74
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
ZEER GEVAARLIJK: Mon-
teer absoluut geen kinder-
zitje achterstevoren op de
passagiersstoel voor als de
frontairbag aan passagiers-
zijde is ingeschakeld. Als bij
een ongeval de airbag in werking
treedt (opblaast), kan dit ernstig let-
sel en zelfs de dood tot gevolg heb-
ben. Als er geen andere mogelijkheid
is, moet in ieder geval de airbag aan
passagierszijde uitgeschakeld worden
als het kinderzitje op de passagiers-
stoel voor wordt geplaatst. Bovendien
moet de stoel zo ver mogelijk naar
achteren zijn geschoven om te voor-
komen dat het kinderzitje eventueel
in aanraking komt met het dash-
board. Ook als het niet wettelijk ver-
plicht is, moet voor een betere be-
scherming van de volwassenen, de air-
bag onmiddellijk worden ingeschakeld
als er geen kinderen meer worden ver-
voerd.
OPGELET
FRONTAIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE fig. 12
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen
dat in een daarvoor bestemde ruimte in
het midden van het stuurwiel is geplaatst.
fig. 12F0S071Abfig. 13F0S072Ab
FRONTAIRBAG AAN
PASSAGIERSZIJDE fig. 13
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen
met een groter volume dan dat aan be-
stuurderszijde. Het kussen is in een daar-
voor bestemde ruimte in het dashboard
geplaatst.
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 74
75
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
KNIE-AIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE fig. 14
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen
dat in een daarvoor bestemde ruimte on-
der het stuurwiel is geplaatst, ter hoogte
van de knieën van de bestuurder, voor ex-
tra beveiliging van de bestuurder bij een
frontale aanrijding.FRONTAIRBAG
EN ZIJ-AIRBAG (sidebag) AAN
PASSAGIERSZIJDE HANDMATIG
UITSCHAKELEN fig. 17
Als het absoluut noodzakelijk is een kind
op de passagiersstoel voor te vervoeren,
moeten de frontairbag en de zij-airbag
(sidebag) aan passagierszijde worden uit-
geschakeld.
Het waarschuwingslampje
“op het dash-
board blijft continu branden totdat de
frontairbag en de zij-airbag (sidebag) aan
passagierszijde opnieuw worden inge-
schakeld.
WAARSCHUWING Raadpleeg voor het
handmatig uitschakelen van de frontairbag
en zij-airbag (sidebag) (waar voorzien) aan
passagierszijde, de paragrafen “Instelbaar
multifunctioneel display” en “Multifunc-
tioneel display” in het hoofdstuk “Ken uw
auto”.
ZIJ-AIRBAGS
(Sidebags - Headbags)
SIDEBAGS fig. 15
De sidebag is een kussen dat zich snel op-
blaast en bevindt zich in de rugleuning van
de voorstoel. De sidebag heeft tot doel
het bovenlichaam en het bekken van de in-
zittenden te beschermen bij middelzwa-
re en zware zijdelingse aanrijdingen.
fig. 14F0S073Ab
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 75
76
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
Steun niet met het hoofd, de
armen of de ellebogen tegen
het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag om verwondingen tij-
dens het opblazen te voorkomen.
Steek nooit het hoofd, de armen of de
ellebogen uit het raam.
OPGELETHEADBAGS fig. 16
Deze bestaan uit twee “gordijn”-kussens
achter de hemelbekleding aan de zijkant
en een afwerking; de headbags bescher-
men het hoofd van de inzittenden voor bij
een flankbotsing, dankzij het grote opper-
vlak van de kussens.WAARSCHUWING De inzittende wordt
bij een flankbotsing optimaal door het sys-
teem beschermd als hij/zij in de juiste po-
sitie in de stoel zit. Hierdoor kan de head-
bag op de juiste wijze worden opgeblazen.
