VEILIGHEID131
2
Veiligheidsgordels ............................................................. 132
S.B.R.-systeem .................................................................. 133
Gordelspanners ................................................................. 135
Kinderen veilig vervoeren ................................................... 138
„Universeel” kinderzitje monteren....................................... 139
Montagevoorbereiding voor „Isofix”-kinder zitjes...................... 143
Frontairbags ..................................................................... 146
Zij-airbags (Sidebags – Windowbags) .................................. 149
VEILIGHEID149
2
ZIJ-AIRBAGS
(SIDEBAGS – WINDOWBAGS)
De auto is uitgerust met zij-airbags voor (sidebags voor) aan be-
stuurders- en aan passagierszijde voor bescherming van borst-bek-
ken en headbags voor en achter (windowbags).
ZIJ-AIRBAGS (SIDEBAGS) fig. 18
Ze bestaan uit twee verschillende kussens die in de rugleuning van
de voorstoelen zijn geplaatst. Ze hebben tot doel de borstkas en
het bekken van de inzittenden te beschermen bij middelzware en
zware zijdelingse aanrijdingen.
ZIJ-AIRBAGS VOOR BESCHERMING VAN HET
HOOFD (WINDOWBAGS) fig. 19
De headbag is een „gordijn”-systeem, dat zich aan de zijkant in
de hemelbekleding bevindt en dat is afgedekt met een afwerklijst.
De headbags bieden bescherming aan het hoofd van de inzitten-
den voor tijdens een zijdelingse botsing, dankzij het grote effec-
tieve oppervlak van de kussens.
Bij lichte zijdelingse aanrijdingen (waarbij de werking van de vei-
ligheidsgordel voldoende is) worden de airbags niet geactiveerd.
De veiligheidsgordels moeten daarom altijd worden gedragen.
De inzittende wordt bij een zijdelingse botsing optimaal door het
systeem beschermd als hij/zij in de juiste positie in de stoel zit.
Hierdoor kan de headbag op de juiste wijze worden opgeblazen.
fig. 18A0J0103mfig. 19A0J0051m