Op afdalingen kan bij ingeschakelde cruise-control de
snelheid iets oplopen ten opzichte van de opgeslagen
snelheid.
Het systeem is ingeschakeld als het lampje
Übrandt en op
het instrumentenpaneel de bijbehorende melding verschijnt.
SNELHEID OPSLAAN
Ga als volgt te werk:
❒zet de draaiknop A in stand ON en trap het gaspedaal in
tot de auto met de gewenste snelheid rijdt;
❒plaats de hendel ten minste 1 seconde omhoog (+) en
laat vervolgens de hendel los: de snelheid van de auto is
opgeslagen en het gaspedaal kan worden losgelaten.
Indien nodig (bijvoorbeeld bij inhalen) kan de snelheid simpel
verhoogd worden door het intrappen van het gaspedaal: als u
daarna het gaspedaal loslaat, wordt teruggekeerd naar de
opgeslagen snelheid.
OPGESLAGEN SNELHEID OPROEPEN
Als het systeem is uitgeschakeld door bijvoorbeeld het
intrappen van het rem- of koppelingspedaal, kan de
opgeslagen snelheid op de volgende manier worden
opgeroepen:
❒geef geleidelijk gas, totdat de snelheid ongeveer gelijk is
aan de opgeslagen snelheid;
❒schakel de versnelling in die ingeschakeld was op het
moment van het opslaan van de snelheid;
❒druk op de knop RES B.
F0N0040mfig. 79
CRUISE-CONTROL
(snelheidsregelaar)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit is een elektronisch hulpmiddel, waardoor de auto (bij een
snelheid boven 30 km/h) op lange, rechte en droge trajecten
en bij weinig verandering in de rij-omstandigheden
(bijv. snelwegen), met een constante en vooraf ingestelde
snelheid blijft rijden zonder het gaspedaal te hoeven
bedienen. Het gebruik van dit systeem biedt geen voordelen
in druk verkeer.
Gebruik dit systeem niet in de stad.
SYSTEEM INSCHAKELEN fig. 79
Draai de draaiknop A in stand ON.
Het systeem kan niet worden ingeschakeld in de 1e
versnelling of de achteruit. Het is raadzaam het systeem in te
schakelen in de 4e of hogere versnelling.
80
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 80
OPGESLAGEN SNELHEID VERHOGEN
Dit kan op twee manieren:
❒trap het gaspedaal in en sla vervolgens de nieuwe snelheid
op;
of
❒plaats de hendel omhoog (+).
Telkens als de hendel wordt bediend, wordt de snelheid iets
verhoogd (ongeveer 1 km/h). Als de hendel omhoog wordt
gehouden, verandert de snelheid traploos.
OPGESLAGEN SNELHEID VERLAGEN
Dit kan op twee manieren:
❒schakel het systeem uit en sla vervolgens de nieuwe
snelheid op;
of
❒plaats de hendel omlaag (−) totdat de nieuwe snelheid is
bereikt die automatisch wordt opgeslagen.
Telkens als de hendel wordt bediend, wordt de snelheid iets
verlaagd (ongeveer 1 km/h). Als de hendel omlaag wordt
gehouden, verandert de snelheid traploos.
81
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Het systeem kan als volgt door de bestuurder worden
uitgeschakeld:
❒door de draaiknop A in stand OFF te draaien;
❒door de motor uit te zetten;
❒door het rempedaal in te trappen of de handrem aan te
trekken;
❒door het koppelingspedaal in te trappen;
❒door een verzoek tot sequentieel schakelen bij
automatische versnellingsbak;
❒als de snelheid van de auto onder de vastgestelde limiet
komt;
❒door het gaspedaal in te trappen; in dat geval wordt het
systeem niet werkelijk uitgeschakeld, maar heeft het
acceleratie-verzoek voorrang op het systeem; de cruise-
control blijft ingeschakeld en het systeem stelt, na de
acceleratie, de hiervoor opgeslagen snelheid weer in,
zonder dat de knop RES ingedrukt hoeft te worden.
Het systeem schakelt in de volgende gevallen automatisch uit:
❒als het ABS of ESP in werking treedt;
❒als er een storing in het systeem is.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 81
F0N0041mfig. 8082
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR MET SPOTJES
Met schakelaar A-fig. 80 kunnen de lampen in de
plafondverlichting worden in- en uitgeschakeld. Met de
schakelaar A in het midden, worden de lampjes C en D in-
/uitgeschakeld bij het openen/sluiten van de voorportieren.
Met de schakelaar A naar links geschoven, blijven de lampjes
C en D altijd uitgeschakeld. Met de schakelaar A naar rechts
geschoven, blijven de lampjes C en D altijd ingeschakeld. Het
inschakelen/doven van de verlichting gaat geleidelijk.
Met de schakelaar B bedient u de spotjes; bij uitgeschakelde
plafondverlichting wordt met de schakelaar B:
❒in linker stand, het spotje C ingeschakeld;
❒in rechter stand, het spotje D ingeschakeld.
Als de cruise-control tijdens het rijden is
ingeschakeld, zet dan nooit de
versnellingspook in de vrijstand.
ATTENTIE!
Bij een storing of een afwijkende werking
van de cruise-control, moet de draaiknop
A in stand OFF worden gezet. Laat het systeem, na
controle van de zekering, door het Fiat
Servicenetwerk controleren.
ATTENTIE!
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 82
171
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
CRUISE-CONTROL
(SNELHEIDSREGLAAR)
(indien aanwezig) (groen)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven.
Het lampje op het instrumentenpaneel brandt als de
draaiknop van de cruise-control in stand ON staat. Op
enkele uitvoeringen verschijnt een bijbehorende melding op
het display.
