Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Het lampje moet ter controle van de gloeilamp
ongeveer vier tot acht seconden gaan branden
wanneer de contactschakelaar de eerste keer
naar de stand ON wordt gedraaid. Ga naar uw
erkende dealer als het lampje tijdens het star-
ten niet oplicht. Wanneer het lampje blijft bran-
den, knippert of gaat branden tijdens het rij-
den, laat het systeem dan door een erkende
dealer controleren.
Ruitverwarming
Controleer de werking door de ontdooistand te
selecteren en de aanjager op de hoogste snel-
heid te zetten. U moet nu de lucht kunnen
voelen die langs de voorruit geblazen wordt.
Bezoek uw erkende servicedealer als het ont-
dooimechanisme niet werkt.
Veiligheidsinformatie over vloermatten
Plaats uitsluitend vloermatten die overeenko-
men met de afmetingen van het voetenge-
deelte van uw auto. U mag alleen vloermatten
gebruiken die het gebied rondom de pedalen
vrijlaten en stevig vastliggen, zodat de matten
niet kunnen verschuiven, de baan van de pe-dalen kunnen belemmeren of de veilige wer-
king van uw auto op een andere manier kunnen
verstoren.
WAARSCHUWING!
Als de pedalen niet vrij kunnen bewegen, kunt
u de controle over de auto verliezen, waar-
door gevaar voor ernstig letsel ontstaat.
•
Controleer altijd of de vloermatten op de
juiste wijze zijn vastgemaakt aan de beves-
tigingspunten voor de matten.
• Plaats nooit vloermatten of andere vloerbe-
dekkingen die u niet op de juiste wijze kunt
vastmaken en voorkom te allen tijde dat de
matten verschuiven, de baan van de peda-
len belemmeren of de controle over de auto
verstoren.
• Plaats nooit vloermatten of andere vloerbe-
dekkingen over reeds aanwezige vloermat-
ten. Extra vloermatten en andere vloerbe-
dekkingen verkleinen de ruimte voor de
pedalen en belemmeren de baan van de
pedalen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Controleer regelmatig of de matten nog
correct zijn bevestigd. Matten die zijn ver-
wijderd om te worden gereinigd, moeten
altijd op de juiste wijze opnieuw worden
geplaatst en vastgemaakt.
• Voorkom te allen tijde dat er tijdens het
rijden voorwerpen kunnen vallen in het
voetengedeelte van de bestuurder. Deze
voorwerpen kunnen beklemd raken onder
het rem- en gaspedaal, waardoor u de
controle over de auto verliest.
• Bevestigingspunten moeten, indien nodig,
op de juiste wijze worden aangebracht als
deze niet af fabriek aanwezig zijn.
Als de vloermatten niet op de juiste wijze
worden geplaatst of bevestigd, kunnen de
banen van het rem- en gaspedaal worden
belemmerd, waardoor u de controle over de
auto verliest.
61
BESCHRIJVING
INSTRUMENTENGROEP
1. Toerenteller
Duidt het toerental van de motor aan in omwen-
telingen per minuut (RPM).
2. Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteemDit lampje licht bij wijze van test
gedurende vier tot acht seconden
op wanneer u het contact voor het
eerst inschakelt. Wanneer het
lampje niet brandt tijdens het star-
ten, continu blijft branden of pas
gaat branden tijdens het rijden, moet het sys-
teem zo snel mogelijk door een erkende dealer
worden nagekeken. Raadpleeg Gordelsyste-
men in Wat u moet weten voordat u de auto
start voor meer informatie.
3. Storingsindicatielampje (MIL) Het foutmeldingslampje maakt deel
uit van het boorddiagnosesysteem
OBD II dat de elektronische regelin-
gen voor de motor en de automati-
sche versnellingsbak controleert. Het
lampje gaat branden als de contactsleutel in de stand ON/RUN wordt gezet, voordat de
motor start. Als het lampje niet gaat branden
wanneer u de sleutel van OFF naar ON draait,
laat uw auto dan direct controleren op storin-
gen.
