127
Bij een flankbotsing verwerkt een
elektronische regeleenheid de signa-
len van de vertragingssensor en laat,
als dat nodig is, het kussen opblazen.
Het kussen wordt zeer snel opgebla-
zen en vormt dan een bescherming
tussen het lichaam van de inzittende
en de zijkant van de auto. Het kussen
loopt onmiddellijk leeg.
Bij lichte flankbotsingen (waarbij de
werking van de veiligheidsgordel vol-
doende is) worden de airbags niet ge-
activeerd.De zij-airbags vervangen de veilig-
heidsgordels niet, maar zijn een aan-
vulling op de gordels; draag dus altijd
gordels. Dit is bovendien wettelijk
verplicht in Europa en in veel landen
buiten Europa.
De zij-airbags worden niet uitge-
schakeld m.b.v. de sleutelschakelaar
voor het uitschakelen van de fron-
tairbag aan passagierszijde, zoals in
de voorgaande paragraaf is beschre-
ven. Op deze wijze wordt bij een
flankbotsing bescherming geboden,
ook als eventueel een kind wordt ver-
voerd.
BELANGRIJKDe front- en/of zij-
airbags kunnen inschakelen als de
auto wordt blootgesteld aan krachtige
stoten of een ongeval tegen de onder-
zijde van de auto, zoals krachtige sto-
ten tegen verkeersdrempels, stoep-
randen, vaste obstakels op het wegdek
of als de auto terecht komt in grote
gaten of verzakkingen in de weg.BELANGRIJKAls de airbag in wer-
king treedt, ontsnapt een beetje rook.
Deze rook is niet schadelijk en duidt
niet op brand; bovendien kan het op-
pervlak van het opgeblazen kussen en
het interieur van de auto bedekt zijn
met een laagje poeder: dit poeder kan
de huid en de ogen irriteren. Als
u hiermee in aanraking bent geko-
men, moet u zich met neutrale zeep
en water wassen.
De airbag is 14 jaar geldig wat be-
treft de pyrotechnische lading en
10 jaar wat betreft het spiraalmecha-
nisme. Wend u, als deze vervaldatum
bijna is bereikt, tot de Lancia-dealer.
066-134 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:29 Pagina 127
130
De airbag vervangt de
veiligheidsgordel niet,
maar ondersteunt de wer-
king van de gordel. Omdat de air-
bags niet worden geactiveerd bij
frontale botsingen bij lage snel-
heid, bij flankbotsingen, aanrij-
dingen van achteren of over de kop
slaan, worden de inzittenden on-
der deze omstandigheden alleen
beschermd door een gordel, die
dan ook altijd omgelegd moet zijn.
De airbags schakelen in
bij zwaardere botsingen
dan de gordelspanners. Bij
aanrijdingen die tussen die twee
drempelwaarden liggen, treden al-
leen de gordelspanners in werking.PARKEERSENSOREN
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De parkeersensoren signaleren en ge-
ven aan de bestuurder door dat er een
obstakel aanwezig is achter de auto.
Het is een betrouwbaar hulpmiddel
voor het signaleren van afzettingen,
muurtjes, paaltjes, bloembakken en
soortgelijke voorwerpen en eventuele
kinderen die zich achter de auto be-
vinden.
Met de vier sensoren in de bumper
(fig. 162) kan het systeem de afstand
vaststellen tussen de auto en het even-
tuele obstakel; als de achteruit wordt
ingeschakeld, wordt het systeem au-
tomatisch ingeschakeld en klinkt een
geluidssignaal („pieptoon”).De bestuurder wordt met een repe-
terend geluidssignaal geattendeerd op
een obstakel; als de afstand tot het
obstakel kleiner wordt, neemt de fre-
quentie van het signaal toe.
Het geluidssignaal wordt een con-
tinu signaal als de afstand tussen de
auto en het obstakel kleiner wordt
dan ongeveer 25 cm.
Het geluidssignaal stopt onmiddel-
lijk als de afstand tot het obstakel toe-
neemt. De frequentie van het geluids-
signaal blijft constant als de gemeten
afstand ongewijzigd blijft.
