9
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Niet omgelegde veiligheidsgordel
(rood)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje gaat continu branden als bij stilstaande au-
to de veiligheidsgordel aan bestuurderszijde niet is omgelegd. Als
de auto rijdt en de veiligheidsgordels voor zijn niet goed omgelegd,
dan gaat het lampje knipperen en klinkt tegelijkertijd een akoes-
tisch signaal (zoemer).
Het akoestische signaal (zoemer) van het SBR-systeem (Seat Belt
Reminder) kan permanent worden uitgeschakeld door het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
Het systeem kan weer worden ingeschakeld via het Setup-menu.<
Accu wordt niet voldoende
opgeladen (rood)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje
branden. Het moet doven nadat de motor is aangeslagen (als de mo-
tor stationair draait, kan het voorkomen dat het lampje iets later dooft).
Als het lampje (of het symbool op het display) blijft branden
of knipperen, wendt u dan onmiddellijk tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk.w
Storing actieve Dual Pinion
stuurinrichting (rood)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Als
het lampje (of het symbool op het display) blijft branden, werkt
de stuurbekrachtiging niet meer en kan er meer kracht nodig zijn
voor het draaien van het stuur. Wendt u in dat geval tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk. Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
BELANGRIJK Als de accu losgekoppeld is geweest dan moet de stuur-
bekrachtiging geïnitialiseerd worden wat wordt aangegeven door
het branden van het lampje. Om deze procedure uit te voeren is
het voldoende om het stuur tot de uiterste stand naar links en naar
rechts te draaien of 100 meter rechtuit te rijden.g
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 8:59 Pagina 9
112
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
„ELECTRONIC Q2”-SYSTEEM („E-Q2”)
Het „Electronic Q2”-systeem benut het remsysteem en is qua wer-
king vergelijkbaar met een traditioneel sperdifferentieel.
Bij acceleratie in bochten bedient het remsysteem de rem van het
binnenste wiel, waardoor de aandrijfkracht naar het (zwaarder be-
laste) buitenste wiel wordt overgebracht. Het systeem verdeelt, af-
hankelijk van de rijomstandigheden en de conditie van het weg-
dek, het motorvermogen dynamisch en constant over de
aangedreven voorwielen.
Het systeem in combinatie met de McPherson voorwielophanging
maakt een bijzonder effectieve en sportieve rijstijl mogelijk.
DST-SYSTEEM (Dynamic Steering Torque)
Deze functie integreert de actieve Dual Pinion stuurinrichting met
de functie van het VDC. In bepaalde situaties geeft de VDC aan
de stuurbekrachtiging opdracht om een bepaalde kracht op het
stuurwiel uit te oefenen, die de bestuurder aanspoort om de ma-
noeuvre op de best mogelijke wijze uit te voeren. De functie zorgt
ervoor dat remmen en sturen op elkaar zijn afgestemd, zodat het
weggedrag wordt verbeterd en de veiligheid van de auto wordt ver-
groot. De stuurbekrachtiging geeft aan het stuur een extra stuur-
koppel.
RAB-SYSTEEM (Ready Alert Brake)
(alleen bij ingeschakelde „Dynamic”-functie)
Deze functie spant de remblokken (voor en achter) aan na het snel
loslaten van het gaspedaal, zodat sneller geremd kan worden en
een kortere remweg wordt bereikt.
BRAKE ASSIST
(remregeling bij noodstops)
Dit systeem, dat niet kan worden uitgeschakeld, herkent nood-
stops (op basis van de snelheid waarmee het rempedaal wordt
ingetrapt) en verhoogt de druk in het remcircuit aanzienlijk. Het
Brake Assist-systeem wordt uitgeschakeld als er een storing is in
het VDC-systeem.
MSR-SYSTEEM
(Motor Schleppmoment Regelung)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in de ABS, verhoogt bij bruusk
terugschakelen het motorkoppel, zodat overmatige vertraging van
de aangedreven wielen wordt voorkomen. Dit heeft vooral voor-
delen op een wegdek met weinig grip, waarop de stabiliteit van
de auto snel verloren kan gaan.
CBC-SYSTEEM (Cornering Braking Control)
Met deze functie wordt de distributie van de remkracht over de vier
wielen geoptimaliseerd (door gebruik te maken van alle beschik-
bare grip op de weg), als in een bocht wordt geremd en het ABS
ingrijpt. Hierdoor verbetert de remweg in de bocht en vooral de sta-
biliteit van de auto.
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 9:00 Pagina 112
121
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
EOBD-SYSTEEM
(European On Board Diagnosis)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het doel van het EOBD-systeem (European On Board Diagnosis) is:
❍de werking van het systeem controleren;
❍een verhoging van de uitstoot te signaleren;
❍signaleren wanneer het noodzakelijk is defecte componenten
te vervangen.
