende airbags. Als deze
openingen groter worden, kunnen de
airbags geheel gevuld worden. Een geheel gevulde airbag vertraagt in
combinatie met een juist gedragen
veiligheidsgordel de voorwaartse
beweging van de bestuurder of de
voorpassagier en beperkt zo de kans ophoofdletsel en letsel aan het
bovenlichaam.
Nadat de airbag geheel gevuld is, begint
hij direct weer leeg te lopen, waaroor de
bestuurder weer zicht op de weg krijgt en
hij de auto weer kan besturen ofanderszins kan bedienen.
B240B02LB240B03L
Airbag bestuurder (2)Airbag bestuurder (3)
WAARSCHUWING
Plaats geen accessoires (bekerhouder, cassettehouder) of
stickers enz. op het paneel boven
het dashboardkastje in auto's
met een airbag voorpassagier.
Dergelijke voorwerpen kunnen
gevaarlijke projectielen worden
en letsel veroorzaken wanneer de
airbag voorpassagier geactiveerd
wordt.
Plaats een eventuele luchtverfrisser ook niet in de
buurt van het instrumentenpaneel
of op het dashboard.
Dit kan een gevaarlijk projectiel
worden en letsel veroorzaken
wanneer de airbag voorpassagier
geactiveerd wordt.
B240B05L
Airbag voorpassagier