Page 153 of 184
SNEL WEER OP WE
G
8
Lamp vervangen
ZIJKNIPPERLICHT
Type A , W 16 W F - 16 W
- Beweeg het spiegelglas van de
buitenspiegel opzij om bij de
bout te komen.
- Draai de twee bouten los met de
bijgeleverde schroevendraaier.
- Trek de lamphouder los uit de
borgnokjes.
- Trek de lamp los en vervang hem.
Voor/achter
PLAFONNIERS
Type C , 12 V 10 W - 10 W
- Druk de plafonnier op de door de
pijl aangegeven punten los en
verwijder hem.
- Open het beschermplaatje.
- Druk de twee contacten uit elkaar en
vervang de lamp.
- Controleer of de nieuwe lamp goed
tussen de contacten vastzit.
- Sluit het beschermplaatje.
- Breng de plafonnier aan en controleer
of hij goed vastzit.
PARKEERLICHTEN ZIJKANT
Type A, W5W - 5W
- Volgens uitvoering (bestelwagen
type L4), draai de twee bouten los met
de bijgeleverde schroevendraaier.
- Trek de lamphouder los uit de
borgnokjes.
- Trek de lamp los en vervang hem.
Page 154 of 184

152
Lamp vervangen
ACHTERLICHTEN
Raadpleeg voor meer informatie over de
lampen, het overzicht "Typen lampen".
- Verwijder de twee bevestigingsmoeren.
- Trek aan de buitenzijde de lampunit los.
- Draai de drie schroeven los met de
bijgeleverde schroevendraaier (onder
de passagiersstoel vóór) en neem de
lamphouder los.
- Druk de defecte lamp iets in en draai
hem linksom om hem te verwijderen.
- Vervang de lamp.
1. Remlichten/achterlichten
Type B, P21/5W - 5W
Type B, P21W - 21W
- Draai de twee bouten los.
- Verwijder de lamp.
- Druk de twee borglippen uit elkaaren
verwijder de lamphouder.
- Druk de defecte lamp iets in en
draaihem linksom om hem te
verwijderen.
- Vervang de lamp.
2. Richtingaanwijzers
Type B, PY21W - 21W
3. Achteruitrijlichten
Type B, P21W - 21W
4. Mistachterlicht
Type B, P21W - 21W
- Bepaal de plaats van de defecte lampen
en open de achterdeuren.
- Neem de stekker los.
KENTEKENPLAATVERLICHTING
Type A, C5W - 5W
- Druk het lampglas op het door de pijl
aangegeven punt los en verwijder het.
- Druk de twee contacten uit elkaar en
vervang de lamp.
- Controleer of de nieuwe lamp goed
tussen de contacten vastzit.
- Breng het lampglas aan en druk het aan
de bovenzijde vast.
Page 155 of 184

153
SNEL WEER OP WE
G
8
Zekering vervangen
De drie zekeringkasten bevinden zich in het
dashboard aan bestuurderszijde, in de stijl
aan passagierszijde en in de motorruimte.
De weergegeven zekeringen betreffen alleen
die zekeringen die door de gebruiker kunnen
worden vervangen. Raadpleeg voor alle
overige werkzaamheden het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient
u eerst de oorzaak van de storing op te
sporen en te (laten) verhelpen. De nummers
van de zekeringen zijn aangegeven op de
zekeringkast.
Vervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte.
ZEKERINGEN VERVANGEN
PEUGEOT is niet aansprakelijk
voor kosten die voortvloeien uit
storingen veroorzaakt door het monteren
van extra accessoires die niet door
PEUGEOT aanbevolen en geleverd
worden, of door voorzieningen die niet
volgens de voorschriften van PEUGEOT
zijn gemonteerd. Dit geldt met name voor
apparatuur met een totaal stroomverbruik
van meer dan 10 milliampère.
Goed
Defect
Voor professionele autobedrijven:
raadpleeg voor een compleet overzicht
van de zekeringen en de relais, de schema's
van de "Methodes" via het Netwerk.
Page 156 of 184