OPMERKING De auto beschikt over een diagnosestekker die, als de-
ze verbonden is met speciale apparatuur, het mogelijk maakt, de
door de regeleenheid opgeslagen storingscodes en de specifieke pa-
rameters voor de diagnose en werking van de motor, te lezen. De-
ze controle kan ook worden uitgevoerd door de verkeerspolitie.
BELANGRIJK Na het verhelpen van de storing moet het Alfa Romeo
Servicenetwerk voor een complete controle van het systeem, tests
uitvoeren op een testbank en, zo nodig, een proefrit maken die
eventueel een langere afstand kan omvatten.
ACTIEVE DUAL PINION
STUURINRICHTING
Deze werkt alleen als de contactsleutel in stand MAR staat en de mo-
tor is gestart. Bij deze stuurinrichting kan de kracht die nodig is om
het stuurwiel te verdraaien, aangepast worden aan de rij-omstan-
digheden. De diverse mogelijkheden voor stuurbekrachtiging kunnen
worden gekozen met de standen d, n, a van het hendeltje voor het
“Alfa DNA”-systeem (zie de paragraaf “Alfa DNA”-systeem).
BELANGRIJK Als de accu losgekoppeld is geweest, dan moet de
stuurbekrachtiging geïnitialiseerd worden wat wordt aangegeven
door het branden van het lampje. Om deze procedure uit te voe-
ren is het voldoende om het stuur tot de uiterste stand naar links
en naar rechts te draaien of 100 meter rechtuit te rijden.
Het is streng verboden om demontage-/monta-
gewerkzaamheden uit te voeren, waarvoor wijzi-
gingen in de stuurinrichting of de stuurkolom ver-
eist zijn (bijv. bij montage van een diefstalbeveiliging).
Hierdoor kunnen de prestaties van het systeem, de ga-
rantie en de veiligheid in gevaar worden gebracht en vol-
doet de auto niet meer aan de typegoedkeuring.
001-130 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 9:00 Pagina 121
152
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Het is raadzaam om gedurende de eerste ge-
bruiksperiode geen maximale prestaties van uw
auto te verlangen (bijv. snel accelereren, langdu-
rig rijden met hoge toerentallen en krachtig remmen).
Zolang de motor niet is aangeslagen werken de
rem- en elektromechanische stuurbekrachtiging
niet, waardoor meer kracht nodig is voor de be-
diening van het rempedaal en het stuur.
Probeer auto’s nooit te starten door ze aan te du-
wen, te slepen of van een helling te laten rijden. De-
ze handelingen kunnen de katalysator beschadigen.
Laat de contactsleutel niet in stand MAR staan als
de motor is uitgezet, om te voorkomen dat de ac-
cu ontlaadt.
MOTOR OPWARMEN NA HET STARTEN
Ga als volgt te werk:
❍rijd rustig weg, laat de motor niet met hoge toerentallen draai-
en en trap het gaspedaal niet bruusk in;
❍verlang de eerste kilometers geen maximale prestaties. Wij ra-
den u aan te wachten tot de wijzernaald van de koelvloei-
stoftemperatuurmeter begint te bewegen.
MOTOR UITZETTEN
Draai bij stationair draaiende motor de contactsleutel in stand STOP.
BELANGRIJK Het is beter om de motor na een zware rit niet on-
middellijk uit te zetten, maar hem even stationair te laten draaien.
Hierdoor kan de temperatuur in de motorruimte dalen.
Gasgeven voordat u de motor uitzet heeft geen en-
kel nut, verspilt brandstof en is, vooral voor mo-
toren met turbocompressor, schadelijk.
151-160 Alfa Giulietta NL 3ed 2-04-2010 10:30 Pagina 152
197
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Houd er rekening mee dat de rembekrachtiging
en de elektromechanische stuurbekrachtiging niet
werken zolang de motor niet is aangeslagen, waar-
door meer kracht nodig is voor de bediening van het rem-
pedaal en het stuur. Gebruik voor het slepen geen elasti-
sche kabels en rijd zo gelijkmatig mogelijk. Controleer
tijdens het slepen of de sleepkabel geen carrosseriede-
len kan beschadigen. Houdt u bij het slepen van een au-
to aan de wettelijke voorschriften. Dit geldt zowel voor
het slepen zelf als voor het gedrag naar andere wegge-
bruikers. Start de motor niet als de auto wordt gesleept.
Maak de schroefdraad zorgvuldig schoon, voordat u het
sleepoog op de schroefdraadpen draait. Controleer, voor-
dat de auto wordt gesleept, of het sleepoog geheel op
de schroefdraadpen is gedraaid.Het sleepoog voor en achter mag uitsluitend wor-
den gebruikt voor pechgevallen op een vlakke weg.
