DASHBOARD
De aanwezigheid en opstelling van de bedieningsorganen, instrumenten en lampjes is afhankelijk van de uitrusting van de auto.
1. Uitstroomopening aan zijkant – 2. Linker hendel: bediening buitenverlichting – 3. Turbodrukmeter – 4. Instrumentenpaneel en
lampjes – 5. Inbouwvoorbereiding draagbaar navigatiesysteem – 6. Rechter hendel: bediening ruitenwissers voor/achter, trip com-
puter – 7. Uitstroomopeningen in midden – 8. Opbergvak / autoradio – 9. Airbag passagierszijde – 10. Opbergruimte/verborgen
documentenvak – 11. Bediening verwarming/ventilatie/airconditioning – 12. Elektrische ruitbediening – 13. Dashboardkastje –
14. Versnellingspook – 15. Knie-airbag (KNEE BAG) – 16. Airbag bestuurderszijde.
3
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
F0S0001Abfig. 1
001-022 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:01 Pagina 3
13
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
DRUKKNOPPEN fig. 14
+Om het scherm en de betreffende op-
ties naar boven te doorlopen of om de
weergegeven waarde te verhogen.
MENU
ESCKort indrukken om het
menu te bereiken en/of naar
het volgende scherm te
gaan of om de gewenste
keuze te bevestigen.
Lang indrukken om terug te
keren naar het begin-
scherm.
–Om in het scherm en de keuzemoge-
lijkheden de voorgaande optie te se-
lecteren of de weergegeven waarde te
verlagen.Opmerking Bij de knoppen
+en –hangt de werking van het volgende af:
– binnen het menu kunt u naar de voor-
gaande of volgende optie in de keuzelijst
gaan;
– tijdens het instellen kunt u de waarde
verhogen of verlagen.
OpmerkingAls een voorportier wordt
geopend, dan geeft het display geduren-
de enige seconden de tijd en de kilome-
ter-/mijlenstand (waar voorzien) weer.
SETUP-MENU
Het menu geeft de verschillende functies
achtereenvolgens weer; als een functie
wordt gekozen met de knoppen
+en –,
dan kunnen de hierna aangegeven keuzes en
instellingen (setup) worden uitgevoerd. Bij
enige keuzemogelijkheden (klok instellen en
eenheden instellen) is een submenu aan-
wezig. Het setup-menu kan worden geac-
tiveerd door de knop MENU
ESCkort
in te drukken. Als de knoppen
+of –steeds
één maal worden ingedrukt, dan kan het
setup-menu worden doorlopen. De wer-
king is vanaf dit punt afhankelijk van het ge-
kozen menu-onderdeel. Het menu bestaat
uit de volgende functies:
fig. 14
M E N UE S C
F0S014Ab
– MENU
– LICHTSTERKTE
– ZOEMER SNELHEIDSLIMIET
– GEGEVENS TRIP B/INSCHAKELEN
TRIP B
– KLOK INSTELLEN
– DATUM INSTELLEN
– WEERGAVE RADIO
– AUTOCLOSE
– MEETEENHEDEN
– TAAL
– VOLUME BUZZER
– VOLUME KNOPPEN
– ZOEMER VEILIGHEIDSGORDEL
– SERVICE
– AIRBAG PASSAGIER
– DAG-DIMLICHTEN
– MENU EXIT
001-022 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:01 Pagina 13
20
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
OpmerkingHet “Geprogrammeerd on-
derhoudsschema” houdt een onder-
houdsinterval van 30.000 km (of 18.000
mijl) aan; de weergave verschijnt automa-
tisch, bij contactslot op MAR, vanaf 2.000
km (of dezelfde afstand in mijlen) vóór de
betreffende kilometerstand en wordt el-
ke 200 km (of dezelfde afstand in mijlen)
herhaald. Onder de 200 km wordt de
weergave met kleinere intervallen weer-
gegeven. De weergave vindt plaats in km
of mijlen afhankelijk van de instelling van
de eenheid. Als het geprogrammeerd on-
derhoud zeer binnenkort moet worden
uitgevoerd, dan verschijnt als het con-
tactslot in de stand MARwordt gezet, op
het display de tekst “Service” gevolgd
door het resterende aantal kilometers/mij-
len. Wendt u tot het Abarth Servicenet-
werk voor het uitvoeren van de werk-
zaamheden van het “Onderhoudsschema”
of van het “Jaarlijks inspectieschema”, en
voor het op nul zetten van deze weerga-
ve (reset).Passagiersairbag in-/uitschakelen
(In-/uitschakelen van de
frontairbag en de side-/headbag
aan de passagierszijde
(waar voorzien)
Met deze functie kan de passagiersairbag
worden in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
– druk op de knop MENU
ESC, selecteer
op het display (Bag pass: Off) (om uit te
schakelen) of (BAG pass: On) (voor in-
schakeling) is verschenen door het in-
