3
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN UW AUTO
DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de lampjes kunnen per uitvoering verschillen.
1. Vaste luchtroosters aan zijkant – 2. Verstelbare luchtroosters zijkant – 3. Linker hendel: bediening buitenverlichting
– 4. Instrumentenpaneel en lampjes – 5. Rechter hendel: bediening ruitenwissers voor/achter, tripcomputer – 6. Verstelbare
luchtroosters midden – 7. Autoradio (voor bepaalde uitvoeringen/markten) – 8. Opbergvak/Frontairbag passagierszijde (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) – 9. Dashboardkastje – 10. Aansteker/12V-stekkerdoos – 11. Bedieningsknoppen verwarming/
ventilatie/airconditioning – 12. Bedieningsknoppen op het dashboard – 13. Versnellingspook – 14. Start-/contactslot – 15.
Hendel stuurverstelling – 16. Frontairbag bestuurderszijde/Claxon – 17. Schakelaarpaneel: koplampverstelling/digitaal
display/multifunctioneel display.
F0N0320mfig. 1
001-036 DUCATO LUM NL 7ed.qxd 29-07-2010 16:17 Pagina 3
4
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0N0002mfig. 2
FIAT CODE
Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto
uitgerust met een elektronische startblokkering. Het systeem
schakelt automatisch in als de contactsleutel wordt
uitgenomen.
In iedere sleutel zit een elektronische component
gemonteerd die bij het starten van de motor een signaal
ontvangt via een speciale antenne die in het start-/contactslot
is ingebouwd. Het signaal wordt bij het starten omgezet in
een gecodeerd signaal en vervolgens aan de regeleenheid van
het CODE-systeem gezonden, die, als de code wordt
herkend, het starten van de motor mogelijk maakt.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR
draait, dan stuurt het Fiat CODE-systeem een code naar de
regeleenheid van de motor die, als de code wordt herkend,
de blokkering van de functies opheft.
De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het
Fiat CODE-systeem de door de sleutel verzonden code heeft
herkend.
Iedere keer als u de contactsleutel in stand STOP zet,
schakelt de Fiat CODE de functies van de elektronische
regeleenheid van de motor uit.
Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat op het
instrumentenpaneel het waarschuwingslampje
Ybranden
en verschijnt er een melding op het display (zie het hoofdstuk
“Lampjes en Meldingen”).
SYMBOLEN
Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto zijn
plaatjes met een bepaalde kleur aangebracht met daarop
symbolen die uw aandacht vragen en die
voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen,
als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt.
Onder de motorkap fig. 2 is een plaatje aangebracht, waarop
de betekenis van de symbolen wordt verklaard.
001-036 DUCATO LUM NL 7ed.qxd 29-07-2010 16:17 Pagina 4
MELDINGEN VAN INBRAAKPOGINGEN
Iedere inbraakpoging wordt aangegeven door het branden
van het controlelampje
Yop het instrumentenpaneel en het
tegelijk verschijnen van een melding op het display (indien
aanwezig, zie het hoofdstuk “Lampjes en meldingen”).
ALARM BUITEN GEBRUIK STELLEN
Als u het diefstalalarm buiten gebruik wilt stellen (bijv. als de
auto langere tijd niet wordt gebruikt), dan hoeft u slechts de
auto af te sluiten door de metalen baard van de sleutel met
afstandsbediening in het portierslot te draaien.
BELANGRIJK Als de batterijen van de sleutel met
afstandsbediening leeg zijn of als er een storing is in het
diefstalalarm, dan kunt u het alarm buiten werking stellen
door de contactsleutel in het contactslot te steken en deze in
stand MAR te draaien.
12
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
START-/CONTACTSLOT
De sleutel kan in 4 standen worden gedraaid fig. 10:
❒STOP: motor uit, sleutel uitneembaar, stuurslot
ingeschakeld. Enkele elektrische installaties werken (bijv.
autoradio, centrale portiervergrendeling);
❒MAR: contact aan. Alle elektrische installaties kunnen
werken;
❒AVV: motor starten (stand zonder vergrendeling).
Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging. Als
de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleutel
terugdraaien in stand STOP en nogmaals starten.