Door sommige condities, zoals een losse of
afwezige tankdop, slechte brandstofkwaliteit
e.d., kan het lampje gaan branden terwijl de
motor draait. De auto moet worden afgeleverd
voor onderhoud als het lampje aan blijft tijdens
een paar ritten zoals die voor u gebruikelijk zijn.
In de meeste gevallen kan dan normaal met de
auto worden gereden en is slepen niet nodig.
LET OP!
Langdurig rijden met het lampje aan kan
schade aan de motorbediening veroorzaken.
Het kan ook van invloed zijn op de brandstof-
zuinigheid en de rijprestatie. Als het lampje
knippert, zal de katalysator vrij snel ernstig
defect raken en zal het motorvermogen afne-
men. Raadpleeg onmiddellijk uw dealer.
WAARSCHUWING!
Een niet goed werkende katalysator kan war-
mer worden dan een katalysator die wel goed
werkt.. Hierdoor kan brand ontstaan als u
langzaam rijdt of boven brandbare stoffen
parkeert, zoals droge planten of hout of karton
enz. Dit kan de dood of ernstig letsel tot
gevolg hebben voor de bestuurder, de passa-
giers of anderen.
4. Controle-/storingslampje elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESC) — indien
aanwezig Het controle-/storingslampje elek-
tronisch stabiliteitsprogramma
(ESC) op het instrumentenpaneel
gaat branden wanneer het contact
wordt ingeschakeld. Wanneer de
motor draait, behoort dit lampje uit
te gaan. Wanneer het ESC-indicatie-/
storingslampje permanent blijft branden terwijl
de motor draait, is een storing gedetecteerd in
het ESC-systeem. Als het lampje blijft branden
nadat er verschillende keren is gestart en het
voertuig meerdere kilometers heeft gereden
172
Aanhangergewicht.............272
Aanhangwagen ..............269
Bedrading ................275
Gewicht trailer en dissel ........272
Minimumvereisten ............273
Tips voor koeling ............277
Trekhaak .................277
Accu ....................303
Achteras (differentieel) ..........311
Achterklep ..................27
Achterligger .................77
Achtermistlamp ..............178
Achterruit, onderdelen ...........163
Achterruitontdooiing ............163
Achterste mistlampen ...........178
Achterste ruitenwisser/sproeier ......163
Achteruitkijkspiegels ............71
Achteruitkijkspiegels, elektrisch
bediend ...................72
Additieven, brandstof ...........266
Afstandsbediening autoradio .......202
Afstandsbediening autoradio op
stuurwiel ..................202
Afstandsbediening deurslot,
programmering ...............15
Afstandsbediening deurslot,
vervanging ..................15 Afvalverwijdering
Motorolie .................302
Airbag .................. 39,46
Airbag-waarschuwingslampje .....45,49,
61,172
Airbag, onderhoud .............48
Airbag, ontplooien van ...........47
Airbag, raam (zijgordijn) .......42,44,46
Airco ....................203
Airco, bediening ..............203
Airco, gebruikstips .............210
Airco, koelvloeistof .............304
Airco, onderhoud .............303
Aircosysteem ............. 203,206
Alarm (beveiliging) ............177
Alarmknipperlichten ............284
Alarmsysteem (beveiliging) ........15
Alarmsysteem (diefstalbeveiliging) ....177
Algemene informatie ........15,20,264
Anti-slingerinrichting aanhanger
(TSC) ....................249
Antiblokkeersysteem (ABS) ........245
Antiblokkeersysteem,
waarschuwingslampje ...........176
Antidiefstalsysteem ............177
Antivries (motorkoeling) ..........325
Automatisch dimmen van de spiegel . . . 71 Automatisch openen van de ruiten
....25
Automatische koplampen .........116
Automatische portiervergrendelingen . . . 21
Automatische temperatuurregeling
(ATC) ....................206
Automatische transmissie ......224,312
Koppelomvormer ............228
Soort vloeistof ..............312
Speciale additieven ...........312
Vloeistof en filter vervangen ......312
Vloeistof toevoegen ...........314
Vloeistofpeil controleren ........313
Autostick ..................226
Bagage laden ...............321
Bagageruimte, voorzieningen .......160
Bagageverlichting .............160
Banden ................. 62,253
Bandenspanning ............254
Controlesysteem voor
bandenspanning ............258
Hoge snelheden .............254
Monteren van een wiel .........287
Opkrikken ................285
Radiaalbanden .............254
Reservewiel ...............285
364
Rotatie..................257
Slijtagemarkeringen ...........255
