Page 49 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-8
6
Aanbrengen van het paneel1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de busjes en bou-
ten aan.
2. Breng het zadel aan.
Paneel B
Verwijderen van het paneel1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-13.)
2. Verwijder de bout en verwijder dan het
paneel zoals afgebeeld.Aanbrengen van het paneel
1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de bout aan.
2. Breng het zadel aan.Paneel C
Verwijderen van het paneel
1. Verwijder de bouten.
2. Til de onderzijde van het paneel iets
op en schuif het paneel dan naar vo-
ren.
Aanbrengen van het paneelPlaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bouten aan.
1. Bout
2. Paneel B
12
1. Paneel C
2. Bout
12
2
U32DD4D0.book Page 8 Monday, December 14, 2009 1:43 PM
Page 50 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
6
Paneel D
Verwijderen van het paneel1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-13.)
2. Verwijder de bout en de onderlegring
en verwijder dan het paneel zoals af-
gebeeld.Aanbrengen van het paneel
1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de onderlegring
en de bout aan.
2. Breng het zadel aan.
DAU48340
Bougie controleren De bougie is een belangrijk motoronderdeel
dat periodiek moet worden gecontroleerd,
bij voorkeur door een Yamaha dealer. Om-
dat bougies door verhitting en neerslag al-
tijd langzaam slijten, moet de bougie
worden verwijderd en gecontroleerd op de
tijden genoemd in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Bovendien kan aan
het uiterlijk van de bougie de conditie van
de motor worden afgelezen.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
de machine wordt gereden). Wanneer de
bougie een heel andere kleur vertoont,
werkt de motor mogelijk niet naar behoren.
Probeer dergelijke problemen niet zelf vast
te stellen. Laat in plaats daarvan uw machi-
ne nakijken door een Yamaha dealer.
Vervang de bougie als de elektroden blijken
te zijn afgesleten en als overmatige kool-
aanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
1. Bout
2. Ring
3. Paneel D
3
2
1
Voorgeschreven bougie:
NGK/CR9EK
U32DD4D0.book Page 9 Monday, December 14, 2009 1:43 PM
Page 51 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
6
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slagverder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
LET OP
DCA10840
Gebruik geen gereedschap om de bou-
giedop te verwijderen of aan te brengen,
om de bobinekabel niet te beschadigen.
De bougiedop is mogelijk lastig te ver-
wijderen omdat de rubber afdichting aan
het uiteinde stevig vastzit. Haal de bou-
giedop los door hem heen en weer te
draaien en tegelijkertijd los te trekken;
breng de bougiedop aan door heen en
weer te draaien en tegelijkertijd aan te
drukken.
DAU45143
Motorolie en oliefilterelement Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en het oliefilterelement
worden vervangen volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop. Wanneer
de machine iets schuin staat, kan het
niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot
rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas rechts onder
in het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
1. ElektrodenafstandElektrodenafstand:
0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)
Aanhaalmoment:
Bougie:
13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)11
U32DD4D0.book Page 10 Monday, December 14, 2009 1:43 PM
Page 52 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
6
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie, van de aanbevo-
len soort, bij tot het correcte niveau.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van het oliefilterele-
ment)
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de motor
om de gebruikte olie op te vangen.4. Verwijder de olievuldop en de olieaf-
tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
OPMERKINGSla de stappen 5–8 over als het oliefilterele-
ment niet wordt vervangen.5. Verwijder het oliefilterdeksel door de
bouten te verwijderen.6. Verwijder het oliefilterelement en de o-
ringen.
7. Breng een nieuw oliefilterelement en
nieuwe o-ringen aan.
1. Olievuldop
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
4. Kijkglas olieniveau
1
2
3
4
1. Olieaftapplug
2. Pakking
12
1. Oliefilterdeksel
2. Bevestigingsbout oliefilterdeksel
1. O-ring
2. Oliefilterelement
1
2
1
2
U32DD4D0.book Page 11 Monday, December 14, 2009 1:43 PM
Page 53 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
OPMERKINGZorg dat de o-ringen correct aanliggen.8. Monteer het oliefilterdeksel door de
bouten aan te brengen en zet deze
dan vast met het voorgeschreven aan-
haalmoment.
9. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
10. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motorolie,
breng dan de olievuldop aan en zet
deze vast.
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.LET OP
DCA11620
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
11. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
12. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.LET OP
DCA11231
Controleer na het verversen van de olie
de oliedruk zoals hieronder beschreven.
