65
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK Met uitgeschakelde aircocompressor is het niet
mogelijk lucht in het interieur in te voeren met een
temperatuur die lager is dan de buitentemperatuur;
bovendien kunnen (in bijzondere omstandigheden) de ruiten
zeer snel beslaan omdat de lucht niet gedroogd kan worden.
De uitschakeling van de aircocompressor blijft in het
geheugen opgeslagen, ook na het afzetten van de motor.
De automatische werking van de aircocompressor wordt
automatisch hervat als u opnieuw op de knop √drukt (in dat
geval werkt het systeem alleen als verwarming) of op de
knop AUTO.
Als bij uitgeschakelde compressor de buitentemperatuur
hoger is dan de ingestelde temperatuur, kan het systeem niet
aan de wens voldoen. Dit wordt als volgt aangegeven: de
ingestelde temperatuur knippert op het display en vervolgens
dooft het opschrift AUTO.
Als de compressor is uitgeschakeld, kan de aanjagersnelheid
handmatig op nul worden gezet (geen enkel staafje verlicht).
Als de compressor bij draaiende motor wordt ingeschakeld,
kan de aanjagersnelheid niet onder de minimale waarde (één
staafje verlicht) zakken.
Drukknop voor snelle ontwaseming/
ontdooiing van de voorruit en de
zijruiten voor (D)
Als u deze knop indrukt, schakelt de
klimaatregeling automatisch alle functies
in die noodzakelijk zijn voor het snel
ontdooien/ontwasemen van de voorruit en
de zijruiten voor. D.w.z. dat het systeem:❒de aircocompressor inschakelt wanneer de
klimatologische omstandigheden dit toestaan;
❒de luchtrecirculatie uitschakelt;
❒de maximale luchttemperatuur HI in beide zones instelt;
❒een aanjagersnelheid inschakelt op basis van de
koelvloeistoftemperatuur, om toevoer van nog te koude
lucht voor de ontwaseming van de ruiten, te beperken;
❒de luchtstroom naar de luchtroosters voor de voorruit
en de zijruiten voor leidt;
❒de achterruitverwarming inschakelt.
BELANGRIJK De functie voor snelle ontwaseming/ontdooiing
van de ruiten blijft ongeveer 3 minuten ingeschakeld, nadat de
koelvloeistoftemperatuur de juiste temperatuur heeft bereikt
voor het snel ontwasemen van de ruiten.
Als de functie is ingeschakeld, gaan het lampje op de
betreffende knop en het lampje op de knop van de
achterruitverwarming branden; op het display dooft het
opschrift FULL AUTO.
Als de functie is ingeschakeld, kunnen alleen de
aanjagersnelheid en de uitschakeling van de
achterruitverwarming handmatig worden geregeld.
Als u op de knop B drukt of op de recirculatieknop G of op
de knop van de compressor F of op de knop
AUTO A, worden de functies die hiervoor waren ingesteld,
weer geactiveerd.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 65
BELANGRIJK Voor een snelle
ontwaseming/ontdooiing moet, als er een extra
verwarming/airconditioning aanwezig is (onder de zitplaats
voor of achter bij Panorama- en Combi-uitvoeringen), deze
verwarming, indien ingeschakeld, worden uitgeschakeld door
op de knop F (lampje gedoofd) op het schakelaarpaneel fig.
60 te drukken.
Systeem uitschakelen OFF (E)
Het systeem schakelt uit als u op de knop E
drukt het display zal doven.
Als het systeem is uitgeschakeld:
❒is het display gedoofd;
❒wordt de ingestelde temperatuur niet weergegeven;
❒is de recirculatie ingeschakeld, waarbij geen lucht van
buiten binnenkomt (recirculatielampje brandt);
❒is de compressor uitgeschakeld;
❒is de aanjager uitgeschakeld.
Als u de volledig automatische werking van het systeem weer
wilt inschakelen, druk dan op de knop AUTO.
66
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0N0185mfig. 60
HULPVERWARMING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Enkele uitvoeringen beschikken bovendien over extra
verwarming onder de bestuurdersstoel. Deze kan worden
ingeschakeld met de knop F op het schakelaarpaneel fig. 60.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 66
69
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0N0151mfig. 62
Om de voorruit te ontdooien, moet u de draaiknop van de
luchtverdeling in stand -zetten.
Voor beide functies moet u de draaiknop voor de
luchtverdeling in stand
®zetten.
Digitale timer fig. 62
1) Branderindicatie
2) Displayverlichting
3) Voorkeuzenummer
4) Toets klokje
5) Toets voor vooruitzetten tijd
6) Programma-keuzetoets
7) Toets voor terugzetten tijd
8) Toets voor directe inschakeling verwarming
9) Controlelampje voor het instellen/aflezen van de tijd
F0N0152mfig. 63
Directe inschakeling van de verwarming fig. 63
Druk op toets 8 van de timer als u het systeem handmatig
wilt inschakelen: het display en het controlelampje 1 worden
verlicht en blijven verlicht zolang het systeem in werking is.
