194
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
U moet absoluut aan-
geven dat de band is
gerepareerd met de snelle
bandenreparatieset. Overhan-
dig de informatiefolder aan het
personeel dat de band moet
repareren die behandeld is met
de bandenreparatieset.
OPGELET
A0E0215mfig. 21A0E0216mfig. 22
ALLEEN VOOR CONTROLE
EN HERSTELLEN SPANNING
De compressor kan ook worden gebruikt
voor het herstellen van de bandenspan-
ning.
Maak de snelkoppeling A-fig. 21los
en verbind de koppeling direct met het
ventiel van de band fig. 22; op deze ma-
nier wordt de spuitbus niet met de com-
pressor verbonden en wordt de afdicht-
vloeistof niet in de band gespoten.
Als de bandenspanning
onder 1,8 bar is ge-
daald, mag niet verder worden
gereden: de snelle reparatie-
set Fix & Go automatic kan de
vereiste wegligging niet ga-
randeren omdat de band te erg
beschadigd is. Wendt u tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
OPGELET
❒als een spanning van ten minste 1,8
bar wordt gemeten, herstel dan de
correcte bandenspanning (met draai-
ende motor en aangetrokken hand-
rem), waarna verder kan worden ge-
reden;
❒rijd zeer voorzichtig naar een bedrijf
uit het Alfa Romeo Servicenetwerk.
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed 31-03-2009 10:33 Pagina 194
ALGEMENE AANWIJZINGEN
❒Als een lamp niet brandt, controleer
dan eerst of de zekering niet door-
gebrand is, voordat u de lamp ver-
vangt: zie voor de plaats van de ze-
keringen de paragraaf “Zekeringen
vervangen” in dit hoofdstuk;
❒controleer voordat u een lamp ver-
vangt of de contacten niet zijn ge-
oxideerd;
❒vervang een defecte lamp door een
exemplaar van hetzelfde type en
vermogen;
❒als u een gloeilamp in de koplamp
hebt vervangen, controleer dan om
veiligheidsredenen altijd of de af-
stelling nog goed is;
BELANGRIJKAan de binnenzijde kan
de koplamp een beetje beslagen zijn:
dit duidt niet op een defect, maar is een
natuurlijk verschijnsel dat veroorzaakt
wordt door een lage temperatuur en de
luchtvochtigheidsgraad, en verdwijnt
snel als de koplampen worden inge-
schakeld. De aanwezigheid van drup-
pels aan de binnenzijde van de koplamp
duidt daarentegen op het binnendringen
van water: wendt u tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
LAMP VERVANGEN
196
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Modificaties en repara-
ties aan de elektrische
installatie die niet juist en zon-
der rekening te houden met de
technische specificaties van het
systeem worden uitgevoerd,
kunnen storingen en brandge-
vaar veroorzaken.
OPGELET
Door de hoge voe-
dingsspanning mogen
defecte gasontladingslampen
(Bixenon) uitsluitend door ge-
specialiseerd personeel wor-
den vervangen: levensgevaar!
Wendt u tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
OPGELET
Halogeenlampen be-
vatten gas onder druk.
Als de lamp stuk gaat, dan
kunnen glasdeeltjes wegsprin-
gen.
OPGELET
Halogeenlampen mag u
uitsluitend aanraken op
het metalen gedeelte. Als u de
bol met uw vingers aanraakt,
zal de lichtopbrengst van de
lamp teruglopen en kan ook de
levensduur beperkt worden.
Als de bol per ongeluk wordt
aangeraakt, reinig de bol dan
met een met wasbenzine be-
vochtigde doek en laat de lamp
drogen.
OPGELET
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed 31-03-2009 10:33 Pagina 196
199
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENGrootlicht (halogeenlamp)
Bij enkele uitvoeringen is een speciale
onderdrukpomp voor de rembekrachti-
ger geplaatst die verwijderd moet wor-
den om de halogeenlamp van het linker
grootlicht te vervangen. De onderdruk-
pomp bevindt zich naast de accuhouder
(fig. 25).
