INLEIDINGGefeliciteerd met uw keuze voor een nieuwe
auto van het merk Chrysler. U kunt er zeker van
zijn dat uw auto staat voor vakmanschap en
precisie, exclusieve styling en de hoogwaar-
dige kwaliteit waarvoor onze auto’s zo ver-
maard zijn.
Dit is een speciaal voertuig dat geschikt is voor
tal van ondergronden en toepassingen die met
tweewielaangedreven voertuigen niet mogelijk
zijn. De auto rijdt en manoeuvreert anders dan
een normale personenauto - zowel op de nor-
male weg als off-road. Neem dus de nodige tijd
om aan deze auto te wennen.
Vóór u met deze auto gaat rijden, moet u dit
instructieboekje en alle bijvoegsels goed lezen.
U moet goed bekend zijn met de bediening van
de auto, vooral met de remmen, de stuurinrich-
ting en het schakelen. Leer hoe uw auto zich
gedraagt op verschillende soorten wegen. Uw
rijvaardigheid zal verbeteren als u meer erva-
ring heeft, maar voor ieder voertuig geldt dat u
in het begin zeer voorzichtig moet zijn. Wan-
neer u off-road (op het terrein) rijdt, mag u de
auto niet overbeladen. De auto kan ook dewetten van de natuur niet omzeilen. Houd altijd
de plaatselijk geldende regels in acht, waar u
ook rijdt.
Net als bij andere auto’s van dit type, kunt u de
macht over het stuur verliezen of een aanrijding
veroorzaken als u de auto niet op de juiste wijze
bedient. Raadpleeg voor meer informatie de
“Tips voor het rijden op de weg” en de “Tips
voor het off-road rijden” in
Starten en rijden .
OPMERKING:
Na het lezen van de handleiding is het raad-
zaam deze op een gemakkelijk bereikbare
plaats in de auto te bewaren. Zorg er ook
voor dat de handleiding in de auto aanwezig
is als u de auto verkoopt, zodat de nieuwe
eigenaar kennis kan nemen van de veilig-
heidsvoorschriften.
Als u de auto niet op de juiste wijze bedient,
kunt u de macht over het stuur verliezen of een
aanrijding veroorzaken.
Als u de auto met te hoge snelheid of onder
invloed bestuurt, kan het gevolg zijn dat u de
macht over het stuur verliest, een aanrijding
veroorzaakt met een ander voertuig of voor-
werp, dat u van de weg af raakt, of over de kop gaat. Al deze situaties kunnen leiden tot ernstig
of zelfs dodelijk letsel. Als de veiligheidsgor-
dels niet worden gebruikt, staan de bestuurder
en de passagiers bloot aan een grotere kans
op verwondingen, mogelijk met dodelijke af-
loop.
Om uw auto in optimale conditie te houden,
raden wij u aan de auto op de aanbevolen
tijdstippen te laten nakijken door een erkende
dealer of distributeur. Hij heeft speciaal opge-
leid personeel, speciaal gereedschap en de
nodige uitrusting om alle onderhoudstaken uit
te voeren.
De fabrikant en zijn dealers willen immers dat u
volkomen tevreden bent met uw auto. Wanneer
een probleem inzake onderhoud of garantie
niet tot uw tevredenheid is opgelost, kunt u de
zaak altijd bespreken met de directie van uw
erkende dealer of distributeur.
Uw erkende dealer of distributeur zal u graag
helpen bij alle vragen met betrekking tot uw
auto.
4
WAARSCHUWING VOOR OVER DE
KOP SLAAN
Terreinwagens slaan aanzienlijk vaker over de
kop dan andere autotypen. Deze auto heeft
een hogere bodemspeling, een hoger zwaarte-
punt dan de meeste personenauto’s. Een ter-
reinwagen kan beter presteren op heel wat
verschillende soorten terrein. Wanneer u onvei-
lig of onvoorzichtig rijdt, kan elke auto onbe-
stuurbaar worden. Vanwege het hogere zwaar-
tepunt kan deze auto over de kop slaan als de
bestuurder de controle verliest, terwijl andere
auto’s dit in dezelfde situatie niet doen.