Geprogrammeerde inschakeling van de verwarming
Voordat de inschakeling van het systeem wordt
geprogrammeerd, moet de klok op tijd worden gezet.
Instellen van de juiste tijd
❒Druk op toets 4: het display en het controlelampje
9-fig. 64 worden verlicht.
❒Druk binnen 10 seconden op toets 5 of 7 totdat de juiste
tijd is geselecteerd.
Als het display dooft, blijft de huidige tijd opgeslagen.
Als toets 5 of 7 ingedrukt wordt gehouden, verspringen de
cijfers van het klokje sneller voor- of achteruit.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 69
F0N0153mfig. 64
Aflezen van de juiste tijd fig. 64
Druk om de juiste tijd af te lezen op toets 4: de tijd
verschijnt ongeveer 10 seconden op het display en gelijktijdig
wordt het controlelampje 9 verlicht.
Programmeren van de inschakeltijd fig. 65
De inschakeltijd kan van 1 minuut tot 24 uur van te voren
worden geprogrammeerd. U kunt drie verschillende
inschakeltijden kiezen, waarvan er echter slechts één kan
worden geactiveerd.
Programmeren van de inschakeltijd:
❒druk op toets 6: op het display worden het symbool 10 of
de juist ingestelde tijd en het nummer 3 van de daarvoor
ingestelde tijd 10 seconden verlicht
70
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0N0154mfig. 65
BELANGRIJK Als u de andere vooraf ingestelde tijden wilt
oproepen, druk dan binnen 10 seconden een of meer keren
op toets 6.
– druk binnen 10 seconden op toets 5 of 7 totdat de
gewenste inschakeltijd is geselecteerd.
BELANGRIJK Als de tijd is opgeslagen:
❒verdwijnt de inschakeltijd;
❒verschijnt het voorkeuzenummer 3;
❒wordt het display verlicht.
BELANGRIJK Als de brander wordt ingeschakeld:
❒gaat de branderindicatie 1 op het display branden;
❒dooft het voorkeuzenummer 3.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 70
71
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Uitschakelen van de geprogrammeerde inschakeltijd
fig. 65
Als u de geprogrammeerde inschakeltijd wilt wissen, druk
dan kort op toets 6: de verlichting van het display dooft en
het nummer 3 van de vooraf ingestelde tijd verdwijnt.
Oproepen van een van de geprogrammeerde
inschakeltijden fig. 66
Druk een of meerdere keren op toets 6 totdat op het display
het nummer 3 van de vooraf ingestelde inschakeltijd
verschijnt. Na 10 seconden verdwijnt de tijd van het display
maar blijft in het geheugen opgeslagen en worden het
nummer 3 en het display verlicht.
BELANGRIJK De geprogrammeerde inschakeltijd kan
worden gewijzigd of gewist volgens de hiervoor beschreven
instructies.
Uitschakelen van de verwarming
Het systeem kan, afhankelijk van de manier waarop het is
ingeschakeld (automatisch of handmatig) op twee manieren
worden uitgezet:
❒automatisch,aan het eind van de vastgestelde
inschakeltijd (60 minuten met rood verlicht display);
❒handmatig,door opnieuw op de knop “directe
verwarming” van de timer te drukken (toets 1).
In beide gevallen doven het controlelampje van de
verwarming en de verlichting van het display, schakelt de
aanjager van het verwarmingssysteem in het interieur uit en
wordt de verbranding onderbroken.
F0N0155mfig. 66
De vloeistofcirculatiepomp blijft nog ongeveer 2 minuten
werken om de grootste warmte van de verwarming af te
voeren; ook in deze fase is het mogelijk de verwarming weer
in te schakelen.
De extra verwarming verbruikt, hoewel in
geringe mate, evenals de motor brandstof.
Om mogelijke vergiftiging en verstikking te
voorkomen, mag de extra verwarming nooit, ook
niet voor een korte periode, worden ingeschakeld in
een afgesloten ruimte zoals een garage of
werkplaats die niet is uitgerust met een
afzuigsysteem voor uitlaatgassen.
ATTENTIE!
BELANGRIJK De standverwarming schakelt uit als de
accuspanning laag is, zodat de motor nog kan worden gestart.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 71
F0N0036mfig. 75
Telkens als u de hendel bedient, blijft de verlichting 30
seconden langer branden, tot een maximum van 210
seconden; hierna schakelt de verlichting automatisch uit.
Als de hendel wordt bediend, gaat het controlelampje 3
op het instrumentenpaneel branden en verschijnt er ook een
melding op het display (zie het hoofdstuk “Lampjes en
meldingen”) gedurende de tijd dat de functie actief blijft. Het
lampje gaat branden als de hendel voor het eerst bediend
wordt en blijft branden totdat de functie automatisch
uitschakelt. Telkens als de hendel wordt bediend, wordt
alleen de inschakeltijd van de verlichting verlengd.
Uitschakelen
Houd de hendel langer dan 2 seconden naar het stuur
getrokken.
SCHEMERSENSOR
(automatisch inschakelende koplampen)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze sensor is in staat om de verschillen in sterkte van het
omgevingslicht waar te nemen op basis van de ingestelde
gevoeligheid: hoe hoger de gevoeligheid, hoe minder
buitenlicht er nodig is om de verlichting in te schakelen.