GLOEILAMP
BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbeho-
rende vermogen de paragraaf “Gloei-
lamp vervangen”.
KOPLAMPUNITS
In de koplampunits zijn de lampen voor
het grootlicht, de buitenverlichting, de
richtingaanwijzers en het dimlicht.
Voor het verwijderen van de lamp moet
het deksel worden verwijderd door dit
linksom te draaien.
De lampen zijn op de volgende wijze
in de lichtunit fig. 25/ageplaatst:
AGrootlicht
BBuitenverlichting/richtingaanwijzer
CDimlicht
A0E0191mfig. 25/a
Monteer de doppen na-
dat de lampen zijn ver-
vangen en controleer of de
doppen goed vastzitten (ge-
borgd).
OPGELET
Ook bij de uitvoeringen met onderdruk-
pomp voor de rembekrachtiger, wordt
de beschrijving alleen als indicatie ge-
geven; wendt u voor deze werkzaam-
heden tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk.
Gloeilamp vervangen:
❒draai het deksel linksom A-
fig. 25/a;
❒maak de stekker A-fig. 26los;
❒haak de borgveer van de lamp los
B;
❒verwijder en vervang de lamp;
De onderdrukpomp kan
zeer warm zijn: ver-
mijd contact met de handen,
verbrandingsgevaar! Als
werkzaamheden niet op de
juiste wijze worden uitge-
voerd, kan dit de werking van
het remsysteem negatief beïn-
vloeden en daarmee de rijvei-
ligheid van de auto.
OPGELET
A0E0540mfig. 25
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed 31-03-2009 10:33 Pagina 199
201
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
A0E0192mfig. 29
Dimlicht
(halogeenlamp)
Gloeilamp vervangen:
❒draai het deksel linksom C-fig. 25;
❒maak de stekker A-fig. 29los;
❒haak de borgveer van de lamp los B;
❒verwijder en vervang de lamp;
❒monteer de nieuwe lamp en maak de
bevestigingsveerB-fig. 29van de
lamp vast;de auto, zodat de bevestigingsveer
wordt samengedrukt A-fig. 30.
Maak de voorzijde los en verwijder
de unit;
❒draai de lamphouder B-fig. 31links-
om en verwijder het lampenglas C.
❒trek de lamp Duit de houder en ver-
vang hem;
❒plaats de lamphouder B-fig. 31in
het lampenglas Cen plaats de unit;
controleer of de bevestigingsver A-
fig. 30goed vastzit.
A0E0163mfig. 30A0E0164mfig. 31
Werk voorzichtig, zodat
de carrosserie en het
lampenglas niet worden
beschadigd.
Door de hoge voe-
dingsspanning mogen
defecte gasontladingslampen
(Bixenon) uitsluitend door ge-
specialiseerd personeel wor-
den vervangen: levensgevaar!
Wendt u tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
OPGELET
Groot-/dimlicht met gasontla-
dingslampen (Bixenon)
(waar voorzien)
Richtingaanwijzers op flanken
Gloeilamp vervangen:
❒druk om de lamp te verwijderen het
lampenglas naar de achterzijde van
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed 31-03-2009 10:33 Pagina 201
Achteruitrijverlichting/mistac
hterlicht
Gloeilampen vervangen:
❒open de achterklep;
❒draaiA-fig. 33, zodat het klepje
Bopent;
❒zet het klepje omlaag, maak de bor-
glippenC-fig. 34los en verwijder
de lamphouder;
ACHTERLICHTUNITS
De achterlichtunits bevatten de lampen
voor de achteruitrijverlichting, het mist-
achterlicht, de richtingaanwijzers, de bui-
tenverlichting, de kentekenverlichting,
de remlichten en het derde remlicht.
202
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
A0E0165mfig. 33A0E0166mfig. 34
MISTLAMPEN VOOR fig. 32
(waar voorzien)
WAARSCHUWINGWendt u voor het
vervangen van de lamp van de
mistlampen en voor het afstellen van de
lichtunits tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
A0E0196mfig. 32
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed 31-03-2009 10:33 Pagina 202
Derde remlicht
Wendt u voor het vervangen van de
lamp van het derde remlicht tot het Al-
fa Romeo Servicenetwerk.