Als de auto is uitgerust met het infot-
elematica-systeem CONNECT Nav+,
wordt het geluidssignaal van de par-
keersensor geïntegreerd met de grafi-
sche informatie op het kleurendisplay.
fig. 162
L0B0023b
066-134 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:29 Pagina 130
131
De verantwoordelijkheid
bij het uitvoeren van par-
keermanoeuvres ligt altijd
bij de bestuurder. Controleer altijd
of in het gebied waarin de manoeu-
vre wordt uitgevoerd zich geen per-
sonen of dieren bevinden. Het sys-
teem moet beschouwd worden als
een hulpmiddel voor de bestuurder;
de bestuurder mag echter nooit de
aandacht laten verslappen tijdens
het uitvoeren van mogelijk gevaar-
lijke manoeuvres, ook als deze bij
lage snelheid worden uitgevoerd.Voor het correct functio-
neren van het systeem is het
noodzakelijk dat de par-
keersensoren in de bumper altijd
vrij zijn van modder, vuil, sneeuw
of ijs.
Wees voorzichtig bij het
reinigen van de parkeer-
sensoren om krassen of
beschadigingen te voorkomen; ge-
bruik geen droge, grove of harde
doek. De sensoren moeten worden
gereinigd met schoon water, waar-
aan eventueel autoshampoo is toe-
gevoegd. In wastunnels waar ge-
bruik wordt gemaakt van stoom of
hogedrukreiniging, moeten de sen-
soren kort worden gereinigd. Houd
hierbij de spuitlans op meer dan
10 cm afstand.WERKING MET AANHANGER
De werking van de parkeersensoren
wordt automatisch onderbroken als
een aanhanger elektrisch op de auto
wordt aangesloten.
De sensoren schakelen automatisch
weer in als de aanhanger wordt afge-
koppeld (door de stekker los te maken).
ALGEMENE OPMERKINGEN
Let tijdens parkeermanoeuvres altijd
zeer goed op obstakels die zich boven
of onder de sensoren kunnen bevin-
den. Obstakels die zich dicht achter
de auto bevinden, kunnen onder be-
paalde omstandigheden niet door het
systeem worden waargenomen en
zouden de auto kunnen beschadigen
of beschadigd kunnen worden.
De door de sensoren verzonden sig-
nalen kunnen wijzigen als de sensoren
zijn beschadigd, vuil zijn door mod-
der, sneeuw of ijs op de sensoren of
door ultrasone systemen (zoals pneu-
matische remsystemen van vrachtwa-
gen of een pneumatische hamer) in de
buurt van de auto.
BELANGRIJKBij een storing in het
systeem, wordt de bestuurder op deze
situatie gewezen met een repeterend
signaal, dat bestaat uit een kort en
een lang geluidssignaal; wend u in dat
geval tot de Lancia-dealer.
Als de sensoren meerdere obstakels
signaleren, dan geeft de regeleenheid
alleen de kleinste afstand weer.
066-134 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:29 Pagina 131
153
Gebruik voor een nood-
start beslist nooit een snel-
lader: hierdoor kunnen de
elektronische systemen, en vooral
de regeleenheden die de ontsteking
en de brandstoftoevoer regelen,
beschadigen.
ROLLEND STARTEN
Probeer auto’s nooit te
starten door ze aan te du-
wen, te slepen of van een
helling af te laten rijden.
Op die wijze kan er onverbrande
brandstof in de katalysator te-
rechtkomen, waardoor deze on-
herstelbaar zal beschadigen. Deze startprocedure mag
alleen worden uitgevoerd
door daartoe opgeleid per-
soneel, omdat onjuiste handelin-
gen vonken kunnen veroorzaken
en de accu onherstelbaar kunnen
beschadigen. De vloeistof in de
accu is giftig en corrosief. Vermijd
het contact met de huid en de ogen.