WAARSCHUWING De front- en/of zij-
airbags kunnen inschakelen als de auto
wordt blootgesteld aan krachtige stoten
tegen de onderzijde van de auto, zoals
krachtige stoten tegen verkeersdrempels,
stoepranden, vaste obstakels op het weg-
dek of als de auto terecht komt in grote
gaten of verzakkingen in de weg.
WAARSCHUWING Als de airbag in wer-
king treedt, ontsnapt een beetje rook. De-
ze rook is niet schadelijk en duidt niet op
brand; bovendien kan het oppervlak van het
opgeblazen kussen en het interieur van de
auto bedekt zijn met een laagje poeder: dit
poeder kan de huid en de ogen irriteren. Als
u hiermee in aanraking bent gekomen, moet
u zich met neutrale zeep en water wassen.
De geldigheidsduur van de pyrotechnische
lading en die van het spiraalmechanisme zijn
vermeld op het betreffende plaatje in het
dashboardkastje. Laat ze voor het verstrij-
ken van deze termijn door het Abarth Ser-
vicenetwerk vervangen.
WAARSCHUWING Na een ongeval
waarbij een of meerdere veiligheidssyste-
men zijn geactiveerd, dient u contact op
te nemen met het Abarth Servicenetwerk
om de geactiveerde systemen te laten ver-
vangen en de werking van het systeem te
laten controleren.
fig. 16F0S075Ab
fig. 15F0S074Ab
Alle controlewerkzaamheden, reparaties
en de vervanging van de airbag moeten
door het Abarth Servicenetwerk worden
uitgevoerd. Aan het einde van de lange le-
vensduur van uw auto, moet u contact op-
nemen met het Abarth Servicenetwerk
om het systeem buiten werking te laten
stellen. Bovendien moet bij verkoop van
de auto de nieuwe eigenaar op de hoog-
te gesteld worden van het gebruik en de
instructies, en moet hij het instructie-
boekje ontvangen.
WAARSCHUWING Het in werking tre-
den van de gordelspanners, de frontair-
bags en de zij-airbags voor wordt door de
elektronische regeleenheid bepaald, af-
hankelijk van het type ongeval. Als een van
deze onderdelen niet in werking treedt,
dan duidt dat niet op een storing in het
systeem.
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 76
77
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veilig-
heidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet ge-
activeerd worden bij een ongeval of,
in een zeer beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient
u contact op te nemen met het
Abarth Servicenetwerk om het sys-
teem direct te laten controleren.
OPGELET
Bedek de rugleuning van de
zitplaatsen voor en achter
niet met hoezen of kleden die niet zijn
voorbereid op het gebruik met
Side-bags.
OPGELET
Reis niet met voorwerpen op
schoot of voor de borst en
houd vooral geen pijp, potlood enz.
in de mond. Bij een ongeval waarbij
de airbag in werking treedt, kan dit
ernstig letsel veroorzaken.
OPGELET
Rijd altijd met beide handen
op de stuurwielrand, zodat bij
het in werking treden van de airbag,
het systeem niet wordt gehinderd door
obstakels. Rijd niet met voorover ge-
bogen lichaam, maar ga goed rechtop
zitten en steun tegen de rugleuning.
OPGELET
Als de contactsleutel in stand
MAR staat, kan, ook bij uit-
gezette motor, de airbag inschakelen
als de auto stilstaat en de auto wordt
aangereden door een andere auto die
met voldoende snelheid rijdt. Daarom
mogen, ook als de auto stilstaat, ab-
soluut geen kinderen op de passa-
giersstoel voor worden geplaatst. Als
de contactsleutel echter in stand
STOP staat, wordt bij een ongeval
geen enkel beveiligingssysteem (airbag
of gordelspanners) geactiveerd; als een
systeem niet in werking treedt, bete-
kent dit niet dat het systeem niet goed
werkt.
OPGELET
Laat bij diefstal of een po-
ging tot diefstal, bij bescha-
diging of als de auto bij een overstro-
ming onder water is geweest, het air-
bagsysteem door het Abarth Service-
netwerk controleren.
OPGELET
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 77
78
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
De stoelen mogen niet met
water worden afgenomen of
met stoom worden gereinigd (met de
hand of in een automatisch wasap-
paraat).