205
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
A0E0169mfig. 41
GLOEILAMP
INTERIEURVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbeho-
rende vermogen de paragraaf “Gloei-
lamp vervangen”.
PLAFONDLAMPJE VOOR
Wendt u voor het vervangen van de
lamp tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk.
PLAFONDVERLICHTING
ACHTER
Uitvoeringen zonder opendak
Gloeilamp vervangen:
❒verwijder het plafondlampje vóór
door het lampje op de door de pijlen
aangegeven punten los te maken
(ziefig. 42);
A0E0183mfig. 42
A0E0084mfig. 43
❒draai de twee lamphouders A-
fig. 43linksom, verwijder de lamp
en vervang de lamp.
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed 31-03-2009 10:33 Pagina 205
209
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
Het elektrische systeem wordt door ze-
keringen beveiligd: de zekering brandt
door bij een storing of bij oneigenlijk ge-
bruik van het systeem.
Als een systeem niet werkt, moet de
werking van de betreffende zekering
worden gecontroleerd: de verbindings-
strip mag niet onderbroken zijn. Is dit
wel het geval, dan moet u de zekering
vervangen door een exemplaar met de-
zelfde stroomsterkte (zelfde kleur).
A:niet defect zekering
B:zekering met doorgebrande strip.
Gebruik voor het vervangen van een ze-
kering het tangetje Cuit de zekeringen-
en relaiskast onder het dashboard.
A0E0119mfig. 54
Vervang een defecte ze-
kering nooit door ander
materiaal.
Vervang in geen enkel
geval een zekering
door een zekering met een ho-
ger ampèrage; brandgevaar.
OPGELET
Als een hoofdzekering
(MEGA-FUSE, MAXI-
FUSE) doorbrandt, wendt u
dan tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk. Controleer voor-
dat de zekering wordt ver-
vangen of de sleutel niet in het
startsysteem zit en of alle ver-
bruikers zijn gedoofd en/of
uitgeschakeld.
OPGELET
Als de zekering op-
nieuw doorbrandt,
wendt u dan tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
OPGELET
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed 31-03-2009 10:34 Pagina 209
219
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
ACCU OPLADEN
WAARSCHUWINGDe beschrijving
voor het opladen van de accu dient
slechts ter informatie. Wendt u tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk om deze
werkzaamheden uit te laten voeren.
We raden u aan de accu langzaam en
met een lage stroomsterkte (ampèra-
ge) gedurende ca. 24 uur op te laden.
Als u de accu langer oplaadt, kan de ac-
cu beschadigen.Ga voor het opladen als volgt te werk:
❒maak de klem los van de minpool (-
) op de accu;
❒sluit de kabels van het laadapparaat
aan op de accupolen; let hierbij op
de polariteit;
❒schakel de acculader in;
❒schakel aan het einde van het opla-
den eerst de acculader uit en koppel
dan de accu los;
❒sluit de klem weer aan op de min-
pool (-) van de accu.
De vloeistof in de accu
is giftig en corrosief.
Vermijd het contact met de
huid en de ogen. Het opladen
van de accu moet worden uit-
gevoerd in een goed geventi-
leerde ruimte, ver verwijderd
van open vuur en vonkvor-
mende apparaten: brand- en
ontploffingsgevaar.
OPGELET
Probeer een bevroren
accu niet op te laden:
eerst moet de accu ontdooid
worden, anders loopt u het ri-
sico dat de accu ontploft. Als
de accu bevroren is geweest,
moet door deskundig perso-
neel worden gecontroleerd of
de cellen niet beschadigd zijn
en of de bak geen scheuren
vertoont, waardoor de gifti-
ge en corrosieve vloeistof kan
weglekken.
OPGELET
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed 31-03-2009 10:34 Pagina 219