FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
LET OP
DCA10021
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.OPMERKING
Bij machines met een of meer radiator-
koelvinnen schakelt de radiatorkoelvin
automatisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur in de radia-
tor.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-32 nadere instructies ver-meld.
DAU42772
Waarschuwingslampje
motorstoring“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er een probleem wordt aangege-
ven in het elektrisch circuit dat de motor
controleert. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het zelfdiagnosesysteem te controle-
ren. (Zie pagina 3-7 voor uitleg over de wer-
king van het zelfdiagnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Als het waarschu-
wingslampje niet een paar seconden langoplicht en dan dooft, vraag dan een
Yamaha dealer om het elektrisch circuit te
testen.
DAU38621
Controlelampje startblokkering
Het elektrisch circuit voor het controlelamp-
je kan worden gecontroleerd door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar secon-
den lang oplicht en dan dooft, vraag dan
een Yamaha dealer om het elektrisch circuit
te testen.
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem. (Zie pagina 3-7 voor uitleg over de
werking van het zelfdiagnosesysteem.)
DAU42904
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12422
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbrengen.
Het aanbrengen van wijzigingen tijdens
het rijden kan u afleiden en vergroot hetrisico op een ongeval.
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter (die de actuele rij-
snelheid aangeeft)
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve/klok
U11CD2D0.book Page 5 Friday, August 29, 2008 9:20 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
6
10. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.OPMERKIN
G
Nadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als hetolieniveau correct is.LET OP
DCA10400
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje olieniveau knippert of blijft
branden en laat de machine controlerendoor een Yamaha dealer.
11. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
DAU20070
Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU42632
Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschillen zijn namelijk
van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutiefworden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-niveau staan.3. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimumni-
veau bevindt, verwijder dan paneel A.
(Zie pagina 6-7.)
4. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijder alleen
de dop van het koelvloeistofreser-
voir. Probeer nooit om de radiator-
vuldop te verwijderen als de motor
koud is.
[DWA15161]
LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezig is, gebruik
dan in plaats daarvan gedistilleerd
water of onthard leidingwater. Ge-
bruik geen hard water of zout water,
1.“CD” specificatie
2.“ENERGY CONSERVING II”
1
2
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
U11CD2D0.book Page 11 Friday, August 29, 2008 9:20 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
dit is schadelijk voor de motor. Als
er in plaats van koelvloeistof water
is gebruikt, vervang dit dan zo snel
mogelijk door koelvloeistof, anders
is het systeem niet beschermd te-
gen vorst en corrosie. Als er water
aan de koelvloeistof is toegevoegd,
laat dan een Yamaha dealer zo snel
mogelijk het antivriesgehalte van
de koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
de koelvloeistof afneemt.
[DCA10472]
5. Monteer het paneel.
OPMERKINGControleer of de ontluchtingsslang van het
koelvloeistofreservoir correct door de gelei-der is geplaatst.
DAU33031
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
beer nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA10381]DAU42442
Het luchtfilterelement vervangen Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vervang het luchtfilterelement vaker als
u in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
1. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
bouten te verwijderen.
2. Trek het luchtfilterelement uit.
1. Dop koelvloeistofreservoirInhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau):
0.45 L (0.48 US qt, 0.40 Imp.qt)
1. Geleider
2. Ontluchtingsslang koelvloeistofreservoir
1. Luchtfilterdeksel
2. Bout
U11CD2D0.book Page 12 Friday, August 29, 2008 9:20 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.[DWA15131]
4. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
5. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
6. Breng de accukap aan, en haak daar-
na de accuriem vast aan de houder.
1. Hoofdzekering
2. Zekeringenkastje
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
1. Zekering signaleringssysteem
2. Zekering ontstekingssysteem
3. Zekering parkeerlichten
4. Zekering radiatorkoelvin
5. Backup-zekering (voor kilometerteller, klok
en startblokkeersysteem)
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
10.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
20.0 A
U11CD2D0.book Page 26 Friday, August 29, 2008 9:20 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1040
Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen
de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze links-om en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U11CD2D0.book Page 33 Friday, August 29, 2008 9:20 AM
SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2490 mm (98.0 in)
Totale breedte:
980 mm (38.6 in)
Totale hoogte:
1115 mm (43.9 in)
Zadelhoogte:
715 mm (28.1 in)
Wielbasis:
1690 mm (66.5 in)
Grondspeling:
145 mm (5.71 in)
Kleinste draaicirkel:
3500 mm (137.8 in)Gewicht:Incl. olie en brandstof:
303.0 kg (668 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling:
2-cilinder, V-blok
Slagvolume:
1304.0 cm³
Boring × slag:
100.0 × 83.0 mm (3.94 × 3.27 in)
Compressieverhouding:
9.50 :1
Startsysteem:
Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Type:
SAE 20W-40
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:
3.20 L (3.38 US qt, 2.82 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
3.40 L (3.59 US qt, 2.99 Imp.qt)Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.45 L (0.48 US qt, 0.40 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):
2.10 L (2.22 US qt, 1.85 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:
Papieren element met oliecoatingBrandstof:Aanbevolen brandstof:
Uitsluitend normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank:
19.0 L (5.02 US gal, 4.18 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
3.7 L (0.98 US gal, 0.81 Imp.gal)Brandstofinjectie:Gasklephuis:
Fabrikant:
MIKUNI
Type/hoeveelheid:
SE ACW40-3 A/1
Bougie(s):Fabrikant/model:
NGK/LMAR7A-9
Elektrodenafstand:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)Koppeling:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellingsbak:Primair reductiesysteem:
Recht tandwiel
Primaire reductieverhouding:
70/45 (1.556)
Secundair reductiesysteem:
Riemaandrijving
Secundaire reductieverhouding:
70/30 (2.333)
Type versnellingbak:
Constant mesh, 5 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
Overbrengingsverhoudingen:
1e:
36/13 (2.769)
2e:
32/18 (1.778)
3e:
29/21 (1.381)
4e:
29/26 (1.115)
5e:
24/25 (0.960)
U11CD2D0.book Page 1 Friday, August 29, 2008 9:20 AM
SPECIFICATIES
8-3
8
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 21.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 21.0 W × 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W × 1
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Waarschuwingslampje olieniveau:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Controlelampje brandstofniveau:
LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
Controlelampje startblokkering:
LEDZekeringen:Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 AZekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
U11CD2D0.book Page 3 Friday, August 29, 2008 9:20 AM