Sneeuwkettingen ............255
Spanning .................254
Spinnen, doordraaien ..........254
Vervangen ............. 256,285
Waarschuwinglampje
bandenspanning ............174
Bandenslijtage, slijtagemarkeringen . . . 255
Bandenspanning ..............254
Batterij van de afstandsbediening
vervangen ..................19
Bedrijfshandboek (instructieboekje) ....6
Bekerhouder achterin ...........158
Bekerhouders ...............158
Benzine (brandstof) ............264
Besparend ................188
Benzine, schone lucht ...........266
Bergvakje zonnebrillen ..........151
Beslagen ruiten ..............210
Bijkomende veiligheidssystemen -
Airbag ....................39
Binnenspiegel ................71
Brandstof ..................264
Additieven ................266
Benzine .................264 Benzinedop (gasdop)
.......267,269
Besparend ................188
Besparend functie ...........188
Diesel ..................267
Meter ...................177
Octaangehalte ..............264
Tankinhoud ...............325
Vereisten .................325
Waarschuwingslampje .........185
Brandstof tanken ..............267
Brandstofbesparing ............188
Brandstofoptimalisering ..........188
Buitenverlichting ...............62
Camera achter ...............149
Carrosserie, smering van
mechanismen ...............304
CD, onderhoud ..............203
Computer, boordcomputer ........189
Contact ....................13
Sleutel ................. 12,13
Controle dode hoek .............74
Controle, bandenspanningssysteem . . . 258
Controlelampje Olie verversen ......187
Cruise control (snelheidsregeling) ....128Dagverlichting
...............117
Dakconsole .................151
Dakconsole, dakhemel ..........151
Dekzeil bagageruimte ...........161
Derde remlicht ...............324
Diagnosesysteem .............299
Diagnosesysteem, aan boord ......299
Dieren ....................59
Diesel brandstofvereisten .........267
Dieselbrandstof ..............267
Disselgewicht / Gewicht
aanhangwagen ..............272
Driepuntsgordels ..............31
Duplicaten van sleutels ...........15
Elektronisch remsysteem .........245
Antiblokkeerysteem ...........245
Elektronische kantelbeveiliging ....247
Rembekrachtiging ............246
Tractieregeling ..............246
Elektronisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC) ................. 173,178
Elektronische kantelbeveiliging
(Electronic Roll Mitigation, ERM) .....247
Elektronische snelheidsregeling
(Cruise Control) ............ 126,128
365
Knipperlichten, richtingaanwijzers . . 62,173,322,323
Koelmiddel .................304
Koelsysteem ................306
Belangrijke punten ...........309
Controle .................307
Inhoud koelvloeistofreservoir ......325
Keuze van de koelvloeistof
(antivries) .............. 307,325
Koelvloeistof bijvullen (antivries) ....308
Koelvloeistofpeil .............309
Oude koelvloeistof verwijderen ....308
Radiatordop ...............308
Vloeistof laten aflopen en nieuw
bijvullen .................307
Vuldop expansievat ...........308
Koetswerklak, onderhoud .........315
Kofferruimte ................160
Verlichting ................160
Kompas ...................191
Kompas kalibreren .............191
Kompas, afwijkingen ...........191
Kompasafwijkingen ............191
Koolstofmonoxide, waarschuwing .....60
Koplampen .................322
Inschakelen met ruitenwissers .....116
Lampen vervangen ...........322 Reiniging
.................317
Vervangen ................322
Koppelomvormer, koppeling .......228
Krik, gebruik .............. 285,286
Krik, locatie .................285
Lakschade .................314
Lampjes ................. 62,115
ABS ...................176
Achterlichten ..............323
Achtermistlicht ..............178
Airbag ............. 45,49,61,172
Alarmsysteem (diefstalbeveiliging) . . 177
Automatische koplampen .......116
Bagageruimte ..............160
Bandenspanningscontrole .......174
Buitenverlichting .............62
Contourverlichting ............323
Daglichten ................117
Derde remlicht ..............324
Dimschakelaar, koplamp ........115
Elektronisch Stabiliteitsprogramma
(ESP) ...................252
Gevaarknipperlichten ..........284
Indicatielampje grootlicht ........173Indicator regeling neergaande
helling
..................173
Instapverlichting .............17
Kaartleeslampjes ..........