F0N0007mfig. 10
001-036 DUCATO LUM NL 7ed.qxd 29-07-2010 16:17 Pagina 12
14
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
INSTRUMENTENPANEEL
Uitvoeringen met digitaal display
A Snelheidsmeter
B Digitaal display
C Toerenteller
D Koelvloeistoftemperatuurmeter met
waarschuwingslampje voor te hoge
koelvloeistoftemperatuur
E Brandstofmeter met
waarschuwingslampje
brandstofreserve
Uitvoeringen met multifunctioneel
display
A Snelheidsmeter
B Multifunctioneel display
C Toerenteller
D Koelvloeistoftemperatuurmeter met
waarschuwingslampje voor te hoge
koelvloeistoftemperatuur
E Brandstofmeter met
waarschuwingslampje
brandstofreserve
F0N0330mfig. 11
F0N0331mfig. 12
001-036 DUCATO LUM NL 7ed.qxd 29-07-2010 16:17 Pagina 14
F0N0014mfig. 15F0N0015mfig. 16
KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER fig. 16
De wijzer geeft de temperatuur aan van de
motorkoelvloeistof, zodra de koelvloeistoftemperatuur hoger
wordt dan ongeveer 50°C.
Bij normaal gebruik van de auto kan de wijzernaald op
verschillende posities in het bereik staan, afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van de auto.
C Lage koelvloeistoftemperatuur.
H Hoge koelvloeistoftemperatuur.
Als het waarschuwingslampje B gaat branden (op enkele
uitvoeringen verschijnt ook een melding op het
multifunctionele display), dan is de koelvloeistoftemperatuur
te hoog; zet in dat geval de motor uit en wendt u tot het Fiat
Servicenetwerk. BRANDSTOFMETER fig. 15
De wijzer geeft de hoeveelheid brandstof aan die in de tank
aanwezig is.
E brandstoftank leeg;
F brandstoftank vol (zie de paragraaf “Tanken”).
Het waarschuwingslampje A geeft aan dat er nog ongeveer
10/12 liter (afhankelijk van de uitvoering) brandstof aanwezig
is. Rijd niet met een bijna lege brandstoftank: door een
onregelmatige brandstoftoevoer kan de katalysator
beschadigen.
BELANGRIJK Als de wijzernaald op de indicatie E staat en
het waarschuwingslampje A knippert, dan is er een storing in
het systeem. Wendt u in dit geval tot het Fiat Servicenetwerk
om het systeem te laten controleren.
BELANGRIJK Wij raden u aan de extra verwarming
(Webasto) niet in te schakelen als de auto op de
reservebrandstof rijdt.
16
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
001-036 DUCATO LUM NL 7ed.qxd 29-07-2010 16:17 Pagina 16
17
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als de wijzer van de koelvloeistoftempera-
tuurmeter in het rode gebied komt, zet dan
onmiddellijk de motor uit en wendt u tot het
Fiat Servicenetwerk.Als het vijfde symbool niet gaat branden, betekent dit niet dat
er een storing is of dat er te weinig olie in het motorcarter zit.
BELANGRIJK Gebruik voor een exacte meting van het
oliepeil altijd de oliepeilstok (zie de paragraaf “Niveaus
controleren” in het hoofdstuk “Onderhoud en zorg”).
Na enkele seconden verdwijnen de symbolen die de
oliehoeveelheid weergeven en:
❒als de limiet voor het geprogrammeerd onderhoud bijna
is bereikt, wordt de nog af te leggen afstand weergegeven,
waarbij het lampje õop het instrumentenpaneel gaat
branden. Als de limiet is bereikt, dan worden op het
display enkele streepjes weergegeven.
❒vervolgens wordt, als de termijn voor het olieverversen
bijna is verstreken, op de bovenste regel van het display
de resterende afstand tot de volgende olieverversing
weergegeven en op het onderste deel van het display
het opschrift “OIL”. Als de limiet is bereikt, dan
worden op het display vijf streepjes weergegeven.
Uitvoeringen met multifunctioneel display
Als u de contactsleutel in de stand MAR draait, wordt op de
eerste regel het olieniveau aangegeven met het
branden/doven van vijf symbolen. MOTOROLIENIVEAUMETER
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De meter geeft grafisch de hoeveelheid olie in de motor
weer.
