Page 5 of 88
DAUS1172
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
YP125E
HANDLEIDING
©2008 door YAMAHA MOTOR ESPAÑA S.A.
1e uitgave, Augustus 2008
Alle rechten voorbehouden.
Elke vorm van herdruk
of onbevoegd gebruik
zonder schriftelijke toestemming van
YAMAHA MOTOR ESPAÑA S.A.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Neederland.
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 5
Page 47 of 88

4. Als de motorolie beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan voldoende olie, van
de aanbevolen soort, bij tot het
correcte niveau.
5. Steek de peilstok in de vulope-
ning en draai dan de olievuldop
vast.
Verversen van de motorolie
1. Start de motor, laat deze een
paar minuten warmdraaien en zet
hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de
motor om de gebruikte olie op te
vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de
aftapplug om de olie uit het car-
ter te laten stromen.
1. Olieaftapplug 1. Olieaftapplug
2. Ring
4. Controleer of de ring beschadigd
is en vervang indien nodig.
5. Breng de onderlegring en de olie-
aftapplug aan en zet de plug dan
vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
OPMERKING
Controleer of de onderlegring correct
aanligt.
6. Vul bij met de voorgeschreven
hoeveelheid van de aanbevolen
motorolie, breng dan de olievul-
dop aan en zet deze vast.
DCA11670
LET OP
●Gebruik geen olie met een
“CD”-dieselspecificatie of een
hogere kwaliteit dan gespecifi-
ceerd. Gebruik ook geen olie
met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
●Zorg dat er geen verontreini-
gingen in het carter terecht
komen.
7. Start de motor, laat deze een
paar minuten stationair draaien
en controleer daarbij op olielek-
kage. Als er sprake is van olielek-
kage, zet de motor dan direct af
en zoek de oorzaak.
8. Stel het display olieverversings-
termijn op de volgende wijze
terug.
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina
Oliehoeveelheid bij verversing:
1,20 L (1,27 US qt, 1,06 Imp.qt)
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
32 Nm (3,2 m•kgf, 23,1 ft•lbf)
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 47
Page 54 of 88

DWA10511
s s
WAARSCHUWING
Belaad uw machine nooit te zwaar.
Rijden met een te zwaar belaste
machine kan leiden tot een onge-
val.
Inspectie van banden
1. Bandprofieldiepte
2. Wang van band
Voor elke rit moeten de banden wor-
den gecontroleerd. Als de bandpro-
fieldiepte op het midden van de band
de vermelde limiet heeft bereikt, de
band spijkers of stukjes glas bevat of
wanneer de wang van de band
scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer
worden vervangen.
OPMERKING
De slijtagelimiet voor bandprofieldiep-
te is voor diverse landen verschillend.
Neem altijd de lokale voorschriften in
acht.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless
banden.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hie-
ronder vermelde banden voor dit
model goedgekeurd door Yamaha
Motor España, S.A.
DWA10470
s s
WAARSCHUWING
●Laat sterk versleten banden
door een Yamaha dealer ver-
vangen. Rijden op een machine
met versleten banden is niet
alleen verboden, maar dit heeft
ook een averechts effect op de
rijstabiliteit, waardoor u de
macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
●De vervanging van onderdelen
van wielen en remmen, inclu-
sief banden, dient te worden
overgelaten aan een Yamaha
dealer, die over de nodige vak-
kundige kennis en ervaring
beschikt.
Voorband:
Maat:
120 / 70 - 12 51L
Fabrikant/model:
PIRELLI / SL66
MICHELIN / BOOPER
CONTINENTAL / ZIPPY 1
Achterband:
Maat:
130 / 70 - 12 56L
Fabrikant/model:
PIRELLI / SL66
MICHELIN / BOOPER
CONTINENTAL / ZIPPY 1
Minimale bandprofieldiepte (voor
en achter):
1,6 mm (0,06 in)
1
2
ZAUM0054
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 54
Page 74 of 88

Na reiniging
1. Droog de scooter met een zeem-
leren lap of een vochtabsorbe-
rende doek.
2. Gebruik een chroompolish om
verchroomde, aluminium en
roestvrijstalen delen te doen
glanzen, ook het uitlaatsysteem.
(Zelfs thermische verkleuringen
op roestvrijstalen uitlaatsystemen
kunnen door oppoetsen worden
verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend
middel aan te brengen op alle
metalen delen, ook op verchro-
omde en vernikkelde componen-
ten, om zo corrosie te voorko-
men.
4. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om nog ach-
tergebleven vuil te verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen
door steenslag e.d. bij.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in
de was.
7. Laat de scooter volledig drogen
alvorens te stallen of af te dek-
ken.DWA10941
s s
WAARSCHUWING
Verontreiniging van de remmen of
banden kan leiden tot verlies van
de controle over de machine.
●Controleer of er geen olie of
was op de remmen of banden
zit. Reinig de remschijven en
remvoeringen indien nodig met
een normale remschijfreiniger
of aceton en spoel de banden
schoon met lauw water en een
mild reinigingsmiddel.
●Test voor u de scooter in
gebruik neemt eerst de rem-
werking en het weggedrag in
bochten.
DCA10800
LET OP
●Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwij-
der overtollige hoeveelheden.
●Breng oliespray of was nooit
aan op rubber of kunststof
delen, behandel deze met een
daartoe bestemd verzorgings-
middel.
●Vermijd het gebruik van schu-
rende poetsmiddelen, deze
tasten de lak aan.
OPMERKING
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-3
7
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 74
Page 88 of 88
YAMAHA MOTOR ESPAÑA, S.A.
PRINTED IN NEEDERLAND
2008.08
(D)
5D8-F819D-D1.QXD 7/8/08 17:26 Página 88