drukken van de knop
+en –, druk op-
nieuw op de knop MENU ESC;
– op het display verschijnt een bevestiging;
– selecteer door het indrukken van de
knop
+of –(Ja) (voor bevestiging van de
inschakeling/uitschakeling) of (Nee) (om
te annuleren);
– druk kort op de knop MENU
ESC, er
verschijnt een bevestiging van de keuze en
er wordt teruggekeerd naar het menu-
scherm of druk de knop lang in om terug
te keren naar het standaardscherm zon-
der op te slaan.Dag-dimlicht (DRL)
Met deze functie kan het dag-dimlicht
worden in- en uitgeschakeld.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze
functie als volgt te werk:
– druk kort op de knop MENU
ESC; op
het display verschijnt een submenu;
– druk de MENU
ESCknop kort in, op
het display wordt knipperend On of Off
weergegeven, afhankelijk van de eerder in-
gevoerde instelling;
– druk de knop
+of –om de keuze uit te
voeren;
– druk kort op de knop MENU
ESCom
terug te keren naar het submenu of houd
de knop even ingedrukt om terug te keren
naar het hoofdmenu zonder op te slaan;
– druk nogmaals lang op MENU
ESCom
terug te keren naar het standaardscherm
of het hoofdmenuscherm afhankelijk van het
menuscherm dat wordt weergegeven.
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uit
het menu worden afgesloten.
Druk kort op de knop MENU
ESC, het
display keert terug naar het standaard-
scherm zonder op te slaan.
Als u de knop
–indrukt, wordt terugge-
keerd naar het eerste menu-onderdeel
(Snelh. lim).
001-022 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:01 Pagina 20
63
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS...................................................... 64
SBR-SYSTEEM........................................................................ 64
GORDELSPANNERS............................................................ 65
KINDEREN VEILIG VERVOEREN..................................... 67
INBOUWVOORBEREIDING VOOR MONTAGE
KINDERZITJE TYPE “ISOFIX”........................................... 71
FRONTAIRBAGS ................................................................. 73
ZIJ-AIRBAGS (Sidebag - Headbag) .................................... 75
V
V V V
E E E E
I I I I
L L L L
I I I I
G G G G
H H H H
E E E E
I I I I
D D D D
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 63
67
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
HOE U DE
VEILIGHEIDSGORDELS IN
OPTIMALE STAAT HOUDT
Voor het juiste onderhoud van de veilig-
heidsgordels moeten de volgende aanwij-
zingen zorgvuldig worden opgevolgd:
❒zorg dat de gordel goed uitgetrokken
en niet gedraaid is; controleer ook of
de oprolautomaat zonder haperingen
werkt;
❒vervang de gordels na een ongeval, ook
al zijn ze ogenschijnlijk niet beschadigd.
Vervang de gordels ook als de gordel-
spanners in werking zijn geweest;
❒u kunt de gordels met de hand wassen
met water en een neutrale zeep. Spoel
ze uit en laat ze in de schaduw drogen.
Gebruik geen bijtende, blekende of
kleurende middelen. Vermijd het ge-
bruik van alle chemische producten die
het weefsel van de gordel kunnen aan-
tasten;
❒voorkom dat vocht in de oprolauto-
maat komt: de werking van de oprol-
automaten is alleen gegarandeerd, als
ze niet nat zijn geweest;
❒vervang de gordels bij tekenen van slij-
tage of beschadigingen.
KINDEREN VEILIG
VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een onge-
val moeten alle inzittenden zittend reizen
en beschermd worden door goedgekeur-
de veiligheidssystemen.
Dit geldt met name voor kinderen.
Dit is een wettelijk voorschrift volgens
richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten van de
Europese Unie.
Het hoofd van kleine kinderen is in ver-
houding met de rest van het lichaam gro-
ter en zwaarder dan dat van volwassenen,
terwijl spieren en botstructuur nog niet
volledig zijn ontwikkeld.
Daarom moeten kleine kinderen door an-
dere systemen beschermd worden dan
door de veiligheidsgordels.
De resultaten van onderzoek naar de op-
timale bescherming van kleine kinderen
zijn verwerkt in de Europese ECE/R44-
voorschriften die wettelijk verplicht zijn.
