155
ACCU VERVANGEN
Vervang indien nodig de accu door
een andere originele accu met
dezelfde specificaties.
Als de accu vervangen wordt door
een accu met andere specificaties,
dan zijn de onderhoudsintervallen
die in het “Onderhoudsschema” van
dit hoofdstuk zijn vermeld, niet
meer geldig.
Volg de aanwijzingen van de
fabrikant van de accu voor het
onderhoud.
Accuvloeistof is giftig en
corrosief. Vermijd
contact met huid en ogen.
Houd open vuur en bronnen
van vonken uit de buurt van de
accu: brand- en
ontploffingsgevaar.
WAARSCHUWING
Als de accu met een te
laag vloeistofniveau
werkt, kan hij onherstelbaar
beschadigd raken en zelfs
ontploffen.
WAARSCHUWING
Bij werkzaamheden aan
de accu of in de buurt
van de accu, moeten de ogen
altijd met een speciale bril
beschermd worden.
WAARSCHUWING
Verkeerde installatie van
elektrische en
elektronische
apparatuur kan ernstige schade
aan het voertuig toebrengen.
Als na aanschaf van het voertuig
accessoires (alarmsysteem,
mobiele telefoon, enz.)
gemonteerd moeten worden,
neem dan contact op met het
Fiat Servicenetwerk, dat de
geschiktste apparaten weet aan
te raden en vooral kan
beoordelen of een accu met een
grotere capaciteit nodig is.
Als de auto langdurig
gestald moet worden bij
zeer lage temperaturen,
verwijder dan de accu en breng
deze naar een verwarmde plek,
om bevriezing te voorkomen.
Accu’s bevatten stoffen
die zeer gevaarlijk zijn
voor het milieu. Laat de
accu bij voorkeur vervangen door
een dealer van het Fiat
Servicenetwerk, waar deze op
milieuvriendelijke wijze en
overeenkomstig de wettelijke
voorschriften verwerkt wordt.
156
NUTTIG ADVIES OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in
acht om het snel ontladen van de
accu te voorkomen en de
levensduur te verlengen:
– wanneer het voertuig wordt
geparkeerd, controleer dan of de
portieren, de motorkap en de
achterklep goed gesloten zijn.
Hiermee wordt voorkomen dat
de interieurverlichting blijft
branden;
– schakel de interieurverlichting uit:
het voertuig is in ieder geval
uitgerust met een systeem voor
automatische uitschakeling van de
interieurverlichting;
– houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te
lang ingeschakeld wanneer de
motor is uitgezet;
– maak voordat werkzaamheden aan
de elektrische installatie worden
uitgevoerd, de kabel van de
minpool op de accu los;
– trek de accuklemmen stevig aan.BELANGRIJK Als het ladingsniveau
gedurende langere tijd onder 50%
blijft, raakt de accu door sulfatering
beschadigd. Hierdoor verminderen
de capaciteit en het startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger
voor bevriezing (dit kan reeds bij
temperaturen van
–10°C gebeuren).
Als de auto langere tijd niet gebruikt
wordt, zie dan “Langdurige stilstand
van de auto” in het hoofdstuk
“Correct gebruik van de auto”.Als men na aanschaf van het voertuig
accessoires wil monteren die
constante elektrische voeding nodig
hebben (diefstalalarm, enz.) of veel
stroom verbruiken, dient men
contact op te nemen met het
gespecialiseerde personeel van het
Fiat Servicenetwerk. Zij kunnen het
totale stroomverbruik beoordelen
en controleren of de elektrische
installatie hierop berekend is en of
het noodzakelijk is een accu met een
grotere capaciteit te monteren.
Er zijn namelijk ook apparaten die bij
afgezette motor stroom blijven
verbruiken en op deze manier de
accu ontladen.
157
ABC
fig. 160
F0X0144m
WIELEN EN BANDEN
BANDENSPANNING
Controleer voor een lange reis en
elke twee weken de bandenspanning
van de banden en het
ruimtebesparend reservewiel. Deze
controle moet bij koude banden
worden uitgevoerd.
Het is normaal dat de spanning
tijdens het rijden toeneemt. Zie
voor de correcte bandenspanning de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”.Een verkeerde spanning veroorzaakt
abnormale slijtage van de banden
fig. 160:
A - Normale spanning: gelijkmatige
slijtage van het loopvlak.
B - Te lage spanning: overmatige
slijtage aan de zijkanten van het
loopvlak.