De gevoeligheid van de sensor kan worden ingesteld via het
“Setup-menu” van het display. Functie wisselen van rijbaan
Als u bij wisseling van rijstrook kort richting wilt aangeven,
moet u de linker hendel korter dan een halve seconde in de
onvergrendelde stand zetten. De richtingaanwijzer aan de
gekozen zijde knippert 5 keer en dooft daarna automatisch.
“FOLLOW ME HOME” SYSTEEM
Met dit systeem kan de ruimte voor de auto een bepaalde
tijd worden verlicht.
Inschakelen fig. 75
U schakelt deze functie in door de contactsleutel in stand
STOP te draaien of uit te nemen en de linker hendel binnen 2
minuten na het uitzetten van de motor naar het stuur te
trekken.
76
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 76
F0N0047mfig. 118F0N0132mfig. 119
BELANGRIJK Als de centrale portiervergrendeling is
ingeschakeld en een van de voorportieren wordt van
binnenuit geopend met de handgreep, dan wordt de
portiervergrendeling uitgeschakeld. Als een van de deuren
van de laadruimte van binnenuit wordt geopend met de
handgreep, dan wordt de betreffende deur ontgrendeld.
Bij een onderbreking in de elektrische voeding
(doorgebrande zekering, losgekoppelde accu enz.) kunnen de
portieren altijd met de hand worden vergrendeld.
Als u harder dan 20 km/h rijdt, worden alle portieren
automatisch vergrendeld als in het setup-menu deze functie is
ingeschakeld (zie de paragraaf “Multifunctioneel display” in dit
hoofdstuk).
KNOP VOOR LAADRUIMTE fig. 119
De vergrendeling wordt aangegeven door een lampje op de
knop. Portierver-/ontgrendeling vanuit het interieur
Druk op de knop A-fig. 118 om de portieren/deuren te
vergrendelen en op de knop B om de portieren/deuren te
ontgrendelen. De portieren/deuren worden centraal ver-
/ontgrendeld. Als de portieren/deuren vergrendeld zijn,
brandt het lampje op de knop A; als de knop B wordt
ingedrukt, worden alle portieren/deuren ontgrendeld en
dooft het lampje. Als de portieren/deuren zijn ontgrendeld, is
het lampje gedoofd; als de knop wordt ingedrukt, worden alle
portieren/deuren vergrendeld. Alleen als alle
portieren/deuren goed gesloten zijn, wordt de
portiervergrendeling uitgevoerd.
Als de portieren zijn vergrendeld met behulp van:
❒de afstandsbediening
❒het portierslot
kunt u de portieren/deuren niet meer ontgrendelen met de
knop A-fig. 118 op het dashboard.
104
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:40 PM Page 104
ABS
Als u niet eerder in een auto met ABS hebt gereden, raden
wij u aan het systeem eerst een paar keer uit te proberen op
een glad wegdek. Verlies hierbij de veiligheid niet uit het oog
en houdt u aan de wetgeving van het land waarin u zich
bevindt. Bovendien raden wij u aan de volgende aanwijzingen
aandachtig te lezen.
Het ABS dat geïntegreerd is in het remsysteem, voorkomt
dat tijdens het remmen de wielen blokkeren, ongeacht de
conditie van het wegdek en de pedaaldruk, en verhindert
daarmee het doorslippen van een of meerdere wielen.
Hierdoor blijft de auto bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
Het systeem wordt gecompleteerd met een elektronische
remdrukverdeling EBD (Electronic Braking force
Distribution), die de remdruk verdeelt tussen de voor- en
achterwielen.
BELANGRIJK Voor een maximale werking van het
remsysteem is een inrijperiode nodig van ongeveer 500 km
(bij een nieuwe auto of nadat de remblokken/-schijven zijn
vervangen): tijdens deze periode moet bruusk, herhaaldelijk
of langdurig remmen worden voorkomen. Koplampen afstellen fig. 134
De koplampen kunnen worden versteld met de knoppen Ò
en op het schakelaarpaneel.
Op het display van het instrumentenpaneel wordt de stand
aangegeven.
BELANGRIJK Controleer de afstelling van de koplampen
telkens als het gewicht van de lading wijzigt.
MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Wendt u voor controle of afstelling tot het Fiat
Servicenetwerk.
KOPLAMPAFSTELLING IN HET BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik in het land waarin
de auto is verkocht. In die landen waarin aan de andere zijde
van de weg wordt gereden, moet om het tegemoetkomende
verkeer niet te verblinden, de vorm van de lichtbundel
worden gewijzigd door het aanbrengen van een speciaal
daarvoor ontwikkelde sticker.
114
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Het ABS maakt zoveel mogelijk gebruik van
de beschikbare grip maar kan deze niet
verhogen. Daarom moet op gladde weggedeelten
altijd voorzichtig worden gereden en mogen er geen
onnodige risico’s worden genomen.
ATTENTIE!
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:40 PM Page 114