De systemen zijn onderverdeeld in vijf
groepen:
Groep 0 - gewicht tot aan 10 kg
Groep 0+ - gewicht tot aan 13 kg
Groep 1 gewicht 9 - 18 kg
Groep 2 gewicht 15 - 25 kg
Groep 3 gewicht: 22 - 36 kg
ZEER GEVAARLIJK: Mon-
teer absoluut geen kinder-
zitje achterstevoren op de
passagiersstoel voor als de
frontairbag aan passagiers-
zijde is ingeschakeld. Als bij
een ongeval de airbag in werking
treedt (opblaast), kan dit ernstig let-
sel en zelfs de dood tot gevolg heb-
ben. Wij raden u aan kinderen altijd
op de zitplaatsen achter te vervoeren,
omdat die plaatsen bij een ongeval de
meeste bescherming bieden. Kinder-
zitjes mogen beslist niet op de voor-
stoel bij een auto met passagiersair-
bag worden geplaatst. Als de airbag
wordt geactiveerd, kan dit verwon-
dingen of de dood tot gevolg hebben,
onafhankelijk van de zwaarte van het
ongeval waardoor de airbag is geac-
tiveerd. Als het nodig is, kunnen kin-
deren op de voorstoel worden ver-
voerd, als de auto is voorzien van een
uitschakelbare passagiersairbag. In
dit geval moet u er absoluut zeker van
zijn dat de airbag is uitgeschakeld
door te controleren of het waarschu-
wingslampje
Fop het instrumen-
tenpaneel brandt (zie “Frontairbag
aan passagierszijde” in het hoofdstuk
“Frontairbags”). Bovendien moet de
stoel zo ver mogelijk naar achteren
zijn geschoven om te voorkomen dat
het kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard.
OPGELET
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 67
70
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN
DE KINDERZITJES
De Abarth voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van
kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto. Zie de volgende tabel:
Passagier PassagierGroep Gewichtsklasse voor achter
Groep 0, 0+ tot 13 kg U U
Groep 1 9-18 kg U U
Groep 2 15-25 kg U U
Groep 3 22-36 kg U U
Legenda:
U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-
voorschriften voor de aangegeven “groepen”.Hieronder zijn de normen voor een vei-
lig vervoer van kinderen aangegeven:
❒Monteer het kinderzitjes op een van de
zitplaatsen achter, omdat die plaatsen
bij een ongeval de meeste bescherming
bieden.
❒Als de frontairbag aan passagierszijde
buiten werking wordt gesteld, moet al-
tijd gecontroleerd worden of de airbag
daadwerkelijk is uitgeschakeld: het be-
treffende lampje
“(geel/amber) op het
instrumentenpaneel moet continu bran-
den.
❒Houdt u bij de montage van het kin-
derzitje strikt aan de instructies. De fa-
brikant is verplicht deze instructies bij
te leveren. Bewaar de instructies samen
met het instructieboekje in de auto.
Monteer geen gebruikte kinderzitjes
waarvan de gebruiksaanwijzingen ont-
breken.
❒Controleer of de gordels goed zijn vast-
gemaakt door aan de gordelband te trek-
ken;
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 70
71
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
❒Ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor
slechts een kind: vervoer nooit twee kin-
deren in een systeem.
❒Controleer altijd of de gordel niet langs
de nek van het kind loopt.
❒Zorg er tijdens de rit voor dat het kind
geen afwijkende houding aanneemt of
de gordels losmaakt.
❒Vervoer kinderen nooit in uw armen,
ook geen pasgeboren kinderen. Nie-
mand is sterk genoeg om ze bij een on-
geval vast te kunnen houden.
❒Na een ongeval moet het zitje door een
nieuwe worden vervangen.
Als een passagiersairbag aan-
wezig is mogen geen kinder-
zitjes op de voorstoel worden ge-
plaatst; bovendien mogen kinderen
nooit op de voorstoelen worden ver-
voerd.
OPGELET
Als gebruik wordt gemaakt van een Uni-
verseel Isofix zitje, moeten ECE R44/03
“Universeel Isofix” goedgekeurde zitjes
worden gebruikt.
In Lineaccessori Abarth is een “universeel
Isofix” kinderzitje (“Duo Plus”) leverbaar.
Zie voor meer informatie over de mon-
tage en/of het gebruik van het kinderzit-
je, het “Instructieboekje” dat bij het kin-
derzitje wordt geleverd.
INBOUWVOOR-
BEREIDING VOOR
“ISOFIX”-
KINDERZITJES
De auto is voorbereid op de montage van
“Isofix Universeel”-kinderzitjes; een nieuw
gestandaardiseerd Europees systeem voor
het vervoeren van kinderen.