Draai de ontluchtingsbout los.
Start de motor en houd deze statio-
nair draaiend totdat er olie uitloopt.
Als er na één minuut geen olie uit-
loopt, zet de motor dan direct uit om
te voorkomen dat de motor vast-
loopt. Als dit zich voordoet, vraag
dan een Yamaha-dealer het voer-
tuig te repareren.
Na het controleren van de oliedruk
zet u de ontluchtingsbout vast met
het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
Aanhaalmoment:
Bevestigingsbout oliefilterdeksel:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
20 Nm (2.0 m·kgf, 14 ft·lbf)
Aanbevolen olie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder vervanging van het oliefilte-
relement:
1.30 L (1.37 US qt, 1.14 Imp.qt)
Met vervanging van het oliefilterele-
ment:
1.40 L (1.48 US qt, 1.23 Imp.qt)
U32DD4D0.book Page 12 Monday, December 14, 2009 1:43 PM
Page 54 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
DAU20070
Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU20253
Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschillen zijn namelijk
van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
3. Als de koelvloeistof bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan paneel C (Zie pa-
gina 6-7.), verwijder de reservoirdop,
vul koelvloeistof bij tot de merkstreep
voor maximumniveau en breng de re-
servoirdop en het paneel weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijder alleen
de dop van het koelvloeistofreser-
voir. Probeer nooit om de radiator-
vuldop te verwijderen als de motor
koud is.
[DWA15161]
LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezig is, gebruik
dan in plaats daarvan gedistilleerd
water of onthard leidingwater. Ge-
bruik geen hard water of zout water,
dit is schadelijk voor de motor. Als
er in plaats van koelvloeistof water
is gebruikt, vervang dit dan zo snel
1. OntluchtingsplugAanhaalmoment:
Ontluchtingsplug:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
1
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
1
2
U32DD4D0.book Page 13 Monday, December 14, 2009 1:43 PM
Page 55 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-14
6
mogelijk door koelvloeistof, anders
is het systeem niet beschermd te-
gen vorst en corrosie. Als er water
aan de koelvloeistof is toegevoegd,
laat dan een Yamaha dealer zo snel
mogelijk het antivriesgehalte van
de koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
de koelvloeistof afneemt.
[DCA10472]
DAU45155
Om de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.2. Verwijder de panelen A en C. (Zie pa-
gina 6-7.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Verwijder de borgbout voor de radia-
torvuldop en de vuldop zelf.
WAARSCHUWING! Probeer nooit
om de radiatorvuldop te verwijde-
ren als de motor warm is.
[DWA10381]
5. Verwijder het koelvloeistofreservoir
door de bouten los te halen.6. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir.
7. Tap de koelvloeistof uit het reservoir af
door het reservoir om te keren.
1. Dop koelvloeistofreservoirInhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1
1. Radiatorvuldop
2. Borgbout radiatorvuldop
2 1
1. Bout
2. Koelvloeistofreservoir
1. Dop koelvloeistofreservoir
12
1
U32DD4D0.book Page 14 Monday, December 14, 2009 1:43 PM
Page 56 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
6
8. Monteer het koelvloeistofreservoir
door dit in de oorspronkelijke stand te
plaatsen en dan de bouten aan te
brengen.
9. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof en de pakking om het koelsys-
teem af te tappen.
10. Spoel het koelsysteem nadat alle koel-
vloeistof is uitgestroomd grondig door
met schoon leidingwater.
11. Monteer de aftapplug voor koelvloei-
stof met een nieuwe pakking en zet de
plug dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.12. Giet de voorgeschreven hoeveelheid
van de gespecificeerde koelvloeistof in
de koelvloeistofradiator en in het re-
servoir.
13. Breng de dop van het koelvloeistofre-
servoir aan.
14. Breng de radiatorvuldop weer aan.
15. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten stationair draaien en zet hem
dan uit.
16. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig koelvloei-
stof bij totdat het niveau bovenin de
koelvloeistofradiator staat en breng
dan de radiatorvuldop en zijn borgbout
aan.17. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir. Verwijder indien nodig
de dop van het koelvloeistofreservoir,
vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de dop weer aan.
18. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
19. Monteer de panelen.1. Aftapplug koelvloeistof
2. PakkingAanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
12
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Inhoud radiator (inclusief alle leidin-
gen):
0.90 L (0.95 US qt, 0.79 Imp.qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
U32DD4D0.book Page 15 Monday, December 14, 2009 1:43 PM