Probeer daarom geen scherpe bochten te ma-
ken of plotselinge manoeuvres of andere onvei-
lige handelingen uit te voeren waardoor u de
controle over het stuur kunt verliezen. Als u
onveilig rijdt met deze auto, kunt u een aanrij-
ding veroorzaken, kan de auto over de kop
slaan en kan ernstig of dodelijk letsel ontstaan.
Rij voorzichtig.Het niet aangespen van de veiligheidsgor-
dels aan de bestuurders- en passagiers-
zijde,
is een belangrijke oorzaak van ernstig of
dodelijk letsel. Als de auto over de kop slaat,
zal een inzittende zonder veiligheidsgordel
veel eerder verongelukken dan een inzittende
die wel een gordel draagt. Draag altijd een
veiligheidsgordel.
BELANGRIJKE OPMERKINGAL HET MATERIAAL IN DEZE UITGAVE IS
GEBASEERD OP DE NIEUWSTE INFORMATIE
DIE BESCHIKBAAR WAS OP HET MOMENT
VAN GOEDKEURING. HET RECHT OM OP ENIG MOMENT HERZIENINGEN TE PUBLICE-
REN IS VOORBEHOUDEN.
Deze handleiding is samengesteld in samen-
werking met specialisten op het gebied van
autotechniek en -onderhoud, om u kennis te
laten maken met de werking en het onderhoud
van uw nieuwe auto. U ontvangt ook een
boekje met informatie over de garantie en nog
enkele documenten die voor de klant zijn be-
doeld. Lees deze informatie zorgvuldig door.
Als u de instructies en raadgevingen in deze
handleiding opvolgt, zult u uw auto veilig en
met veel plezier kunnen gebruiken.
Nadat u de gebruikershandeiding hebt gele-
zen, moet deze worden bewaard op een ge-
makkelijk te bereiken plaats in de auto. Bij
verkoop van de auto moet de handleiding
aanwezig zijn in de auto.
De fabrikant behoudt zich het recht voor om
veranderingen aan te brengen in het ontwerp
en in de specificaties, en/of toevoegingen of
verbeteringen aan de producten aan te bren-
gen, zonder dat de fabrikant zich daarbij ver-
plicht tot installatie hiervan op eerder gefabri-
ceerde producten.
Waarschuwingslabel voor over de kop slaan
5
Gesp de autogordel altijd aan, ook tijdens korte
ritten, ook al bent u een ervaren bestuurder.
Een andere bestuurder kan fouten maken en
een ongeval veroorzaken waarbij u betrokken
raakt. Dit kan ver van huis gebeuren, maar ook
bij u in de straat.
Onderzoek heeft aangetoond dat autogordels
levens redden en bij ongevallen de zwaarte
van letsels kunnen verminderen. Zeer ernstig
letsel komt voor als personen uit de auto wor-
den geslingerd. Autogordels voorkomen dit en
verminderen de kans op letsel door aanraking
met de binnenkant van de auto. Iedere inzit-
tende van een motorvoertuig hoort te allen tijde
een autogordel te dragen.
DriepuntsgordelsAlle zitplaatsen in uw auto zijn uitgerust met
driepuntsgordels. Het rolmechanisme van de
autogordels blokkeert alleen bij zeer abrupt
stoppen of ongevallen. Daardoor kan het
schoudergedeelte van de gordel onder nor-
male omstandigheden vrij bewegen. Bij onge-
vallen zal de gordel echter blokkeren en het
risico verkleinen dat u hard in aanraking komt
met het interieur van de auto of uit de auto
wordt geslingerd.
WAARSCHUWING!
•Het foutief gebruik van de autogordel is
gevaarlijk. Autogordels zijn zo ontworpen
dat ze over het zwaardere beendergestel
van het lichaam heen gedragen worden.
Dit zijn de sterkste lichaamsdelen, die het
beste in staat zijn om de vrijkomende
krachten bij een ongeval op te vangen. Als
uw autogordel niet op de juiste plaatsen om
uw lichaam sluit, kan bij ongevallen de
zwaarte van uw letsel aanmerkelijk toene-
men. U kunt inwendig letsel oplopen of
gedeeltelijk onder de autogordel vandaan
glijden. Volg deze instructies om uw auto-
gordel veilig te dragen en uw passagiers te
beschermen.