Er kan ook een mengvorm worden geko-
zen, een traditioneel kinderzitje en een
Isofix-kinderzitje. Als voorbeeld is in fig.
9een voorbeeld van een kinderzitje aan-
gegeven. Het Isofix Universeel-kinderzit-
je is er voor drie gewichtsgroepen: 1.
Voor de andere groepen is er een speci-
fiek Isofix-kinderzitje dat alleen kan wor-
den gebruikt als het speciaal voor deze au-
to is ontworpen, getest en goedgekeurd
(zie de lijst met auto’s die bij het kinder-
zitje geleverd wordt).
Als gevolg van de verschillende vergren-
deling moet het kinderzitje worden be-
vestigd met de onderste metalen ringen
A-fig. 10tussen de rugleuning en de ach-
terzijde van de zitting; verwijder de hoe-
denplank en bevestig de bovenste riem
(die bij het kinderzitje hoort) aan de ring
B-fig. 11tussen de achterzijde van de rug-
leuning en de vloerbedekking in de baga-
geruimte.
fig. 9F0S068Ab
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 71
73
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
AIRBAG
De auto is uitgerust met frontairbags, aan
bestuurderszijde en passagierszijde, een
knie-airbag aan bestuurderszijde en zij-air-
bags (sidebag - headbag).
FRONTAIRBAGS
De frontairbags (bestuurder, passagier en
de knie-airbag aan bestuurderszijde) be-
schermen de inzittenden voor bij een mid-
delzware frontale botsing, door het op-
blazen van een luchtkussen tussen de in-
zittende en het stuurwiel of het dash-
board.
Als de airbags niet worden geactiveerd bij
andere soorten botsingen (zijdelings, van
achter, over de kop slaan enz), betekent
dit niet dat het systeem niet goed func-
tioneert.
Bij een frontale botsing zorgt een rege-
leenheid ervoor, indien nodig, dat het kus-
sen wordt opgeblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op, waar-
door het lichaam van de inzittenden voor
wordt opgevangen en de kans op letsel be-
perkt wordt. Direct daarna loopt het kus-
sen weer leeg.
De frontairbags (bestuurder en passagier)
en de knie-airbag aan bestuurderszijde (in-
dien aanwezig) zijn geen vervanging voor
de veiligheidsgordels, maar een aanvulling.
Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bo-vendien is het dragen van veiligheidsgor-
dels wettelijk verplicht in Europa en in de
meeste landen daarbuiten.
Bij een ongeval kan een inzittende die geen
veiligheidsgordel heeft omgelegd, in contact
komen met een airbag die nog niet volledig
opgeblazen is. Hierdoor wordt de inzit-
tende minder door de airbag beschermd.
Het is mogelijk dat de frontairbags in de
volgende gevallen niet worden ingescha-
keld:
❒bij frontale botsingen met een ander
deel van de auto dan het front tegen
makkelijk vervormbare objecten (bijv.
als het voorspatbord tegen de vangrail
komt);
❒als de auto onder andere auto’s of vei-
ligheidsvoorzieningen schuift (bijvoor-
beeld onder vrachtwagens of de vang-
rail);
omdat geen enkele aanvullende bescher-
ming wordt geboden op de veiligheids-
gordels. De activering van de frontairbags
zou nutteloos zijn. Als de airbags in deze
gevallen niet geactiveerd worden, bete-
kent dit niet dat het systeem niet goed
functioneert.
Plaats geen stickers of ande-
re objecten op het stuurwiel,
op het dashboard ter hoogte van de
airbag aan passagierszijde of op de
stoelen. Plaats geen voorwerpen op
het dashboard aan de passagierszijde
(bijv. een mobiele telefoon), omdat
deze het correct openen van de air-
bag aan passagierszijde kunnen hin-
deren en de inzittenden ernstig kun-
nen verwonden.
OPGELET
De frontairbags aan bestuurders- en pas-
sagierszijde zijn ontworpen voor een op-
timale bescherming van de inzittenden
voor met omgelegde veiligheidsgordels.
Als de airbags volledig opgeblazen zijn, vul-
len zij het grootste deel van de ruimte tus-
sen het stuurwiel en de bestuurder en het
dashboard en de voorpassagier.
Bij lichte frontale aanrijdingen (waarbij de
werking van de veiligheidsgordel vol-
doende is) worden de airbags niet geacti-
veerd. Daarom moeten de veiligheidsgor-
dels altijd worden gedragen; ook omdat
ze bij frontale aanrijdingen er altijd voor
zorgen dat de inzittende in de juiste stand
wordt gehouden.
063-078 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 73