154
Zekering vervangen
ZEKERINGEN DASHBOARD (BESTUURDERSZIJDE)
- Verwijder de schroeven en kantel de zekeringkast omlaag om bij de zekeringen te komen.
Zekering
A (Ampère)
Functie
12
7,5
Dimlicht rechts
13
7,5
Dimlicht links
31
5
Voeding relais
32
7,5
Verlichting plafonnier
33
20
Sensor accu
34
20
Interieurverlichting minibus - alarmknipperlichten
36
10
Autoradio - Diagnoseaansluiting - Sirene alarm - Bediening programmeerbare standkachel - Bediening
airconditioning - Tachograaf - Accu
37
7,5
Remlichtschakelaar - Derde remlicht - Instrumentenpaneel
38
20
Bediening centrale vergrendeling
42
5
Elektronische eenheid en sensor ABS - Sensor ASR - Sensor ESP - Remlichtschakelaar
43
20
Motor ruitenwissers vóór
47
20
Motor ruitbediening bestuurderszijde
48
20
Motor ruitbediening passagierszijde
49
5
Autoradio - Schakelaars cockpit
50
7,5
Elektronische eenheid airbags en gordelspanners
51
5
Tachograaf - Snelheidsregelaar - Bediening airconditioning - Achteruitrijlichten - Sensor water in brandstof
(diesel)
53
7,5
Instrumentenpaneel
89
-
Niet gebruikt
90
7,5
Grootlicht links
91
7,5
Grootlicht rechts
92
7,5
Mistlamp links
93
7,5
Mistlamp rechts
Page 157 of 184
SNEL WEER OP WE
G
8
Zekering vervangen
Zekering
A (Ampère)
Functie
54
-
Niet gebruikt
55
15
Stoelverwarming
56
15
12 V-aansluiting
57
10
Programmeerbare standkachel
58
15
Achterruitverwarming (links)
59
15
Achterruitverwarming (rechts)
60
-
Niet gebruikt
61
-
Niet gebruikt
62
-
Niet gebruikt
63
10
Schakelaar standkachel
64
-
Niet gebruikt
65
30
Aanjager programmeerbare standkachel
ZEKERINGEN STIJLPASSAGIERSZIJDE
- Maak het deksel los.
Sluit het deksel na de werkzaamheden
zorgvuldig.
Page 158 of 184
156
Zekering vervangen
ZEKERINGEN MOTORRUIMTE
- Verwijder de schroeven en kantel de
zekeringkast omlaag om bij de zekeringen
te komen.
Zekering
A (Ampère)
Functie
1
40
Voeding pomp ABS
2
50
Elektronische eenheid voorgloeien (diesel)
3
30
Contactslot
4
30
Pomp koplampsproeiers
8
40
Motorventilateurgroep interieur
9
15
12 V-aansluiting achter
10
15
Claxon
14
15
12 V-aansluiting voor
15
10
Aansteker
20
30
Pomp ruitensproeiers
21
15
Voeding brandstofpomp
24
15
Externe voeding voor ambulance - Spiegels
30
15
Ontwaseming
Page 159 of 184
157
SNEL WEER OP WE
G
8
Ruitenwisserblad vervangen
RUITENWISSERBLAD
VERVANGEN
Voor een gemakkelijke toegang tot de
ruitenwissers en de ruitensproeierkoppen
kunt u in de uitsparingen van de voorbumper
gaan staan. Vervangen van een wisserbladvóór
Til de ruitenwisserarm op.
Maak het wisserblad los door de knop in
te drukken en verwijder het door het naar
buiten te trekken.
Monteer het nieuwe wisserblad en controleer
of deze goed vastzit.
Zet de ruitenwisserarm terug.
Vervangen van het wisserbladachter
Til de ruitenwisserarm op, maak de clip los
en verwijder het wisserblad.
Monteer het nieuwe wisserblad en zet de
ruitenwisserarm terug.
Zet het contact aan en bedien de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.
Controleer of de ruitensproeierkoppen niet
verstopt zitten.
Page 160 of 184
158
Slepen van uw auto
SLEPEN VAN UW AUTO
Zonder takelen
(4 wielen op de grond)
Gebruik hiervoor altijd een sleepstang.
Aan de achterzijde
Maak de sleepstang vast aan het vaste
sleepoog onder de bumper.
Aan de voorzijde
Het afneembare sleepoog bevindt zich in de
ruimte onder de stoel van de voorpassagier.
Maak het klepje los met behulp van
bijvoorbeeld een platte schroevendraaier.
Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
Plaats de versnellingshendel in de
neutraalstand. Als dit voorschrift niet wordt
nageleefd, kan dit leiden tot schade aan
bepaalde onderdelen van het remsysteem
en het ontbreken van rembekrachtiging na
het starten van de motor.
Getakeld (2 wielen op de grond)
Het professioneel takelen van de auto geniet
de voorkeur.
Bij het slepen van de auto
met stilstaande motor zijn de
rembekrachtiging en stuurbekrachtiging
uitgeschakeld.