Page 33 of 84
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
DAU17212
Parkeren Zet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10310
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen.
Parkeer niet op een helling of op
een zachte ondergrond, de machinezou dan kunnen omvallen.
LET OP:
DCA10380
Parkeer nooit op een plek waar sprake is
van brandgevaar, zoals op droog gras ofnabij ander ontvlambaar materiaal.
U5D7D0D0.book Page 4 Monday, December 17, 2007 11:19 AM
Page 34 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-1
6
DAU17240
De eigenaar is verplicht de optimale veilig-
heid te waarborgen. Door periodiek inspec-
ties, afstellingen en smeerbeurten uit te
laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine
in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie
blijft. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot in-
specties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in het perio-
diek smeer- en onderhoudsschema moeten
worden beschouwd als een algemene richt-
lijn onder normale rijcondities. Het is echter
mogelijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN WORDEN
VERKORT AFHANKELIJK VAN HET
WEER, HET TERREIN, DE GEOGRAFI-
SCHE LOCATIE EN INDIVIDUEEL GE-
BRUIK.
WAARSCHUWING
DWA10320
Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermeeniet echt vertrouwd bent.
DAU17360
Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset is te vinden on-
der het motorrijderzadel. (Zie pagina 3-9.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Het
gebruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel kan echter nodig zijn om be-
paalde onderhoudswerkzaamheden cor-
rect uit te voeren.OPMERKING:Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaaldewerkzaamheden vereist zijn.
WAARSCHUWING
DWA10350
Door modificaties die niet door Yamaha
zijn goedgekeurd kan het motorvermo-
gen achteruitgaan of de machine te on-
veilig worden om nog te gebruiken.
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat uzelf wijzigingen aanbrengt.
1. Boordgereedschapsset
2. Hulpstuk voor motorolie aftappen
U5D7D0D0.book Page 1 Monday, December 17, 2007 11:19 AM
Page 35 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
6
DAU17715
Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING:
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 30000 km (17500 mi), beginnend vanaf 6000 km (3500 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
NR. ITEMCONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)6000 km
(3500 mi)12000 km
(7000 mi)18000 km
(10500 mi)24000 km
(14000 mi)
1*BrandstofleidingControleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.√√√√√
2 BougieControleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand af-
stellen.√√
Vervangen.√√
3*Ve n ti e le nControleer de klepspeling.
Afstellen.√√√√
4*LuchtfilterelementReinigen.√√
Vervangen.√√
5*AccuControleer het vloeistofniveau en
de soortelijke massa.
Controleer of de ontluchtings-
slang correct is geplaatst.√√√√√
6 KoppelingControleer de werking.
Afstellen.√√√√√
U5D7D0D0.book Page 2 Monday, December 17, 2007 11:19 AM
Page 36 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
7*VoorremControleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
8*AchterremControleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
9*RemslangenControleer op scheurtjes en be-
schadigingen.√√√√√
Vervangen. Elke 4 jaar
10*WielenControleer de speling en contro-
leer op beschadigingen.√√√√
11*BandenControleer op slijtage en bescha-
digingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.√√√√√
12*WiellagersControleer op speling of bescha-
digingen.√√√√
13*AchterbrugControleer op een correcte wer-
king en overmatige speling.√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 24000 km (14000 mi) NR. ITEMCONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)6000 km
(3500 mi)12000 km
(7000 mi)18000 km
(10500 mi)24000 km
(14000 mi)
U5D7D0D0.book Page 3 Monday, December 17, 2007 11:19 AM
Page 37 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
14 AandrijfkettingControleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
Stel de ketting af en smeer deze
grondig met een speciale smering
voor o-ringkettingen.Elke 1000 km (600 mi) en na elke wasbeurt of rit in de regen
15*BalhoofdlagersControleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 24000 km (14000 mi)
16*Framebevestigin-
genControleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet.√√√√√
17 ZijstandaardControleer de werking.
Smeren.√√√√√
18*Zijstandaardscha-
kelaarControleer de werking.√√√√√√
19*Vo o r v o r kControleer op een correcte wer-
king en olielekkage.√√√√
20*SchokdemperunitControleer op een correcte wer-
king en olielekkage.√√√√
21*Relaisarm achter-
wielophanging en
scharnierpunten
verbindingsarmControleer de werking.√√√√
Smeren met lithiumvet.√√
22*BrandstofinjectieStel het stationair toerental af.√√√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)6000 km
(3500 mi)12000 km
(7000 mi)18000 km
(10500 mi)24000 km
(14000 mi)
U5D7D0D0.book Page 4 Monday, December 17, 2007 11:19 AM
Page 38 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAUM2070
OPMERKING:
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
23 MotorolieVerversen. (Zie pagina 3-2.)√2000 km (1200 mi) na de eerste 1000 km (600 mi) en elke daarop-
volgende 3000 km (1800 mi)
Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge.Elke 3000 km (1800 mi)√
24 OliefilterelementVervangen.√√√√√
25*KoelsysteemControleer het koelvloeistofniveau
en controleer de machine op
vloeistoflekkage.√√√√√
Verversen. Elke 3 jaar
26*Voor- en achterrem-
schakelaarControleer de werking.√√√√√√
27Bewegende delen
en kabelsSmeren.√√√√√
28*Gaskabelhuis en
gaskabelControleer de werking en speling.
Stel indien nodig de speling af.
Smeer het gaskabelhuis en de
gaskabel.√√√√√
29*Lampen, richtin-
gaanwijzers en
schakelaarsControleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)6000 km
(3500 mi)12000 km
(7000 mi)18000 km
(10500 mi)24000 km
(14000 mi)U5D7D0D0.book Page 5 Monday, December 17, 2007 11:19 AM
Page 39 of 84
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Ververs de remvloeistof elke twee jaar.De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
U5D7D0D0.book Page 6 Monday, December 17, 2007 11:19 AM
Page 40 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
DAU18731
De stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom-
lijn- en framepanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf door wanneer een
stroomlijn- of framepaneel moet worden
verwijderd of aangebracht.
DAU18790
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneelVerwijder de schroeven en neem het
stroomlijnpaneel los.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneelPlaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroeven
aan.
DAUM2350
Stroomlijnpaneel B
Verwijderen van stroomlijnpaneel1. Verwijder het stroomlijnpaneel A en
het paneel A.2. Haal de schroeven los en verwijder
dan het stroompaneel door dit naar vo-
ren te schuiven.
3. Maak de kabelstekker van de richtin-
gaanwijzer los.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Sluit de kabelstekker van de richtin-
gaanwijzer aan.
2. Plaats het uitsteeksel van het stroom-
lijnpaneel in de sleuf en schuif het
stroomlijnpaneel naar achteren.
3. Breng de schroeven aan.
4. Monteer stroomlijnpaneel A en paneel
A.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Stroomlijnpaneel B
3. Stroomlijnpaneel C
4. Stroomlijnpaneel D
5. Paneel A
1. Schroef
2. Stroomlijnpaneel A
1. Schroef
2. Stroomlijnpaneel B
U5D7D0D0.book Page 7 Monday, December 17, 2007 11:19 AM