
F11
1. Elektrobox
instrumentenpaneel .............................6-23
2. Instrumentenpaneel ............................................... 1-54
3. Parkeerrempedaal ................................................. 1-98
4. Rempedaal ............................................................. 2-4
5. Gaspedaal ............................................................. 2-4
6. Multischakelaar verlichting/ Schakelaar mistlampen voor .........................1-74/1-76
7. Toets audioafstandsbediening .............................1-112
8. Claxon/SRS airbag (bestuurdersijde) ...........1-107/1-43
9. Hoofdschakelaar automatische snelheidsregeling (Indien gemonteerd) ............................................ 1-10910. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers
..............1-77
11. Audiosysteem ..................................................... 1-129
12. Airbag voor passagi erszijde .................................. 1-43
13. Bedieningsorganen verwarming/airconditioning
(Indien gemonteerd) ............................................ 1-116
14. Dashboardkastje ................................................... 1-93
15. Opbergkastje ......................................................... 1-93
16. Keuzehandel/Versnellingshandel ............................ 2-7
17. Bekerhouder .......................................................... 1-86
18. Middenconsole ...................................................... 1-94
LET OP:
Als u gebruik maakt van een luchtverfrisser in uw auto mag deze niet op of aan het dashboard worden geplaatst. Als lekkage optreedt van de vloeistof van de luchtverfrisser op dezeonderdelen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager), kunnen ze worden beschadigd. Als lekkage van de luchtverfrisservloeistof optreedt op deze onderdelen moet dit onmiddellijk met water worden afgespoeld.
!

UW AUTO IN ÉÉN OOGOPSLAG
F12B255A02TG-GXT WAARSCHUWINGS- EN CONTROLELAMPEN OP HET INSTRUMENTENPANEEL * Een gedetailleerde uitleg van deze onderdelen treft u aan op pagina 1-58.
Controlelamp richtingaanwijzers Controlelamp grootlicht Controlelamp niet goed gesloten achterklep
Controlelamp oliedruk
Controlelamp parkeerrern/ remvloeistofpeil
Controlelamp laadstroom
Controlelamp voor niet goed gesloten portieren
Controlelamp benzine-reserve
Waarschuwingslamp laag ruitensproeiervloeistofniveau
Gordel-waarschuwingslamp
Controlelamp mistlampen
Storingscontrole-lamp
Onderhoudsindicatie (SRI) Van airbag systeem "Passagiersairbag Off"-Lamp (Indien gemonteerd)
Controlelamp ABS
Controlelamp Cruise Control (Indien gemonteerd) Controlelampen elektronischstabiliteitsprogramma
Indicator ingeschakelde cruise controle (Indien gemonteerd)
Controlelamp immobilizer (Diefstalbeveiliging)
Waarschuwingslamp Water In Brandstoffilter (Dieselmotor)
Controlelamp Voorgloeien (Dieselmotor)

Brandstofvoorschriften ................................................. 1-2
Inrijden van uw nieuwe Hyundai ................................... 1-4
Startblokkering .............................................................. 1-4
Portiersloten ................................................................. 1-8Diefstalbeveiligingsinstallatie ...................................... 1-12
Elektrisch bediende ruiten ........................................... 1-16
Stoel ...... ....................................................................... 1-20
Geïntegreerd geheugen (I.M.S)................................... 1-24
Veiligheidsgordels ........................................................ 1-29
Veiligheidssysteem voor kinderen ............................... 1-33
Airbagsysteem ............................................................. 1-42
Instrumentenpaneel en controlelampen ..... ..................1-54
Indicator en waarschuwingslamp ................................ 1-58
Instrumentenpaneel ..................................................... 1-67
Boordcomputer ............................................................ 1-69
Multischakelaar ............................................................ 1-74
Ruitenwisser/sproeierschakelaar ................................1-77
Schuifdak ..................................................................... 1-87
Buitenspiegel ............................................................... 1-94
Openen mo torkap...................................................... 1-104
Automatische snelheidsregeling ................................ 1-109
Bediening verwarming en koeling.............................. 1-114
Stereo geluidsinstallatie ............................................. 1-125
Antenne ..................................................................... 1-128
Audiosysteem ............................................................ 1-129
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
1