Ü
RICHTINGAANWIJZER RECHTS (groen –
knipperend)
Het lampje gaat branden als de
richtingaanwijzerhendel omhoog wordt gezet of,
tegelijkertijd met het lampje van de linker richtingaanwijzer,
als de drukknop voor de waarschuwingsknipperlichten wordt
ingedrukt.
D
GROOTLICHT (blauw)
Het lampje gaat branden als het grootlicht wordt
ingeschakeld.
1
ASR-SYSTEEM (indien aanwezig)
(geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat
het lampje op het instrumentenpaneel branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven. Het lampje in de
ASR-knop gaat branden als het systeem is uitgeschakeld.
Het lampje knippert als het ASR-systeem inschakelt, om de
bestuurder te waarschuwen dat het systeem zich aanpast aan
de grip op het wegdek.
Het lampje gaat branden, er verschijnt een melding op het
display en er klinkt een akoestisch signaal (zoemer) als het
ASR-systeem defect is. Wendt u in dat geval zo snel mogelijk
tot het Fiat Servicenetwerk.
De meldingen op het display verschijnen als handmatig de
ASR-functie wordt in-/uitgeschakeld (zie “ASR-systeem” in
het hoofdstuk “Wegwijs in uw auto”).
Op uitvoeringen met alleen een ASR-systeem, blijft bij
uitschakeling (ASR OFF) het lampje altijd branden.
V
STORING STUURBEKRACHTIGING
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat
het lampje op het instrumentenpaneel branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Als het lampje blijft branden, de melding op het display blijft
weergegeven en er een akoestisch signaal (zoemer) klinkt,
dan werkt de stuurbekrachtiging niet en is meer kracht nodig
voor het draaien van het stuur. Wendt u tot het Fiat
Servicenetwerk.
g
161-172 DUCATO LUM nl 7ed 6/22/10 2:55 PM Page 171
202
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Autoradio, Ruitbediening bestuurderszijde, Bedieningsorganen op dashboard,
regeleenheid alarm, Regensensor (+ via contactslot) F49 7,5
Airbag (+ via contactslot) F50 7,5
Bediening A/C, Cruise-control, Tachograaf (+ via contactslot) F51 7,5
Relais optional zekeringenkast F52 7,5
Instrumentenpaneel, Mistachterlicht (+accu) F53 7,5
Zekeringenkast in motorruimte fig. 212-213
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
ABS-pomp (+accu) F01 40
Voorgloeibougies (+accu) F02 50
Start-/contactslot (+accu) F03 30
Webasto-regeleenheid (+accu) F04 20
Aanjager met Webasto-systeem (+accu) F05 20
Hoge snelheid elektroventilateur (+accu) F06 40/60
Lage snelheid elektroventilateur (+accu) F07 40/50
Aanjager (+ via contactslot) F08 40
Ruitensproeierpomp F09 20
ClaxonF10 15
Elektronische inspuiting (secundaire componenten) F11 15
Grootlicht rechts F14 7,5
Grootlicht links F15 7,5
Elektronische inspuiting (+ via contactslot) F16 7,5
173-206 DUCATO LUM NL 8ed 27-10-2010 16:27 Pagina 202
278
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
– elektrisch verstellen .......... 48
– ontwasemen/ontdooien ... 50
Buitenverlichting ...................... 74
– bediening .............................. 74
– gloeilamp achter
vervangen ............................. 192
– gloeilamp van
flankrichtingaanwijzer
vervangen ............................. 196
– gloeilamp
voor vervangen ................... 189
Carrosserie (uitvoering) ........ 232
Carrosserie
– code uitvoering .................. 233
– onderhoud ........................... 227
Carrosserie-uitvoeringen ....... 233
Centrale portierver-
/ontgrendeling ........................ 102
Chassisnummer ........................233
CO
2-emissie ............................. 271
Code-card ................................. 5
Cruise-control
(snelheidsregelaar) ................ 80
Dashboard ................................ 3
Dashboardkastjes ................. 90-91
Dead-lock (systeem) ............... 105
Derde remlicht ......................... 195
Diefstalalarm ............................. 10
Dimlicht (verlichting)
– bediening .............................. 74
– gloeilampen vervangen ...... 190
Dimlicht
– bediening .............................. 74
– gloeilamp vervangen .......... 190
Display, digitaal ......................... 18
Display, multifunctioneel ........ 24
Dop van brandstoftank ........... 128
Dubbele achterdeur ................ 107
EBD (systeem) .........................114
Elektrische ruitbediening ........ 109
Elektrische/elektronische
systemen (installatie) ............ 125
Elektrische/elektronische
systemen monteren .............. 125
EOBD-systeem ......................... 120
ESP-systeem .............................. 116Extra accessoires ..................... 124
Extra airconditioning achter ... 72
Extra autonome
verwarming............................. 67
Extra verwarming .................... 66
Fix & Go automatic (snelle
bandenreparatieset)............... 180
Follow me home (systeem) ... 76
Frontairbags ............................... 141
Geprogrammeerd
onderhoudsschema ....... 208-210
Gewichten ................................. 245
– bestel .................................... 245
– chassis ...................................259
– chassis/cabine ...................... 254
– combi .................................... 263
– dubbele cabine .................... 261
– Panorama ............................. 266
– pick-up .................................. 248
– platformchassis/cabine ...... 251
Gloeilampen (vervangen) ....... 185
– algemene aanwijzingen ...... 185
277-284 DUCATO LUM NL 9ed 15-04-2011 8:44 Pagina 278