(Vervolgd)WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Twee inzittenden mogen nooit tegelijkertijd
van één enkele autogordel gebruikmaken.
Deze twee personen kunnen tijdens een
ongeval met een klap tegen elkaar komen
en elkaar zo ernstig verwonden. Gebruik
nooit een driepuntsgordel of een heupgor-
del voor meer dan één persoon, ook niet
samen met kleine kinderen.
• Het is gevaarlijk om tijdens het rijden per-
sonen te vervoeren in de bagageruimte,
zowel binnen als buiten de auto. Bij een
ongeval lopen personen in de bagage-
ruimte een groter risico op ernstig of dode-
lijk letsel.
• Vervoer geen personen in een ruimte van
de auto die niet is voorzien van stoelen en
autogordels.
• Zorg dat iedereen in uw auto een stoel
heeft en de autogordel op de juiste wijze
heeft omgedaan.
31
Gebruiksinstructies voor
driepuntsgordels
1. Stap in de auto en sluit het portier. Ga
achterover zitten en stel de stoel in.
2. De gesp van de autogordel bevindt zich
boven de rugleuning van uw stoel. Pak de
gordelgesp en trek de autogordel uit. Schuif de
gesp zo ver als nodig is over de gordelband,
zodat de autogordel over uw heupen valt.
3. Wanneer de gordel lang genoeg is, plaatst u
de gesp in de gespsluiting tot u een ’klik’ hoort.
WAARSCHUWING!
•Een autogordel waarvan de gesp in de
verkeerde sluiting is bevestigd, biedt onvol-
doende bescherming. Het heupgedeelte
valt dan mogelijk te hoog over uw lichaam,
waardoor inwendig letsel kan worden ver-
oorzaakt. Gesp uw autogordel altijd vast in
de sluiting pal naast u.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Een te losse autogordel biedt onvoldoende
bescherming. Tijdens een noodstop kunt u
te ver naar voren bewegen, zodat er een
grotere kans is op letsel. Zorg dat de auto-
gordel nauw aansluit.
• Het is gevaarlijk een autogordel onder de
arm door te dragen. Uw lichaam kan bij een
ongeval hard in aanraking komen met het
interieur van de auto, waardoor het risico
van hoofd- en nekletsel toeneemt. Een
gordel die onder de arm wordt gedragen,
kan inwendig letsel veroorzaken. De rib-
benkast is niet zo sterk als de schouders.
Draag de gordel altijd over uw schouder,
zodat het sterkste beendergestel van uw
lichaam de kracht absorbeert bij een aan-
rijding.
(Vervolgd)
Gesp
Gesp in sluiting
32
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Een schoudergordel die achter uw rug is
geplaatst, biedt geen enkele bescherming
bij een ongeval. Als u de schoudergordel
niet draagt, zult u bij een aanrijding gemak-
kelijk hoofdletsel oplopen. Het heup- en
schoudergedeelte van de gordel behoren
samen te worden gebruikt.
4. Leg de heupgordel over uw dijen, onder de
buik. Om een losse heupgordel strak te trek-
ken, moet u het schoudergedeelte van de
gordel aantrekken. Om een te strakke heupgor-
del losser te maken, kantelt u de gesp en trekt
u aan de heupgordel. Een nauw aansluitende
autogordel verkleint het risico dat u onder de
gordel doorglijdt bij een ongeval.WAARSCHUWING!
• Een heupgordel die te hoog wordt gedra-
gen, kan het risico van letsel bij een onge-
val vergroten. De krachten op de gordel
worden dan niet opgenomen via de sterke
heupbeenderen en het bekken, maar via
de buik. Draag altijd de heupgordel zo laag
mogelijk en zorg dat de gordel nauw aan-
sluit.
• Een gedraaid zittende gordel kan u niet de
juiste bescherming bieden. Bij een aanrij-
ding kan de gordel dan zelfs snijwonden
veroorzaken. Controleer of de gordel recht
loopt. Als u een van de gordels in uw auto
niet meer recht krijgt, dient u onmiddellijk
naar uw erkende dealer te gaan om het
euvel te laten verhelpen.
