
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
DAU11003
Controle- en waarschuwings-
lampjes
DAU11030
Controlelampjes
richtingaanwijzers“” en“”
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt.
DAU11080
Controlelampje grootlicht“”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11482
Waarschuwingslampje
motorstoring“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er een probleem wordt aangege-
ven in het elektrisch circuit dat de motor
controleert. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het zelfdiagnosesysteem te controle-
ren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Als het waarschu-
wingslampje niet een paar seconden lang
oplicht en dan dooft, vraag dan een
Yamaha dealer om het elektrisch circuit te
testen.
DAU38911
Controlelampje startblokkering
Het elektrisch circuit voor het controlelamp-
je kan worden gecontroleerd door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar secon-
den lang oplicht en dan dooft, vraag dan
een Yamaha dealer om het elektrisch circuit
te testen.Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
OPMERKINGDit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem. Als het startblokkeersysteem niet
goed werkt, zal het controlelampje in een
bepaald patroon knipperen wanneer de
contactsleutel naar “ON” wordt gedraaid.
Vraag in dat geval een Yamaha dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren. Als het
controlelampje eerst vijfmaal langzaam
knippert en dan herhaaldelijk tweemaal
snel, betreft het mogelijk een signaalstoring.
Als deze fout zich voordoet, probeer dan hetvolgende.
1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
1. Controlelampje grootlicht“”
2. Controlelampje linker
richtingaanwijzers“”
3. Controlelampje startblokkering
4. Controlelampje rechter
richtingaanwijzers“”
5. Waarschuwingslampje motorstoring“”
12 3 4 5
ZAUM0697
U16PD1D0.book Page 3 Friday, July 25, 2008 9:22 AM

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
OPMERKIN
G
De kilometerteller “Trip/fuel” wordt alleen
geactiveerd wanneer het waarschuwings-lampje brandstofniveau gaat branden.
Door indrukken van de “SET”-toets in de ki-
lometertellermodus wisselt de weergave
volgens onderstaande volgorde tussen de
verschillende kilometertellerfuncties:
Trip 1 of Trip 2 → Time (tijd) 1 of 2 → Ge-
middelde snelheid 1 of 2 → Trip 1 of Trip 2Als het waarschuwingslampje brandstofni-
veau gaat branden (Zie pagina 3-4.), wisselt
de weergave automatisch naar brandstofre-
serve-ritteller “Trip/fuel” -modus en wordt de
afgelegde afstand vanaf dat punt aangege-
ven. In dat geval wordt door het indrukken
van de “MODE”-toets in de onderstaande
volgorde gewisseld tussen de diverse weer-
gaven van rittellers en kilometerteller:
Trip/Fuel → Trip 1 → Trip 2 → Total →
Trip/fuelAls u de ritteller op nul wilt terugstellen, se-
lecteert u deze met een druk op de “MO-
DE”-toets, waarna u de “SET”-toets
minstens 1 seconde lang ingedrukt houdt.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na het
tanken 5 km (3 mi) is gereden en verschijnt
de vorige weergavemodus weer.
Klokweergave
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SET”-toets minstens 2 se-
conden lang ingedrukt terwijl de “To-
tal”-weergave actief is.
2. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, drukt u op de “SET”-toets om de
uren in te stellen.1. Total
2. Trip 1
3. Trip 2
4. Trip/Fuel
"Mode"
"Mode"
"Mode"
"Mode"1
2
3
4
ZAUM0391
1. Afstand
2. Tijd
3. Gemiddelde snelheid
"Set"
"Set""Set"
12
3
ZAUM0392
ZAUM0393
U16PD1D0.book Page 6 Friday, July 25, 2008 9:22 AM

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
3. Druk op de “MODE”-toets en de minu-
tenaanduiding zal gaan knipperen.
4. Druk op de “SET”-toets om de minuten
in te stellen.
5. Druk op de “MODE”-toets en laat deze
dan los om de klok te starten. De weer-
gave keert weer terug naar de “Total”-
modus.Omgevingstemperatuurweergave
Deze weergave toont de omgevingstempe-
ratuur vanaf –30 °C (–86 °F) tot 50 °C (122
°F).
Het waarschuwingslampje vorst“” gaat
automatisch branden als de temperatuur la-
ger is dan 3 °C (37 °F).Indicator olieverversing “OIL”
De motorolie moet worden ververst wan-
neer deze indicator gaat branden. De indi-
cator blijft branden totdat deze wordt
teruggesteld. Nadat de motorolie is ver-
verst, stelt u de indicator als volgt terug.
1. Houd de “MODE”-toets en de “SET”-
toets ingedrukt en draai de sleutel naar
“ON”.
2. Houd de “MODE”-toets en de “SET”-
toets nog twee tot vijf seconden inge-
drukt.
3. Laat de knoppen los. De indicator olie-
verversing zal nu uitgaan.ZAUM0394ZAUM0395
1. Waarschuwingslampje vorst“”
2. Minteken
3. Temperatuur1
2
3ZAUM0396
1. Indicator olieverversing “OIL”
1
ZAUM0582
U16PD1D0.book Page 7 Friday, July 25, 2008 9:22 AM