OPGELET
De frontairbag treedt in wer-
king als de botsing zwaarder
is dan een botsing waarbij alleen de
gordelspanners worden geactiveerd.
Bij aanrijdingen die tussen die twee
drempelwaarden in liggen, treden al-
leen de gordelspanners in werking.
OPGELET
Haak geen harde voorwer-
pen aan de kledinghaakjes
en aan de steunhandgrepen.
OPGELET
De airbag is geen vervanging
voor de veiligheidsgordels,
maar een aanvulling. Omdat de fron-
tairbags niet worden geactiveerd bij
frontale botsingen bij lage snelheid,
bij zijdelingse aanrijdingen en als de
auto van achter wordt aangereden of
over de kop slaat, worden in deze ge-
vallen de inzittenden uitsluitend door
de veiligheidsgordels beschermd. De
gordels moeten dus altijd gedragen
worden.
OPGELET
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait, gaat het
lampje
“(met ingeschakelde fron-
tairbag aan passagierszijde) enige se-
conden branden en vervolgens enige
seconden knipperen, om aan te geven
dat de airbag aan passagierszijde bij
een ongeval wordt geactiveerd. Hier-
na moet het lampje doven.
OPGELET
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 78
87
STARTEN
EN RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
ALGEMENE OPMERKINGEN............................................ 88
TE LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU................................. 88
INGESCHAKELDE HANDREM......................................... 88
STORING AIRBAG............................................................... 88
AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD........... 89
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ............. 89
ACCU WORDT NIET VOLDOENDE OPGELADEN . 90
STORING IN ABS ................................................................ 90
STORING IN EBD ............................................................... 90
TE LAGE MOTOROLIEDRUK ......................................... 90
STORING ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING “DUALDRIVE”..................... 91
PORTIEREN NIET GOED GESLOTEN .......................... 91
STORING IN EOBD / INSPUITING ............................... 91
BRANDSTOFRESERVE ....................................................... 92
STORING FIAT CODE ...................................................... 92
MISTACHTERLICHT .......................................................... 92
ALGEMENE STORINGSMELDING ................................. 93
STORING OLIEDRUKSENSOR ....................................... 93
BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR
GEACTIVEERD ..................................................................... 93
STORING BUITENVERLICHTING ................................. 93
STORING ESP ....................................................................... 93
STORING HILL HOLDER ................................................. 93BUITENVERLICHTING EN DIMLICHT ......................... 93
FOLLOW ME HOME .......................................................... 93
MISTLAMPEN ....................................................................... 94
RICHTINGAANWIJZER LINKS ....................................... 94
RICHTINGAANWIJZER RECHTS ................................... 94
SPORT-FUNCTIE INGESCHAKELD................................ 94
GROOTLICHT ..................................................................... 94
KANS OP GLADHEID ....................................................... 94
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN ........................... 94
LIMIET ACTIERADIUS ........................................................ 94
REMBLOKSLIJTAGE ............................................................ 94
NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDEL ................ 94
L
L L L
A A A A
M M M M
P P P P
J J J J
E E E E
S S S S
E E E E
N N N N
B B B B
E E E E
R R R R
I I I I
C C C C
H H H H
T T T T
E E E E
N N N N
087-094 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 87
88
STARTEN
EN RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als het lampje gaat branden verschijnt ook
een bericht en/of klinkt een geluidssignaal
als het instrumentenpaneel de beschikking
heeft over deze mogelijkheden. Deze be-
richten zijn samenvattend en zijn een
waarschuwingen moeten niet worden
gezien als compleet en/of een alternatief
voor de informatie in het Instructieboek-
je, dat altijd aandachtig gelezen moet wor-
den. Houdt u bij een storing altijd aan de
aanwijzingen die in dit hoofdstuk be-
schreven worden.
WAARSCHUWING De storingsmeldin-
gen die op het display verschijnen, zijn on-
derverdeeld in twee categorieën: ernsti-
gestoringen en minder ernstige sto-
ringen.