C - Te hoge spanning: overmatige
slijtage in het midden van het
loopvlak.Onthoud dat de
wegligging van het
voertuig in grote mate van een
juiste bandenspanning
afhankelijk is.
WAARSCHUWING
Als de spanning te laag
is, raakt de band
oververhit, met mogelijke
ernstige beschadiging tot
gevolg.
WAARSCHUWING
Banden moeten worden vervangen
wanneer de profieldiepte van het
loopvlak minder dan 1,6 mm bedraagt.
De wettelijke voorschriften van het
land waarin wordt gereden moeten
altijd worden nageleefd.
BELANGRIJK
Voorkom indien mogelijk bruusk
remmen en het optrekken met
spinnende wielen.
Vermijd botsingen tegen stoepranden,
kuilen of andere hindernissen. Lang
rijden op een slecht wegdek kan de
banden beschadigen.
Controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen, oneffenheden
of onregelmatige slijtage op het
loopvlak. Neem zo nodig contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
Rijd nooit met een te zwaar beladen
auto: dit kan ernstige beschadiging
van banden en velgen veroorzaken.
Stop onmiddellijk bij een lekke band
en verwissel het wiel om
beschadiging van de band, de velg, de
wielophanging en de stuurinrichting te
voorkomen.
160
HANDBEDIENDE
KLIMAATREGELING
(voor bepaalde versies/markten)
Schakel in de winter de
airconditioning minstens eens per
maand circa 10 minuten in.
Laat vóór het begin van het
zomerseizoen het systeem
controleren door het Fiat
Servicenetwerk.
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE
INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest
zijn:
– luchtverontreiniging;
– zoutgehalte in de lucht en
vochtigheid (kustgebieden, warm
en vochtig klimaat);
– seizoensgebonden
omgevingsomstandigheden.
Ook de schurende werking van
opwaaiend stof en zand en van
modder en steentjes die door
andere voertuigen worden opgetild
mag niet onderschat worden.
Fiat heeft de beste technologische
oplossingen toegepast om de
carrosserie tegen roest te
beschermen.
De belangrijkste oplossingen zijn:
– lakproducten en lakspuitsystemen
die het voertuig de benodigde
weerstand tegen roest en
schurende elementen verschaffen;
Het systeem gebruikt
het koelmiddel R134a
dat het milieu niet
verontreinigt als het per ongeluk
weglekt. Gebruik nooit het
koelmiddel R12, het is niet
alleen niet compatibel met de
systeemcomponenten, maar het
bevat bovendien
chloorfluorkoolwaterstoffen
(CFK’s).
RUITENSPROEIERS
Als de ruitensproeiers niet werken,
controleer dan eerst of er
ruitensproeiervloeistof in het
reservoir zit (zie “Controle van
vloeistofniveaus” in dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de
sproeikoppen niet verstopt zijn.
Gebruik zo nodig een speld om ze
vrij te maken.
Bij sommige versies kunnen de
stralen van de ruitensproeiers
gericht worden door de hoek van de
sproeiermonden af te stellen: draai
hiervoor de sproeiermond m.b.v.
een schroevendraaier in de uitsparing
A-fig. 162. Richt de straal op het
hoogste punt in de werkslag van de
ruitenwissers.
fig. 162
F0X0146m
179
Als bij dieselmotoren in geval van nood geen originele producten beschikbaar zijn, moeten de smeermiddelen minimaal aan
de ACEA C2-specificaties voldoen. In dit geval zijn echter geen optimale motorprestaties gegarandeerd en is het raadzaam
de olie zo snel mogelijk bij het Fiat Servicenetwerk te laten vervangen door de aanbevolen producten.
Het gebruik van producten met lagere eigenschappen dan de ACEA C2-specificaties kan beschadigingen aan de motor
veroorzaken die niet door de garantie worden gedekt.
Wanneer de auto onder bijzonder extreme klimaatomstandigheden wordt gebruikt, vraag dan aan het Fiat Servicenetwerk
het geschikte product van het PETRONAS LUBRICANTS assortiment.
Synthetisch smeermiddelen met SAE 5W-30 gradatie,
FIAT 9.55535-S1kwalificatie. Smeermiddelen voor
dieselmotorenSELENIA WR P.E.
Contractual Technical
Reference No. F510.D07Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN
AANBEVOLEN PRODUCTEN EN HUN SPECIFICATIES
Gebruik Specificaties vloeistoffen en smeermiddelen Originele smeermiddelen Vervangenvoor een correcte werking van de auto en vloeistoffen interval
181
RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN DE AUTO AAN HET EINDE VAN
DE LEVENSDUUR
Al jaren werkt Fiat hard aan de bescherming van het milieu door de doorlopende verbetering van de productieprocessen en de
ontwikkeling van producten die steeds milieuvriendelijker zijn.