5. Haal de schoudergordel zo over uw borst-
kas dat deze comfortabel zit en niet tegen de
hals rust. De rolautomaat spant de gordel au-
tomatisch aan. 6. Om de gordel los te maken drukt u op de
rode knop op de gespsluiting. De gordel rolt
automatisch op tot de beginpositie. Zo nodig
schuift u de gesp terug over de gordel om deze
volledig te laten oprollen.
Losse gordel straktrekken
33
WAARSCHUWING!
Een gerafelde of gedraaid zittende gordel kan
bij een ongeval scheuren, waardoor u niet
langer beschermd bent. Controleer de auto-
gordels van tijd tot tijd op scheuren, rafels en
losse delen. Laat beschadigde onderdelen
direct vervangen. Probeer niet zelf de gordels
aan te passen of uit elkaar te halen. Autogor-
dels moeten na een aanrijding direct worden
vervangen als beschadigingen zijn ontstaan
(sluiting of gesp verbogen, scheurtjes en ra-
fels, enz.).
Corrigeren van gedraaide
driepuntsgordel
Gebruik de volgende methode om een ge-
draaide driepuntsgordel te ontwarren.
1. Breng de gordelgesp zo dicht mogelijk naar
het ankerpunt toe.2. Pak de gordelband op ongeveer 15 tot
30 cm boven de gesp vast en draai deze 180°
om een vouw te maken die direct boven de
gesp begint.
3. Schuif de gesp naar boven over de dubbel-
gevouwen gordel. Het gevouwen gordelge-
deelte moet door de sleuf gaan aan de boven-
zijde van de gesp.
4. Schuif de gesp verder naar boven tot het
gevouwen gordelgedeelte vrijkomt.
Verstelbaar ankerpunt
schoudergordel
Bij de voorste zitplaatsen kunt u het ankerpunt
van de schoudergordel naar beneden of naar
boven toe verstellen, zodat de gordel niet over
uw hals loopt. Druk op de knop op het anker-
punt om het ankerpunt te ontgrendelen en
beweeg het dan naar boven of naar beneden
om de optimale positie te zoeken.
Als u minder lang bent dan gemiddeld, zult u
een lagere stand gebruiken. Als u langer bent
dan gemiddeld, zult u een hogere stand ge-
bruiken. Nadat u de knop hebt losgelaten,
controleert u of het ankerpunt van de schou-
dergordel is vergrendeld door het ankerpunt
van de schoudergordel naar beneden te trek-
ken totdat het in de juiste stand vergrendelt.
Bevestiging schoudergordel afstellen
34
OPMERKING:
Het verstelbare ankerpunt van de schouder-
gordel beschikt over een Easy Up-functie.
Met deze functie kan het ankerpunt van de
schoudergordel naar boven worden versteld
zonder dat de ontgrendelknop hoeft te wor-
den ingedrukt. Om te controleren of het
ankerpunt van de schoudergordel is ver-
grendeld, trekt u het ankerpunt van de
schoudergordel naar beneden totdat het is
vergrendeld.
Op de achterbank moet u meer naar het mid-
den van de stoel gaan zitten om de gordel niet
langs de nek te laten lopen.
SpankrachtbegrenzerIn deze auto is het autogordelsysteem voor de
voorste zitplaatsen voorzien van een span-
krachtbegrenzer, die bij frontale botsingen
helpt om het risico van letsel verder te verla-
gen.
Dit autogordelsysteem heeft een rolautomaat
die de gordelband op een gecontroleerde ma-
nier afwikkelt. Deze functie is bedoeld om de
kracht te verminderen die de gordel op de
borstkas van de inzittende uitoefent.
WAARSCHUWING!
•Laat de gordel en de rolautomaat vervan-
gen als de automatische rolvergrendeling
of een andere autogordelfunctie niet cor-
rect werkt bij een controle volgens de pro-
cedures in de werkplaatshandleiding.
• Als u de gordel en rolautomaat niet laat
vervangen wanneer dit nodig is, kan het
risico van letsel bij ongevallen hoger wor-
den.
