
Voorvork controleren ......................6-22
Stuursysteem controleren...............6-23
Controleren van wiellagers .............6-23
Accu ................................................6-24
Zekeringen vervangen ....................6-26
Koplampgloeilamp vervangen ........6-27
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen ........6-28
Vervangen van een gloeilamp voor
achterlicht/remlicht of van een
gloeilamp voor achterste
richtingaanwijzer..........................6-29
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen ....................................6-30
Parkeerlichtgloeilamp vervangen....6-31
Problemen oplossen .......................6-31
Storingzoekschema’s......................6-33
VERZORGING EN STALLING VAN DE
SCOOTER............................................7-1
Matkleur, let op .................................7-1
Verzorging .........................................7-1
Stalling ..............................................7-3
SPECIFICATIES...................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE ...............9-1
Identificatienummers ........................9-1
Sleutelnummer ..................................9-1
Voertuigidentificatienummer .............9-1
Modelinformatiesticker .....................9-2
INHOUDSOPGAVE
1C0-F819D-D5.QXD 3/10/08 06:55 Página 7

3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dea-
ler het elektrisch systeem te contro-
leren.
DAU23911
Koplampgloeilamp vervangen
De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorge-
brand.
DCA10660
LET OP
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van het
glas, de lichtintensiteit en de levens-
duur nadelig worden beïnvloed. Wrijf
eventuele verontreinigingen en vinge-
rafdrukken op het gloeilampglas weg
met een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel B. (Zie
pagina 6-6).
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
3. Verwijder de gloeilamphouder vol-
gens de onderstaande afbeelding en
haal dan de doorgebrande gloeilamp
los.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30,0 A
Koplampzekering:
15,0 A
Zekering signaleringssysteem:
15,0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10,0 A
Zekering radiatorkoelvin:
10,0 A
Zekering ECU (elektronische
regeleenheid):
5,0 A
Backup-zekering:
5,0 A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
1C0-F819D-D5.QXD 3/10/08 06:55 Página 69

AAandachtspunten voor veilig rijden ...........1-5
Accu .........................................................6-24
Achterste opbergcompartiment ...............3-16
Antidiefstal-alarmsysteem (optie)...............3-9
BBanden .....................................................6-16
Bevestigingssteun ....................................3-14
Bougie, controleren....................................6-8
Brandstof .................................................3-12
Brandstofniveaumeter ................................3-5
Brandstofverbruik, tips voor
een zuinig.................................................5-3
CClaxonschakelaar.......................................3-9
Contactslot/stuurslot .................................3-2
Controle- en waarschuwingslampjes.........3-3
Controlelampje grootlicht...........................3-4
Controlelampje startblokkeersysteem .......3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ...........3-3
DDimlichtschakelaar .....................................3-9
Display, multifunctioneel ............................3-6
EEindoverbrengingsolie..............................6-11
GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ...................................................6-21
Gereedschapsset .......................................6-1
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
of gloeilamp achterste
richtingaanwijzer, vervangen..................6-29
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ..............................................6-30Gloeilamp richtingaanwijzer (voor),
vervangen ..............................................6-28
IIdentificatienummers..................................9-1
Inrijperiode .................................................5-4
KKabels, controleren en smeren ................6-21
Klepspeling ..............................................6-15
Koelvloeistof.............................................6-12
Koplampgloeilamp, vervangen ................6-27
LLuchtfilter en luchtfilterelementen in
v-snaarbehuizing ...................................6-13
M
Matkleur, let op ..........................................7-1
Middenbok en zijstandaard, controleren
en smeren ..............................................6-22
Modelinformatiesticker ..............................9-2
Motorolie ....................................................6-9
OOpbergcompartimenten ...........................3-15
PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ............6-31
Parkeren .....................................................5-4
Periodiek smeer- en onderhoudsschema ..6-2
Plaats van de onderdelen ..........................2-1
Problemen oplossen ................................6-31
RRemhendel, achterrem.............................3-10
Remhendels, smeren ...............................6-21
Remmen .....................................................5-3
Remvloeistof, verversen...........................6-20
Remvloeistofniveau, controleren..............6-19
Richtingaanwijzerschakelaar......................3-9
SSchakelaar alarmverlichting .....................3-10
Schokdemperunits, afstellen ...................3-17
Sleutelnummer ...........................................9-1
Snelheidsmeter ..........................................3-5
Sneller en langzamer rijden .......................5-2
Specificaties ...............................................8-1
Speling van de gaskabel, afstellen ..........6-15
Stalling .......................................................7-3
Startblokkeersysteem ................................3-1
Starten van de motor .................................5-1
Startknop ...................................................3-9
Startspersysteem .....................................3-19
Storingzoekschema’s ...............................6-33
Stroomlijnpanelen en framepaneel,
verwijderen en aanbrengen .....................6-6
Stuurschakelaars .......................................3-9
Stuursysteem, controleren .......................6-23
TTankdop ...................................................3-11
Temperatuurmeter koelvloeistof.................3-5
UUitlaatkatalysator .....................................3-13
VVeiligheidsinformatie ..................................1-1
Verzorging ..................................................7-1
Voertuigidentificatienummer ......................9-1
Voor- en achterremblokken controleren ..6-19
Voorremhendel .........................................3-10
Voorste opbergcompartiment ..................3-16
Voorvork, controleren ...............................6-22
Vrije slag voor- en achterremhendel ........6-18
WWaarschuwingslampje brandstofniveau ....3-4
VORWORT
1C0-F819D-D5.QXD 3/10/08 06:55 Página 86