Kom ook niet dicht bij een accu
met open vuur of een brandende
sigaret en veroorzaak geen vonken:
brand- en ontploffingsgevaar.
Als de motor niet draait,
dan werken de rem- en de
stuurbekrachtiging niet,
waardoor meer kracht nodig is
om het rempedaal en het stuur te
bedienen.
EEN LEKKE BAND
Sommige uitvoeringen (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) zijn voorzien
van bandenspanningssensoren met lo-
kalisatie van het wiel; een lage ban-
denspanning wordt op de volgende
wijze doorgegeven aan de bestuurder:
lager wordende spanning – op het
display van het infotelematica-systeem
CONNECT Nav+ wordt de bijbeho-
rende mededeling weergegeven en er
klinkt een geluidssignaal („
GONG”);
wend u tot de Lancia-dealer.
lekke band– het lampje „STOP”
gaat branden, op het display van het
infotelematica-systeem CONNECT
Nav+ wordt de bijbehorende medede-
ling weergegeven en er klinken 3 ge-
luidssignalen („
GONG”) achter elkaar;
vervang het wiel, zoals hierna wordt
beschreven.
Het systeem kan bovendien een me-
dedeling laten verschijnen als het niet
mogelijk is om de bandenspanning te
meten.
152-182 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:33 Pagina 153
174
Zekeringenkast in dashboardkastje (fig. 36)
1
2
4
5
7
9
10
11
12
14
15
16
17
18
20
22
23
24
2610 A
15 A
15 A
10 A
20 A
30 A
20 A
15 A
10 A
30 A
30 A
5 A
15 A
10 A
10 A
10 A
15 A
15 A
40 AMistachterlicht
Achterruitverwarming
Voeding voor de functies van de hoofdzekeringenhouder
Remlicht links
Spots, sigarenaansteker, dashboardkastjeverlichting, elektrisch dimbare
spiegel in interieur
Ruitenwissers voor, opendak voor
Diagnosestekker, trekhaakstekker
Elektronisch alarm, infotelematica-systeem CONNECT Nav+, schakelaars op
stuur, roetfilter
Buitenverlichting rechts, kentekenverlichting, verlichting bedieningsorganen
klimaatregeling, plafondlampjes (eerste, tweede en derde rij)
Centraal vergrendelen en supervergrendelen
Achterruitsproeier
Voeding airbag door hoofdzekeringenhouder
Remlicht rechts, derde remlicht, remlichten van eventuele aanhanger
Voeding diagnosestekker, rem- en koppelingspedaalschakelaar
Voeding autoradio voor de hoofdzekeringenhouder
Buitenverlichting links, buitenverlichting van eventuele aanhanger
Sirene van diefstalalarm
Voeding parkeersensoren voor hoofdzekeringenhouder
Achterruitverwarming
152-182 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:33 Pagina 174
236
Identificatiegegevens ............. 212
– chassisnummer ................. 214
– identificatieplaatje
carrosserielak ................... 214
– motornummer .................. 212
– typeplaatje met
identificatiegegevens ......... 213
Identificatieplaatje
carrosserielak ...................... 214
Infotelematica-systeem
CONNECT Nav+ ................ 60
Instapverlichting
– lamp vervangen ................ 169
Instrumenten ....................... 54-55
Instrumenten (instellen
lichtintensiteit) .................... 54
Instrumentenpaneel ............. 54-55
– instrumentenpaneelver lichting
regelen ............................. 54
Instrumentenpaneelver-
lichting regelen .................... 54
Interieur (onderhoud) ............ 211
Interieur reinigen ................... 211
Interieuruitrusting .................. 96
Isofix-kinderzitje
(montagevoorbereiding) ...... 51Ken uw auto ........................ 14
Kentekenplaatverlichting
– lamp vervangen ................ 167
Kilometertellerdisplay ............ 58
– dagteller ........................... 58
– olieniveaumeter ................ 58
– onderhoudsindicator ......... 58
Kilometertotaal-
en dagteller ...................... 54-57
Kinderen bewaken ................. 38
Kinderen veilig vervoeren ....... 46
Kinderzitjes ............................ 46
– geschiktheid van de
passagiersstoelen voor het
gebruik van kinderzitjes ... 50
– montagevoorbereiding
voor Isofix-kinderzitje ...... 51
Klaptafeltje ............................ 98