Uitvoeringen met digitaal display
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, wordt op het
display de hoeveelheid in de motor aanwezige olie
aangegeven door middel van vijf symbolen.
F0N1017g
Het geleidelijk doven van de symbolen geeft het dalen van het
olieniveau aan.
Als het olieniveau lager is dan de minimum waarde en er
bijgevuld moet worden, dan knipperen de 5 streepjes op het
display.
Als de oliehoeveelheid voldoende is, branden er 4 of 5
symbolen.
F0N1018g
001-036 DUCATO LUM NL 7ed.qxd 29-07-2010 16:17 Pagina 17
F0N0016mfig. 17
DIGITAAL DISPLAY
BEGINSCHERM fig. 17
Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven:
A Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is
ingeschakeld).
B Tijd (wordt altijd weergegeven, ook bij uitgenomen
sleutel en gesloten voorportieren).
C Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller) en
informatie Tripcomputer.
OPMERKING Bij uitgenomen contactsleutel wordt bij het
openen van een van de voorportieren het display verlicht en
wordt enkele seconden de tijd en de kilometer- of
mijltotaalteller weergegeven. Het geleidelijk doven van de symbolen geeft het dalen van het
olieniveau aan.
Als de oliehoeveelheid voldoende is, branden er 4 of 5
symbolen. Als het vijfde symbool niet gaat branden, betekent
dit niet dat er een storing is of dat er te weinig olie in het
motorcarter zit.
Als het olieniveau lager is dan de minimum waarde, dan
verschijnt op het display de melding dat het minimum
olieniveau is bereikt en dat er olie moet worden bijgevuld.
BELANGRIJK Gebruik voor een exacte meting van het
oliepeil altijd de oliepeilstok (zie de paragraaf “Niveaus
controleren” in het hoofdstuk “Onderhoud en zorg”).
Na enkele seconden verdwijnen de symbolen die de
oliehoeveelheid weergeven en:
❒als de limiet voor het geprogrammeerd onderhoud bijna
is bereikt, wordt de nog af te leggen afstand weergegeven,
waarbij het symbool
õop het display gaat branden. Als
de limiet is bereikt, verschijnt op het display een
waarschuwing.
❒vervolgens wordt, als de termijn voor het olieverversen
bijna is verlopen, op het display de resterende afstand tot
de volgende olieverversing weergegeven. Als de limiet is
bereikt, verschijnt op het display een waarschuwing.
18
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
001-036 DUCATO LUM NL 7ed.qxd 29-07-2010 16:17 Pagina 18
21
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Klokje (Hour) instellen
Met deze functie kunt u het klokje instellen.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het display knipperen de
“uren”;
– druk op de knop ▲of ▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE; op het display knipperen de
“minuten”;
– druk op de knop ▲of ▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het
menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Snelheidslimiet (SPEEd) instellen
Met deze functie kan de snelheidslimiet van de auto (km/h of
mph) worden ingesteld. Als deze limiet wordt overschreden,
wordt de bestuurder gewaarschuwd (zie hoofdstuk “Lampjes
en meldingen”).
Ga voor het instellen van de snelheidslimiet als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het display verschijnt het
opschrift (SPEEd) en de ingestelde meeteenheid (km/h of
mph);
– druk op de knop ▲of ▼om de snelheidslimiet in te
schakelen (On) of uit te schakelen (OFF);
– als de functie al was ingeschakeld (On), kan met de knop ▲
of ▼de gewenste snelheidslimiet worden ingesteld en
worden bevestigd door het indrukken van de knop MODE;
OPMERKING De waarde kan worden ingesteld tussen 30 en
200 km/h of tussen 20 en 125 mph, afhankelijk van de
ingestelde meeteenheid (zie de paragraaf “Meeteenheid
(Unit) instellen”). Elke keer als u de knop ▲/▼indrukt,
wordt de waarde 5 eenheden verhoogd of verlaagd. Als u de
knop ▲/▼ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel
door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt u de
exacte waarde in door de knop telkens in te drukken en los
te laten.
– druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het
menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
001-036 DUCATO LUM NL 7ed.qxd 29-07-2010 16:17 Pagina 21