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
21
B090A01TG-AXT ELEKTRISCH VERSTELBARE STOELEN VOOR De voorstoelen kunnen in de juiste stand worden gezet m.b.v. de
bedieningsknop op de stoel. Stel destand van de stoel zodanig in dat het stuurwiel, de pedalen en de bedieningsorganen op het dashboardgoed bereikbaar zijn.
LET OP:
Bedien de twee knoppen niettegelijkertijd.
WAARSCHUWING:
o Verander de stand van de stoel niet tijdens het rijden. Hierdoorkunt u de controle over de autoverliezen waardoor een dodelijk ongeval, letsel of schade kan ontstaan.
o Zit niet onnodig dicht bij de airbag (i.v.m. een betere beschermingtijdens een aanrijding).
!
!
B090B01NF-AXT Voorstoel in lengterichting verstellen Druk de schakelaar naar voren of naar achteren om de stoel naar voren of naarachteren in de juiste stand te plaatsen. Als de schakelaar wordt losgelaten, wordt de stoel in die stand vergrendeld. HTG2037B090D01NF-GXT Rugleuning verstellen Beweeg het bovenste deel van de knop naar voren of achteren om de rugleuning in de gewenste stand te zetten. Als deknop los wordt gelaten, dan blijft de rugleuning in de ingestelde stand staan.
HTG2040

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
33VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN
B230A02TG-AXT Kinderen moeten in de auto altijd op de achterbank in een veiligheidssysteem worden meegenomen, zodat de kans op verwondingen bij een aanrijding,plotseling afremmen of plotselinge manoeuvres wordt beperkt. Volgens ongevalstatistieken zijn kinderen veiligerals ze op de juiste wijze in een veiligheidsvoorziening op de achterbank dan op de voorstoel wordenmeegenomen. Grotere kinderen moeten een van de aanwezige veiligheidsgordels gebruiken.Volgens de wet moet voor kinderen een veiligheidssysteem voor kinderen worden gebruikt. Kleine kinderen moetenin de auto in een veiligheidssysteem (kinderzitje) worden meegenomen.
Kinderzitjes zijn zodanig ontworpen
dat ze met de heupgordel, het heupgedeelte van een driepuntsgordel of de bevestigingspunten en/of de ISOFIX-bevestigingen (indien vantoepassing) aan de zitplaats bevestigd kunnen worden. WAARSCHUWING:
o Een veiligheidssysteem voor kinderen moet op de achterbankworden bevestigd. Een kinder- of babystoeltje mag nooit op devoorstoel worden bevestigd. Als bij de een aanrijding de zij- airbag aan passagierszijde inwerking treedt, kan het kind of de baby in het kinder- of babystoeltje levensgevaarlijk gewond raken.Gebruik daarom een veiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.
o Omdat een veiligheidsgordel of een veiligheidssysteem voorkinderen in een afgeslotenstilstaande auto zeer warm kan worden, moeten de stoelhoes en de gordelsloten wordengecontroleerd, voordat het kind in de auto wordt geplaatst.
!
Kinderen kunnen bij een aanrijding gewond raken als hunveiligheidssysteem niet correct is bevestigd. Voor kleine kinderen en baby's moet een kinderzitje of babyzitjeworden gebruikt. Voordat een bepaald veiligheidssysteem voor kinderen wordt aangeschaft, moet wordengecontroleerd of het systeem voor uw auto en de veiligheidsgordels geschikt is en passend is voor uw kind. Volg bijhet installeren van het veiligheidssysteem voor kinderen alle instructies die door de fabrikant van hetsysteem worden gegeven.

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
35
B230G01NF-B
B230G02JM-GXT Op buitenste plaats van achterbank aanbrengen Trek de driepuntsgordel uit het oprolmechanisme om het kinderzitje op de buitenste plaats van de achterbank aan te kunnen brengen. Breng het kinderzitje aan, sluit de veiligheidsgordel en trek de gordel strak. Let erop dat de heupgordel strak om het kinderzitje zit en dat de schoudergordel zodanig is aangebracht dat deze niet tegen het hoofd of de nek van het kind kan komen. Tracht het kinderzitje na het aanbrengen in alle richtingen te bewegen, om te controleren of het zitje veilig is bevestigd. Als de gordel strakker moet worden getrokken, trek dan de gordel naar het oprolmechanisme.
N.B.:
o Raadpleeg de aanwijzingen van
de fabrikant voordat het veiligheidssysteem voor kinderenin de auto wordt aangebracht.
o Als de veiligheidsgordel niet
overeenkomstig de beschrijvingwerkt, moet het systeem direct door uw Hyundai dealer worden gecontroleerd. WAARSCHUWING:
o Bevestig geen veiligheidssysteem voor kinderen op de voorstoel. Als bij een aanrijding de zij-airbag aan passagierszijde in werkingtreedt, kan het kind of de baby in het kinder- of babystoeltje levensgevaarlijk gewond raken.Gebruik daarom een veiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.
o Neem altijd zorgvuldig de veiligheidsvoorschriften in dezegebruikshandleiding in acht voordat een veiligheidssysteem voor kinderen wordt geïnstalleerdin een auto met headbags. Maak bij de installatie van een veiligheidssysteem voor kinderenuitsluitend gebruik van goedgekeurde systemen en zie "Veiligheidssysteem voorkinderen" voor de juiste installatie en een maximale bescherming van de inzittenden.
!

