43
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
˙Lucht uit de luchtroosters in de been-
Oruimten (warmere lucht) en de luch-
troosters in het midden en aan de zij-
kant van het dashboard (koelere
lucht). Deze luchtverdeling is bijzon-
der nuttig in de gematigde seizoenen
(voor- en najaar) als de zon schijnt.
NLucht uit de luchtroosters in de been-
Oruimten en de luchtroosters voor ont-
waseming/ontdooiing van de voorruit
en zijruiten voor. Deze luchtverdeling
zorgt voor een goede verwarming van
het interieur en voorkomt het even-
tuele beslaan van de ruiten.
NLucht uit de luchtroosters voor ont-˙waseming/ontdooiing van de voorruit
en de luchtroosters in het midden en
aan de zijkant van het dashboard. De-
ze luchtverdeling zorgt voor een lucht-
stroom naar de voorruit als de zon op
de ruit schijnt.
NLucht uit alle luchtroosters in de auto. ˙
O
Bij FULL AUTOregelt het systeem au-
tomatisch de luchtverdeling. Het systeem
kiest de beste luchtverdeling op basis van
de klimatologische omstandigheden. Bij
FULL AUTOzijn de lampjes van de
luchtverdeling gedoofd.De luchtverdeling, als deze handmatig is
ingesteld, wordt aangegeven door een
brandend lampje op de geselecteerde
knoppen. Als een gecombineerde functie
is ingesteld en er een knop wordt inge-
drukt, dan wordt ook de functie van die
knop ingeschakeld. Als daarentegen een
knop van een reeds ingestelde functie
wordt ingedrukt, dan wordt die functie
uitgeschakeld (het betreffende lampje
dooft). Voor het hervatten van de auto-
matische werking van de luchtverdeling na
een handmatige instelling, moet de knop
AUTOworden ingedrukt.
Als de bestuurder kiest voor luchtverde-
ling naar de voorruit, wordt ook de lucht-
stroom aan passagierszijde automatisch
naar de voorruit geleid. De passagier kan
vervolgens een andere luchtverdeling kie-
zen door de betreffende knoppen in te
drukken.
Drukknoppen voor regelen
aanjagersnelheid L
Als u op de knop pdrukt, wordt de aan-
jagersnelheid respectievelijk verhoogd of
verlaagd en daarmee de hoeveelheid lucht
die in het interieur wordt gevoerd om de
gewenste temperatuur te handhaven.De aanjagersnelheid wordt weergegeven
door verlichte staafjes op het display:
❒maximum aanjagersnelheid = alle staaf-
jes verlicht;
❒minimum aanjagersnelheid = één staaf-
je verlicht.
De aanjager kan worden uitgeschakeld,
maar alleen als u de aircocompressor hebt
uitgeschakeld met de knop B.
BELANGRIJK Voor het hervatten van de
automatische werking van de aanjager na
een handmatige instelling, moet de knop
AUTOworden ingedrukt.
Drukknoppen AUTO
(automatische werking) H-N
Als u de knop AUTOaan bestuurderszij-
de en/of passagierszijde voor indrukt, re-
gelt het systeem automatisch, in de be-
treffende zones, de hoeveelheid en de ver-
deling van de naar het interieur toege-
voerde lucht en worden alle voorafgaande
handmatige instellingen opgeheven. Dit
wordt aangegeven door het verschijnen van
het opschrift FULL AUTOop het display
voor. Als er een of meerdere handmatige
instellingen zijn uitgevoerd (luchtrecircu-
latie, luchtverdeling, aanjagersnelheid of uit-
schakeling aircocompressor), dooft het op-
schrift FULLop het display om aan te ge-
ven dat het systeem niet langer alle functies
automatisch regelt (behalve de tempera-
tuur die altijd automatisch wordt geregeld).
44
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BELANGRIJK Als het systeem vanwege
handmatige instellingen de gewenste tem-
peratuur in de verschillende zones niet
meer kan garanderen en handhaven, knip-
pert de ingestelde temperatuur om aan te
geven dat het systeem een probleem heeft
gesignaleerd; na een minuut dooft het op-
schrift AUTO.
Voor het hervatten van de automatische
werking van het systeem na een handma-
tige instelling (een of meerdere), moet de
knop AUTOworden ingedrukt.
Drukknop MONO
(gelijkstellen ingestelde
temperaturen en luchtverdeling) A
Als u de knop MONOindrukt, wordt de
temperatuur aan bestuurderszijde en aan
passagierszijde voor automatisch gelijkge-
steld, waardoor u in de twee zones de-
zelfde temperatuur en de luchtverdeling
kunt instellen met de draaiknop aan be-
stuurderszijde. Met deze functie kan de
temperatuur in het interieur makkelijk ge-
regeld worden als alleen de bestuurder
in de auto zit. De gescheiden regeling van
de temperatuur en de luchtverdeling
wordt automatisch weer hervat als u de
draaiknop Hdraait voor de instelling van
de temperatuur aan passagierszijde voor
of nogmaals op de knop MONOdrukt,
als het lampje op de knop brandt.Drukknop voor in-/uitschakelen
luchtrecirculatie C
De luchtrecirculatie werkt als volgt:
❒automatisch ingeschakeld, door een van
de knoppen AUTOin te drukken; het
symbool AUTOop het display naast het
autoprofiel brandt.
❒handmatig ingeschakeld (recirculatie al-
tijd ingeschakeld); het lampje op de
knop MONOen het symbool íop
het display branden;
❒handmatig uitgeschakeld (recirculatie al-
tijd uitgeschakeld met luchttoevoer van
buiten); lampje op de knop en het sym-
bool
êop het display gedoofd. De re-
circulatie kan handmatig worden in-/uit-
geschakeld door op de recirculatieknop
Cte drukken.
BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie
kunnen de gewenste omstandigheden
(verwarming of koeling van het interieur)
sneller worden bereikt.
Het is echter niet raadzaam deze functie
handmatig in te schakelen op regenachti-
ge of koude dagen, omdat dan de ruiten
aan de binnenzijde aanzienlijk sneller kun-
nen beslaan, vooral als de airconditioning
niet is ingeschakeld.Bij lage buitentemperaturen wordt de re-
circulatie uitgeschakeld (met luchttoevoer
van buiten) om het beslaan van de ruiten
te voorkomen.
Bij automatische werking wordt de recir-
culatie automatisch door het systeem ge-
regeld op basis van de externe klimato-
logische omstandigheden.
Als de handmatige werking van de recir-
culatie is ingesteld, dooft het opschrift
FULLen verdwijnt AUTOvan het sym-
bool op het display.
Bij lage buitentemperaturen
raden wij u aan om de recir-
culatiefunctie niet te gebruiken, om-
dat hierdoor de ruiten sneller kunnen
beslaan.
ATTENTIE