Klimaatregeling ...................... 66
– uitstroomopeningen ....... 67-68
Klimaatregeling, automatisch ...68
– algemeen ............. 68-69-70-71
– bedieningsorganen voor .... 72
– extra bedieningsorganen
achter ............................... 77
– inschakelen ...................... 73– instellingen ....................... 74
– onderhoud ........................ 339
– sensoren ........................... 72
– weergave van storingen .... 78
Koplampen ............................. 114
Koplampen
– automatisch inschakelen ... 80
– Gasontladingslampen
(Xenon) ............................ 114
– hoogteverstelling
koplampen ....................... 115
– koplampen afstellen ......... 115
Koplampsproeiers
– bediening ......................... 208
– vloeistof ............................ 195
Koppeling
– specificaties ...................... 218
Kostenbesparing en
milieubescherming .............. 143
Krik ..........................155-156-157Lades onder voorstoelen ....... 97
Lak
– behoud ............................. 209
Lambdasondes ....................... 4
Lampen (vervangen) .............. 159
– achterlichtunits ................ 166
233-244 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:42 Pagina 236
238
Ongeval (bij een) .................... 182
– als er gewonden zijn ......... 182
– verbandtrommel ............... 182
Opbergvak .......................... 97-98
Opbergvakken...................... 97-98
Opendaken ............................. 107
– ont-/vergrendelen ....... 107-108
Opkrikken van de auto .......... 179
– met de krik ...................... 179
– met een hefbrug of
de werkplaatskrik ...... 179-180
Oxidatiekatalysator ................ 5
Parkeersensoren ................... 130
– trekken van aanhangers ... 131
– voorzorgsmaatregelen ....... 131
Parkeren ................................ 137
Plafondlampje in het
midden en achter ................ 102
– lampen vervangen ............ 168
Plafondverlichting voor .......... 102
– lampen vervangen ............ 168
Pollenfilter ...................... 189-198
– onderhoud ................. 185-187
Prestaties ................................ 224
Regensensor ...................... 82-83
Rem- en koppelingsvloeistof ... 196Remlichten ............................. 166
– derde remlicht .................. 167
Remmen
– technische gegevens .......... 218
– vloeistofniveau ................. 196
Richtingaanwijzers
– bediening ......................... 82
– lamp richtingaanwijzer
zijkant vervangen ............. 165
– lamp voor vervangen ........ 164
– type .................................. 161
Richtingaanwijzers
– bediening ......................... 82
– lamp richtingaanwijzer
zijkant vervangen ............. 165
– lamp voor vervangen ........ 164
Rubber slangen (onderhoud) ... 205
Ruitbediening, elektrisch ........ 104
–
anti-beklemmingsfunctie... 104
– bedieningsorganen
op bestuurdersportier ....... 105
– bedieningsorganen
op passagiersportier .......... 106
– bedieningsorganen
op schuifdeuren ................ 106
Ruiten achter openen/sluiten... 106Ruiten achter
– uitzetbaar ......................... 106
Ruiten
– reinigen ............................ 210
Ruitensproeiers (onderhoud) ... 207
Ruitensproeiers
– bediening ......................... 84
– vloeistof ............................ 195
Ruitensproeiervloeistof
(voor/achter/koplampen) .... 195
Ruitenwisserbladen
– verwisselen .................. 82-206
Ruitenwissers voor
– bediening ......................... 82
– ruitensproeiers
(onderhoud) ..................... 207
– vervangen .................... 82-206
Schuifdeuren
– ont-/vergrendelen .......... 24-25
Sensor automatische koplampen
(schemersensor) .................. 80
– bediening ......................... 80
Signalen voor een correct
gebruik van uw auto ........... 8
Slepen van de auto ................. 180
233-244 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:42 Pagina 238