120,151
Koplampen ...............322
Koplampen aan met ruitenwisser . . . 116
Make-upspiegeltje ............73
Mistlampen .......... 119,173,322
Onderhoud ...............322
Reserve .................323
Richtingaanwijzer .....62,115,322,323
Service Engine Soon
(storingslampje) .............172
Service, achter .............323
Sleep-/aanhangerindicator .......173
SmartBeams ...............116
Storingslampje (motorcontrole) ....172
Tractiecontrole ..............252
Vervangen ................322
Waarschuwing brandstofniveau ....185
Waarschuwing rembekrachtiging . . . 252
Waarschuwing remmen .........175
Waarschuwing veiligheidsgordel ....175
Zekeringen ................317
Lampjes vervangen ..........321,322
Lampjes, vervanging ............62
367
SchakelaarUCI ....................197
Universeel gebruikersinterface
(UCI) ...................197
Schakelen .................223
Automatische transmissie .......223
Schema, onderhoud .........330,341
Schone brandstof .............266
Schoudergordel ...............31
Schuifdak ............... 152,153
Selec-Terrain ................233
Sentry-sleutel (immobilisator) .......14
Service, assistentie ............354
Side-airbag .............. 41,44,46
Sjorringen bagage .............162
Sjorringen voor de bagage ........162
Sleep-/aanhangerindicatorlampje ....173
Sleephaken .................290
Slepen ................. 269,291
Aanhangwagen of caravan .......278
Gewicht .................272
Handleiding ...............272
Voertuig met pech ...........291
Slepen van een voertuig .........291
Sleutel, programmering ...........15
Sleutel, vervanging .............15
Sleutels ....................12 Sloten
....................20
Elektrische portiersloten .........21
Kinderbeveiliging .............22
Portier ...................20
SmartBeams ................116
Smering, koetswerk ............304
Sneeuwkettingen ..............255
Snelheidsmeter ..............177
Snelheidsregeling
(Cruise Control) ............ 126,128
Spiegels ...................71
Automatisch dimmen ...........71
Binnen ...................71
Buiten ...................71
Elektrisch bediend ............72
Elektrisch verstellen ...........73
Inklapbare buitenspiegels ........72
Make-up ..................73
Verwarmde ................73
Spraakherkenningssysteem (VR) .....99
Stallen van het voertuig .......210,321
Start-wipschakelaar ............222
Starten ...................218
Automatische versnellingsbak .....218
Motor start niet.............220
Vriestemperaturen ............220
Starten en rijden ..............218 Startkabels, gebruik
............288
Startprocedures ..............218
Stoelen ...................102
Elektrisch .............. 102,103
Geheugen ................112
Instaphulp ................114
Neerklapbare achterzetel ........110
Reinigen .................316
Stopcontact ................156
Stopcontact (hulpstopcontact) ......156
Storingslampje (motorcontrole) ......172
Stroom Elektrisch bediende ruiten ........25
Elektrisch bediende stoelen ....102,103
Elektrisch schuifdak ........152,153
Elektrische Achterklep ..........28
Elektrische deursloten ..........21
Elektrische spiegels ...........72
Instelbare/telescopische
stuurkolom ................125
Stopcontact (hulpstopcontact) .....156
Stuurbekrachtiging .........241,243
Sturen Stuurbekrachtiging .........241,243
Stuurwiel, instelbaar ........124,125
Verstelbare stuurkolom ......124,125
Verwarmd ................125
370