Om de cliënten de best mogelijke service te garanderen in overeenstemming met de milieunormen en conform de verplichtingen
die voortvloeien uit de 2000/53/EU-richtlijn voor auto's die aan het einde van hun levensduur zijn, biedt Fiat aan haar cliënten de
mogelijkheid de eigen auto* aan het einde van zijn levensduur in te leveren zonder extra kosten.
De Europese richtlijn voorziet er namelijk in dat de auto kan worden ingeleverd zonder kosten voor de laatste houder en/of eige-
naar als de auto geen of een negatieve marktwaarde heeft.
In vrijwel alle landen van de EU konden tot 1 januari 2007 alleen auto's zonder kosten worden teruggegeven die vanaf 1 juli 2002 op
kenteken waren gezet; vanaf 2007 is het zonder kosten teruggeven van de auto niet meer afhankelijk van het jaar waarin de auto op
kenteken is gezet, “indien het betrokken voertuig voorzien is van de essentiële voertuigonderdelen, met name motor en carrosse-
rie, en geen afval bevat dat aan het afgedankte voertuig is toegevoegd”.
Voor de afgifte van uw auto aan het einde van zijn levensduur kunt u zich zonder aanvullende verplichtingen tot het Fiat
Servicenetwerk wenden of tot een van de inzamelings- en verwerkingsbedrijven die door Fiat zijn goedgekeurd.
Dergelijke bedrijven zijn zorgvuldig uitgekozen en bieden een kwaliteitservice voor de inzameling, de verwerking en het hergebruik
van onderdelen van buiten gebruik gestelde auto's met respect voor het milieu.
Voor informatie over de inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u terecht bij het Fiat Servicenetwerk of bel het gratis nummer
00800 3428 0000 of raadpleeg de Fiat internetsite.
(*) Auto voor personenvervoer met maximaal negen zitplaatsen en een maximaal toelaatbaar gewicht van 3,5 t.
Fiat Group Automobiles S.p.A. - Parts&Services - Technical Services - Service Engineering
Largo Senatore G. Agnelli, 3 - 10040 Volvera - Torino (Italia)
Druknummer 603.99.032NL - 09/2011 - 1 Editie
Tankdop ........................................................................................ 103
Tanken............................................................................................ 102
- brandstofbesparing .............................................................. 112
- tankdop .................................................................................. 103
- tanken ..................................................................................... 103
Technische gegevens .................................................................. 165
Tips voor het laden ..............................................................110-111
Toerenteller ................................................................................. 29
Topsnelheden ............................................................................... 174
Transmissie ................................................................................... 169
Treeplanken .................................................................................. 89
Trekken van aanhangers ............................................................. 114
Trip computer .............................................................................. 52
Uitstroomopeningen ................................................................. 66
Veiligheidsgordels ...................................................................... 20
- achter ..................................................................................... 21
- algemene instructies ............................................................. 22
- hoogteverstelling .................................................................. 20
- onderhoud ............................................................................. 24
- voor ........................................................................................ 20
Velgbescherming (banden) ........................................................ 172
Velgen
- technische gegevens ............................................................ 173
- verklaring van de velgcodes ............................................... 173
Ventilatie....................................................................................66-68Versnellingsbak
- gebruik van de versnellingsbak........................................... 109
Verstralers .................................................................................... 74
- bediening ................................................................................ 74
- lamp vervangen ..............................................................128-129
Verwarming / klimaatregeling ................................................... 65
Verwarming en ventilatie............................................................ 65
- bedieningselementen ........................................................... 66
Vloeistoffen en smeermiddelen ..........................................179-180
Vloeistofniveau ruitensproeier ................................................. 151
Wielen
- een wiel vervangen.........................................119-120-121-122
- onderhoud .............................................................................. 157
- technische gegevens ............................................................ 173
- wieluitlijning ........................................................................... 171
Wielophanging ............................................................................. 170
Wieluitlijning ................................................................................. 171
Zekeringen .................................................................................. 131
- algemene informatie ............................................................ 131
- overzicht zekeringen ......................................................135-136
- zekeringenkast dashboard .................................................. 133
- zekeringenkast motorruimte ............................................. 134
Zitpositie instellen ....................................................................... 16
Zonnekleppen .............................................................................. 78
De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld.
Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen.
Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk.
Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier.
NEDERLANDS