De ernstigestoringen worden “cyclisch”
weergegeven en langdurig herhaald.
De minder ernstigestoringen worden
“cyclisch” weergegeven en korte tijd her-
haald.
U kunt de weergavecyclus van beide ca-
tegorieën onderbreken door op de knop
MENU ESCte drukken. Het lampje op
het instrumentenpaneel blijft branden tot-
dat de oorzaak van de storing is verhol-
pen.REMVLOEISTOF
TE LAAG (rood)
AANGETROKKEN
HANDREM (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje op het instrumen-
tenpaneel branden. Direct na het starten
van de motor moet het lampje doven.
Te laag remvloeistofniveau
Het lampje gaat branden als het rem-
vloeistofniveau in het reservoir onder het
minimum niveau is gedaald, bijvoorbeeld
door lekkage in het remsysteem.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
x
Als bij draaiende motor het
lampje xgaat branden (op
het display verschijnt bij enkele uit-
voeringen ook een bericht), zet dan
de motor onmiddellijk uit en wendt u
zo snel mogelijk tot de Abarth Servi-
cenetwerk.
OPGELET
Aangetrokken handrem
Het lampje gaat branden als de handrem
wordt aangetrokken.
WAARSCHUWING Als het lampje tij-
dens het rijden gaat branden, controleer
dan of de handrem niet is aangetrokken.
STORING AIRBAG
(rood)
Als u de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje op het ins-
trumentenpaneel branden. Direct na het
starten van de motor moet het lampje do-
ven.
Als het lampje continu blijft branden, geeft
dit een storing in het airbagsysteem aan.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
¬
087-094 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 88
89
STARTEN
EN RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veilig-
heidssystemen; in dat geval kunnen
de airbags of gordelspanners niet ge-
activeerd worden bij een ongeval of,
in een zeer beperkt aantal gevallen,
niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient
u contact op te nemen met het
Abarth Servicenetwerk om het sys-
teem direct te laten controleren.
OPGELET
Een defect lampje ¬wordt
weergegeven doordat het
lampje voor de uitgeschakelde fron-
tairbag aan passagierszijde
“langer
dan de normale 4 seconden knippert.
OPGELET
FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
(geel)
Het lampje
“gaat branden als de fron-
tairbag aan passagierszijde wordt uitge-
schakeld.
Als u bij ingeschakelde frontairbag aan pas-
sagierszijde de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje
“ongeveer
4 seconden branden en vervolgens 4 se-
conden knipperen. Hierna moet het lamp-
je doven.
“
Het lampje “geeft boven-
dien een storing van het
lampje
¬aan. Dit wordt weergege-
ven met een knipperend lampje “,
ook als de 4 seconden al zijn verstre-
ken. In dat geval kan het lampje
¬geen storingen in de veiligheidssyste-
men aangeven. Voordat u verder rijdt,
dient u contact op te nemen met het
Abarth Servicenetwerk om het sys-
teem direct te laten controleren.
OPGELET
TE HOGE
KOELVLOEISTOFTEMP
ERATUUR (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje op het instrumen-
tenpaneel branden. Direct na het starten
van de motor moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als de motor te
warm is.
Als het lampje gaat branden, moeten de
volgende handelingen worden uitgevoerd:
❒bij een normale rit: breng de auto
tot stilstand, schakel de motor uit en
controleer of het koelvloeistofniveau
in het reservoir niet onder het MIN-
merkteken staat. Als dit wel het geval
is, wacht dan enkele minuten zodat de
motor kan afkoelen, open vervolgens
langzaam en voorzichtig de dop, vul
koelvloeistof bij en controleer of de
koelvloeistof tussen het MIN- en
MAX-merkteken op het reservoir
staat. Controleer bovendien visueel of
eventueel vloeistof weglekt. Als bij het
starten van de motor het lampje op-
nieuw gaat branden, wendt u dan tot
het Abarth Servicenetwerk.
u
087-094 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 89