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.
DAU45310
OPMERKINGDit model is uitgerust met een hellingshoek-
sensor, waarbij de motor afslaat bij kante-
ling. Om de motor na een kanteling weer te
starten zet u het contactslot eerst op “OFF”
en daarna op “ON”. Als u dat niet doet zal
de motor niet starten, ondanks dat de motor
wordt aangezwengeld als u op de startknopdrukt.
DAUM2231
Starten van de motor LET OP
DCA10250
Zie pagina 5-4 voor instructies over het
inrijden van de motor alvorens de machi-ne in gebruik wordt genomen.
Het startspersysteem staat starten alleen
toe als de zijstandaard is opgetrokken.
Zie pagina 3-17 voor meer informatie.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje brand-
stofniveau
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
Controlelampje startblokkering
LET OP
DCA11831
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet dooft, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van het
betreffende waarschuwings- of controle-lampje.
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken terwijl de voor- of achterrem
wordt bekrachtigd. LET OP: Trek
U16PD1D0.book Page 1 Friday, July 25, 2008 9:22 AM

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
6
DAU21401
Klepspeling De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUM2041
Banden Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10501
Rijden met deze machine met een on-
juiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk ern-
stig letsel of overlijden tot gevolg.
De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is
aan de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagage en accessoires dat voor ditmodel is vastgesteld.
ZAUM0053
Bandenspanning (gemeten op koude
banden):
0–90 kg (0–198 lb):
Voor:
170 kPa (1.70 kgf/cm², 25 psi)
Achter:
190 kPa (1.90 kgf/cm², 28 psi)
90–185 kg (198–408 lb):
Voor:
180 kPa (1.80 kgf/cm², 26 psi)
Achter:
200 kPa (2.00 kgf/cm², 29 psi)
Maximale belasting*:
185 kg (408 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas-
sagier, bagage en accessoires
U16PD1D0.book Page 15 Friday, July 25, 2008 9:22 AM

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
DAU23395
Accu De accu bevindt zich achter paneel A. (Zie
pagina 6-6.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel van belang om de
accustekker te controleren en indien nodig
stevig aan te drukken.
WAARSCHUWING
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabijaccu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16520
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd. Als u niet beschikt over een
acculader met constante spanning, laat
de accu dan opladen door uw Yamaha
dealer.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het model langer
dan een maand niet wordt gebruikt,
laad hem volledig bij en zet dan weg
op een koele en droge plek. LET OP:
Als u de accu verwijdert. draait u
eerst de sleutel naar “OFF” en haalt
u daarna de stekker los.
[DCA16322]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.LET OP
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden totpermanente accuschade.
1. Accu
1
ZAUM0707
U16PD1D0.book Page 23 Friday, July 25, 2008 9:22 AM

SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2175 mm (85.6 in)
Totale breedte:
785 mm (30.9 in)
Totale hoogte:
1475 mm (58.1 in)
Zadelhoogte:
790 mm (31.1 in)
Wielbasis:
1455 mm (57.3 in)
Grondspeling:
165 mm (6.50 in)
Kleinste draaicirkel:
2300 mm (90.6 in)Gewicht:Incl. olie en brandstof:
167.0 kg (368 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling:
1-cilinder, vooroverhellend
Slagvolume:
124.6 cm³
Boring × slag:
52.0 × 58.6 mm (2.05 × 2.31 in)
Compressieverhouding:
11.20 :1
Startsysteem:
Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Type:
SAE 10W-30 of SAE 10W-40 of SAE 15W-
40 of SAE 20W-40 of SAE 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterelement:
1.40 L (1.48 US qt, 1.23 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterelement:
1.50 L (1.59 US qt, 1.32 Imp.qt)Eindoverbrengingsolie:Type:
SAE 10W-30 type SE motorolie
Hoeveelheid:
0.21 L (0.22 US qt, 0.18 Imp.qt)Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):
1.02 L (1.08 US qt, 0.90 Imp.qt)
Luchtfilter:Luchtfilterelement:
Papieren element met oliecoatingBrandstof:Aanbevolen brandstof:
Uitsluitend normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank:
10.5 L (2.77 US gal, 2.31 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
2.7 L (0.72 US gal, 0.60 Imp.gal)Brandstofinjectie:Gasklephuis:
Fabrikant:
AISAN
Type/hoeveelheid:
EFI / 1Bougie(s):Fabrikant/model:
NGK/CPR9EA-9
Elektrodenafstand:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)Koppeling:Type koppeling:
Droog, automatisch centrifugaalVersnellingsbak:Primair reductiesysteem:
Schroeftandwiel
Primaire reductieverhouding:
41/14 (2.929)
Secundair reductiesysteem:
Schroeftandwiel
Secundaire reductieverhouding:
44/12 (3.666)
-20 -10 0
10 20 30
40
50 ˚C
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
U16PD1D0.book Page 1 Friday, July 25, 2008 9:22 AM