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
36
!
L2 : Geschikt voor PegPerego primo
Viaggio (E13 030010) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L3 : Geschikt voor Bebe confort iSEOS (E2 039014) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
N.B.: Zet vóór montage de hoofdsteun in de laagste stand.
L4: Geschikt voor GRACO Autobaby (E11 03. 44.160/E11 03.44.161) goedgekeurd voor gebruik in dezegewichtsklasse
L5: Geschikt voor Romer Lord Plus (E1 03301136) goedgekeurd voorgebruik in deze gewichtsklasse
L6: Geschikt voor Euro Kids Star (E1 03301128/E1 03301129)goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L7 : Geschikt voor BeSafe iZi COMFORT (E4 03443206)
goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsklasse
N.B.: Verwijder vóór montage de hoofdsteun of zet deze in de laagste stand. L8 : Geschikt voor MAXI-COSI Priori
XP (E1 03301153) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
L9 : Geschikt voor Bebe confort (E2 031011) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
N.B.: Verwijder vóór montage de hoofdsteun.
X : Zitplaats niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse
WAARSCHUWING:
Wij raden u sterk aan om het kinderzitje op de achterbank te plaatsen, zelfs als de schakelaar voor de passagiersairbag in de stand"OFF" staat. Voor de veiligheid van uw kind moet de passagiersairbag worden uitgeschakeld, als het onderzeer bijzondere omstandigheden nodig is om een kinderzitje op de passagiersstoel te plaatsen.
B230H01TG-GXT
Geschiktheid kinderzitje voor gebruik van de veiligheidsgordel
Gebruik een veiligheidssysteem voor
kinderen dat officieel is goedgekeurd en dat voor uw kinderen geschikt is.
Raadpleeg de volgende tabel bij het
gebruik van kinderstoelen.
Achter,midden
Leeftijdsgroep Zitplaats
L1, L2,
L3, L4 X X X X
Achter,
buitenzijde
Voorpas-
sagier
0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden) 0+ : Tot 13 kg (0 ~ 2 jaar)I : 9 kg tot 18kg (9 maanden~4 jaar)II & III : 15 kg tot 36 kg (4 ~ 12 jaar)
L1, L2,
L3, L4
L3, L5,
L6, L7, L8
L6, L9
L1 : Geschikt voor Bebe confort ELIOS (E2 037014) goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse L1, L2,
L3, L4
L1, L2,
L3, L4
L3, L5,
L6, L7, L8
L6, L9

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
39
B180B01NF-AXT Veiligheidsgordel met gordel- spanner Uw Hyundai is voorzien van veiligheidsgordels met gordelspanners voor de bestuurder en de voorpassagier.De gordelspanner zorgt er bij een zware frontale aanrijding voor dat de veiligheidsgordel strak tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken. De gordelspanners kunnen worden geactiveerd met de airbags.
!WAARSCHUWING:
o Breng geen kinderzitje met gebruikmaking van de ISOFIX bevestigingspunten op de middelste zitplaats op de achterbank aan. De ISOFIX bevestigingspunten worden alleen voor de linker en rechter buitenste zitplaats geleverd. Gebruik de ISOFIX-bevestigingspunten niet op de verkeerde manier door een kinderzitje op de middelste zitplaats aan de ISOFIX bevestigingspunten te bevestigen. De ISOFIX gordels van het kinderzitje zijn misschien niet sterkgenoeg om bij een ongeval hetzitje op de middelste zitplaats vastte houden en kunnen breken, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
o Als gebruik wordt gemaakt van het "ISOFIX"-systeem om eenkinderzitje op de achterbank te installeren, dan moeten de metalengespen vast in de gordelsluitingenworden geplaatst en moet de riemachter het kinderzitje wordengetrokken, zodat het kind een losseveiligheidsriem niet kan bereiken. Door losse metalen gespen kan het kind mogelijk een niet-uitgetrokken veiligheidriembereiken, waardoor het kind in hetzitje verwurgd zou kunnen wordenmet ernstige verwondingen of zelfs de dood als gevolg.
o Bevestig niet meer dan één kinderzitje met een enkelvoudigegordel aan het onderste bevestigingspunt. Door dehogere belasting kunnen debevestigingspunten of kan degordel breken, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
LET OP:
Zorg dat het materiaal van de veiligheidsgordel achter tijdens het plaatsen niet beschadigd wordt of bekneld raakt tussen de ISOFIX- bevestigingen.
2. Bevestig de haak van de bovenste bevestigingsband aan de houder aan en trek de band aan om het zitje goed vast te zetten. Raadpleeg "Kinderzitje met Tether Anchorage Systeem bevestigen" op bladzijde 1-37.
! o Bevestig ISOFIX of ISOFIX
vergelijkbare kinderzitjes alleen op de afgebeelde plaatsen.
o Volg altijd de montage- en
gebruiksvoorschriften van de fabrikant van het kinderzitje op.
OMG035300