11
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Te hoge koelvloeistoftemperatuur
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje
doven. Het lampje gaat branden als de motor te warm is. Op het
display verschijnt de bijbehorende melding.
Als het lampje gaat branden, moeten de volgende maatregelen
worden genomen:
❍bij normale rij-omstandigheden: stop de auto, zet de motor uit
en controleer of het niveau van de koelvloeistof in het reser-
voir niet onder het MIN-merkteken staat. Als dat wel het geval
is, wacht dan enkele minuten zodat de motor kan afkoelen,
open vervolgens langzaam en voorzichtig de dop, vul koel-
vloeistof bij en controleer of de koelvloeistof tussen het MIN- en
MAX-merkteken op het reservoir staat. Controleer ook of er geen
vloeistof weglekt. Als bij het starten van de motor het lampje
opnieuw gaat branden, wendt u dan tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk.
❍Als de auto onder zware bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt
(bijvoorbeeld het trekken van een aanhanger bergopwaarts of
met volbeladen auto): verlaag de snelheid en breng, als het
lampje blijft branden, de auto tot stilstand. Wacht 2 tot 3 mi-
nuten met draaiende motor en geef iets gas voor een snellere
circulatie van de koelvloeistof. Zet vervolgens de motor uit. Con-
troleer het vloeistofniveau zoals hiervoor beschreven.
BELANGRIJK Bij zware bedrijfsomstandigheden is het raadzaam de
motor enkele minuten te laten draaien met iets ingetrapt gaspe-
daal voordat u de motor uitzet.
u
Niet goed gesloten portieren (rood)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje (of het symbool op het display) gaat bran-
den als een of meer portieren of de achterklep niet goed
gesloten zijn. Als de auto in beweging is met geopende portieren,
dan klinkt er een akoestisch signaal. Op enkele uitvoeringen gaat
het lampje (of het symbool op het display) ook branden als de mo-
torkap niet goed gesloten is.´
Storing EOBD-/inspuitsysteem (geel)
Als u onder normale omstandigheden de contactsleu-
tel in stand MAR draait, dan gaat het lampje branden.
Het lampje moet doven als de motor is aangeslagen.
Als het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden, dan
werkt het inspuitsysteem niet optimaal; als het lampje constant
brandt, dan duidt dit op een storing in het motormanagementsy-
steem; dit kan tot gevolg hebben dat de schadelijke uitlaatgas-
emissie toeneemt, de prestaties verminderen, de auto slechter gaat
rijden en het brandstofverbruik toeneemt.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bijbehorende melding op
het display.
U kunt onder deze omstandigheden doorrijden zonder te veel van
de motor te eisen of met hoge snelheid te rijden. Als lang met
een brandend waarschuwingslampje wordt doorgereden, kunnen
beschadigingen ontstaan. Wendt u zo snel mogelijk tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
Het lampje dooft als de storing verdwijnt. De storing wordt door
het systeem in het geheugen opgeslagen.U
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 8:59 Pagina 11