Functie vergrendelautomaten
(ALR) – indien aanwezig
Deze functie zorgt dat de schoudergordel au-
tomatisch in een van te voren ingestelde positie
vergrendelt. De rolautomaat spant de schou-
dergordel nog wel automatisch aan. De auto-
matische vergrendelfunctie is beschikbaar op
alle passagierszitplaatsen met een driepunts-
gordel. Wanneer gebruikt u de automatische
rolvergrendeling
Gebruik altijd de automatische rolvergrende-
ling als een kinderzitje is aangebracht op een
zitplaats die is voorzien van een gordel met dit
systeem. Kinderen van 12 jaar en jonger moe-
ten altijd goed vastgegespt op de achterbank
worden vervoerd.
Hoe gebruikt u de automatische
rolvergrendeling
1. Gesp de driepuntsgordel vast.
2. Pak het schoudergedeelte beet en trek om-
laag tot de hele gordel volkomen is uitgerold.
3. Laat de gordel weer terugrollen. Terwijl de
gordel terugrolt hoort u een klikgeluid. Dit geeft
aan dat de automatische rolvergrendeling is
geactiveerd.
Hoe deactiveert u de automatische
rolvergrendeling
Maak de gesp van de heup-/schouderriem los
en laat de gordel helemaal terugrollen om zo
de automatische rolvergrendeling te deactive-
ren en de gewone botsingsafhankelijke ver-
grendeling weer te activeren.
35
Veiligheidsgordels op
passagierszitplaatsen
De veiligheidsgordels op de passagierszit-
plaatsen zijn voorzien van oprolautomaten met
automatische vergrendeling (ALR), die worden
gebruikt voor het veilig bevestigen van een
kinderzitje. RaadpleegInstalleren van kinder-
zitjes met de autogordel in het hoofdstuk Kin-
derzitjes voor meer informatie. In onder-
staande tabel wordt het type voorziening voor
elke zitplaats vermeld.
Bestuur- der Midden Passagier
Eerste rij N.v.t. N.v.t. ALR
Tweede rij ALR ALR ALR Derde rij N.v.t. N.v.t. N.v.t.
• N.v.t. — Niet van toepassing
• ALR — Oprolautomaat met automatische
vergrendeling Als de passagierszitplaats is voorzien van een
ALR en voor normale toepassingen wordt ge-
bruikt:
Trek juist voldoende gordelband uit het oprol-
mechanisme om het middel van de inzittende
comfortabel te kunnen omvatten, zonder de
ALR te activeren. Als de ALR toch wordt geac-
tiveerd, hoort u een ratelend geluid terwijl de
gordelband wordt ingetrokken. Laat in dat ge-
val de gordelband volledig intrekken en trek
vervolgens juist voldoende gordelband uit het
oprolmechanisme om het middel van de inzit-
tende comfortabel te kunnen omvatten. Schuif
de gesp in de sluiting totdat u een ’klik’ hoort.
GordelspannersDe veiligheidsgordels voor de beide voorstoe-
len zijn voorzien van gordelspanners, die er-
voor zorgen dat een loszittende gordel wordt
strak getrokken bij een ongeval. Deze appara-
ten verbeteren de werking van de autogordel
door ervoor te zorgen dat de gordel al in een
vroeg stadium van het ongeval strak over het
lichaam van de inzittende komt te liggen. Gor-
delspanners werken bij alle lichaamsafmetin-
gen, ook voor gebruik met kinderzitjes. OPMERKING:
Een gordelspanner is geen vervanging bij
een slecht bevestigde autogordel. De auto-
gordel moet evengoed strak aanliggen en op
de juiste wijze worden gedragen.
De gordelspanners worden geactiveerd door
het beschermingssysteem voor de inzittenden
(ORC). Evenals de airbags zijn ook de gor-
delspanners slechts geschikt voor eenmalig
gebruik. Een geactiveerde gordelspanner of
airbag dient onmiddellijk te worden vervangen.
Extra actieve hoofdsteunen (AHR)Deze hoofdsteunen zijn passieve componen-
ten die kunnen worden geactiveerd. Auto’s met
dit systeem kunnen niet eenvoudigweg aan de
hand van markeringen worden geïdentificeerd,
maar alleen door visuele inspectie van de
hoofdsteun. De hoofdsteun zal zich in twee
helften splitsen; de voorste helft bestaat uit
zacht schuim en bekleding en de achterste
helft uit decoratief plastic.
36