Slepen, waarbij gebruik moet worden gemaakt van
een sleepverbinding (sleepstang) die aan de wettelijke
eisen voldoet, is toegestaan over korte afstanden om de
auto op een vlakke weg te verplaatsen als voorbereiding
op transport m.b.v. een afsleepauto of een autoambulan-
ce. De sleepogen MOGEN NIET worden gebruikt voor het
slepen van het voertuig buiten een vlakke weg of als er
obstakels aanwezig zijn en/of voor het slepen met sleep-
kabels of andere elastische materialen. Naast boven-
staande voorwaarden moeten de twee voertuigen (het sle-
pende en het gesleepte) tijdens het slepen ook zo veel
mogelijk in een rechte lijn achter elkaar blijven.
161-198 Alfa Giulietta NL 4ed 5-05-2010 14:28 Pagina 197
214
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ACCU
Het elektrolyt in de accu F-fig. 161-162-163-164 hoeft niet bij-
gevuld te worden met gedestilleerd water. Daarom moet de juis-
te werking ervan regelmatig door het Alfa Romeo Servicenetwerk
gecontroleerd worden.
ACCU VERVANGEN
Als de accu vervangen wordt, moet een originele accu met dezelfde
specificaties worden geïnstalleerd. Voor het onderhoud van de nieu-
we accu dient u zich strikt te houden aan de aanwijzingen van de
fabrikant van de accu.
TIPS OM DE LEVENSDUUR
VAN DE ACCU TE VERLENGEN
Om het snel ontladen van de accu te voorkomen en de levens-
duur te verlengen, dient u de volgende aanwijzingen op te volgen:
❍wanneer u de auto parkeert, controleer dan of de portieren, de
motorkap en de achterklep goed gesloten zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de interieurverlichting blijft branden;
❍schakel de interieurverlichting uit: de auto is in ieder geval
uitgerust met een systeem voor automatische uitschakeling van
de interieurverlichting;
❍voorkom zoveel mogelijk het gebruik van stroomverbruikers als
de motor uitstaat (autoradio, waarschuwingsknipperlichten enz.);
❍maak voordat werkzaamheden aan de elektrische installatie
van de auto worden uitgevoerd, eerst de klem los van de min-
pool op de accu.
BELANGRIJK Als de accu losgekoppeld is geweest dan moet de
stuurbekrachtiging geïnitialiseerd worden wat wordt aangegeven
door het branden van het lampje
g. Om deze procedure uit te voe-
ren is het voldoende om het stuur tot de uiterste stand naar links
en naar rechts te draaien of 100 meter rechtuit te rijden.
LUCHTFILTER/POLLENFILTER/
DIESELFILTER
Wendt u voor de vervanging van de filters tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
199-224 Alfa Giulietta NL 4ed 3-05-2010 15:02 Pagina 214
282
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Bougies (type) ........................ 228
Brake Assist (systeem) ............. 112
Brandblusser ........................... 91
Brandstof besparen .................. 155
Brandstofnoodschakeling .......... 86
Brandstofreserve .............. 240-241
Brandstofsysteem .................... 230
Buitenverlichting ...................... 74
Buitenverlichting/dimlichten
– bediening .......................... 74
– gloeilampen
vervangen .................177-179
Carrosserie
– codes
carrosserie-uitvoeringen ....... 227
– reinigen ............................ 221
Carrosserie-uitvoeringen ............ 227
CBC-systeem ........................... 112CODE-card .............................. 41
Cruise-control .......................... 79
Dagverlichting (D.R.L.)
(inschakelen) ....................... 74
Dashboard .............................. 3
Dashboardkastje/
opbergvakken ................... 87-88
Derde remlicht
– gloeilampen vervangen ....... 181
Diefstalalarm .......................... 47
Dimlicht
– bediening .......................... 74
– gloeilampen vervangen ....... 178
Display
– Instelbaar multifunctioneel
display ............................. 21
– Multifunctioneel display ....... 20
Dop van brandstoftank ............. 128Dorpelverlichting ...................... 84
– gloeilampen vervangen ....... 185
DPF-roetfilter
(Diesel Particulate Filter) ........ 129
DST-systeem ........................... 112
Electronic Q2-systeem
(„E-Q2”) ............................. 112
Elektrisch bedienbaar
opendak .............................. 92
Elektrische/elektronische
systemen monteren ............... 123
Elektromechanische
stuurbekrachtiging ................. 121
EOBD (systeem) ..................... 121
Fix&Go automatic, snelle
bandenreparatieset ................ 169
Follow me home (systeem) ...... 76
Gebruik van
de versnellingsbak ................. 154
281-292 Alfa Giulietta NL 5ed 27-07-2010 9:01 Pagina 282