Page 57 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
6
LET OP:
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro-leren.
DAU23280
Controle van stuursysteem Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
WAARSCHUWING
DWA10750
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat hij niet kan omvallen.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het on-
dereinde en probeer ze naar voren en
achteren te bewegen. Als speling kan
worden gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te
testen.
DAU23290
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
U27SD0D0.book Page 25 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM
Page 58 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
6
DAU23380
Accu De accu bevindt zich achter paneel A. (Zie
pagina 6-6.)
Dit model is uitgerust met een permanent-
dichte accu (onderhoudsvrij type) waarvoor
geen onderhoud vereist is. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld.LET OP:
DCA10620
Probeer nooit om celafdichtingen op de
accu te verwijderen, hierdoor kan per-
manente schade aan de accu wordentoegebracht.
WAARSCHUWING
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de machine lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad volledig bij en zet hem dan
weg op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.
LET OP:
DCA10630
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen toe-
stand weg te bergen kan permanen-
te accuschade ontstaan.
Om een permanent-dichte accu (on-
derhoudsvrij type) te laden, is een
speciale acculader (met constante
1. Accu
2. Negatieve accukabel (zwart)
3. Positieve accukabel (rood)
2
3
1
U27SD0D0.book Page 26 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM
Page 59 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
6
laadspanning) vereist. Bij gebruik
van een conventionele acculader
raakt de accu beschadigd. Wanneer
u niet beschikt over een speciale
acculader voor permanent-dichte
accu’s (onderhoudsvrij type), vraag
dan een Yamaha dealer uw accu opte laden.
DAU43211
Zekering vervangen De zekering bevindt zich achter paneel A.
(Zie pagina 6-6.)
Om toegang tot de zekering te krijgen ver-
wijdert u de stekker van het startmotorre-
lais.De reservezekering bevindt zich aan de
achterzijde van de startmotorrelaishouder.
Om toegang tot de reservezekering te krij-
gen verwijdert u het startmotorrelais (sa-
men met de houder) door het naar buiten te
trekken en vervolgens om te draaien.
Vervang de zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel alle elektrische circuits uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.1. Stekker van startmotorrelais
1. Zekering
2. Startmotorrelais
11
2
1. Startmotorrelais
2. Houder startmotorrelais
3. Reservezekering
Voorgeschreven zekering:
15.0 A
2
13
U27SD0D0.book Page 27 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM
Page 60 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
6
LET OP:
DCA10640
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-den.
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel de elektrische circuits in om te
zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU43190
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.
2. Verwijder de afdekking van de kop-
lampgloeilampfitting.3. Verwijder de fitting van de koplamp-
gloeilamp (samen met de gloeilamp)
door deze linksom te draaien.
4. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.1. Schroef
1. Afdekking van de koplampgloeilampfitting
1. Koplampgloeilampfitting
1
U27SD0D0.book Page 28 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM
Page 61 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-29
6
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
5. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.LET OP:
DCA10660
Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders kan
de doorzichtigheid van het glas, de lich-
tintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekje
gedrenkt in alcohol of thinner.
6. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
7. Monteer de afdekking van de koplam-
pgloeilampfitting.
8. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
9. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU24131
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen 1. Verwijder de lamplens van het rem-
licht/achterlicht door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
1. Koplampgloeilamp
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Schroef
1
U27SD0D0.book Page 29 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM
Page 62 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
6
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe-
ven aan te brengen.LET OP:
DCA10680
Zet de schroeven niet overdreven strakvast, anders kan de lamplens breken.
DAU24202
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-
gaanwijzer door de schroeven te ver-
wijderen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen.LET OP:
DCA11190
Zet de schroef niet overdreven strakvast, anders kan de lamplens breken.
DAU37270
Parkeerlichtgloeilamp vervangen Vervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze naar buiten te
trekken.
1. Gloeilamp remlicht/achterlicht
1
1. Schroef
1
1. Schroef
U27SD0D0.book Page 30 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM
Page 63 of 82
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-31
6
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.6. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
DAU24360
Voorwiel
DAU37041
Verwijderen van het voorwiel
WAARSCHUWING
DWA10820
Het is aan te bevelen om onderhoud
aan het wiel uit te laten voeren door
een Yamaha dealer.
Zorg dat de motorfiets veilig wordt
ondersteund, zodat hij niet kan om-vallen.
1. Zet de motorfiets op de middenbok.
2. Maak de snelheidsmeterkabel los van
het voorwiel.
3. Verwijder de rubber doppen van de uit-
einden van de wielas door ze los te
trekken.
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1. Parkeerlichtgloeilamp
1. Snelheidsmeterkabel
U27SD0D0.book Page 31 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM
Page 64 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
4. Verwijder de wielasmoer en de onder-
legring.
5. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
LET OP:
DCA11070
Bekrachtig de rem niet terwijl het wiel
samen met de remschijf is verwijderd,
anders komen de remblokken tegen el-kaar.
DAU37030
Aanbrengen van het voorwiel
1. Monteer de wielnaaf en de tandwielo-
verbrenging voor de snelheidsmeter
zodanig aan elkaar dat de nokjes in de
sleuven vallen.
2. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.OPMERKING:Controleer of er voldoende afstand bestaat
tussen de remblokken alvorens de rem-
schijf ertussen te schuiven; de sleuf in detandwieloverbrenging voor de snelheids-
meter moet over de aanslag op de vorkpoot
vallen.
3. Steek de wielas in en zorg ervoor dat
de onderlegring aan de linkerzijde met
de schuine kant naar buiten wordt aan-
gebracht. Monteer dan de wielasmoer.
4. Haal de motorfiets van de middenbok,
zodat het voorwiel op de grond rust.
5. Zet de wielasmoer vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment en breng
dan beide rubber doppen aan, zodat
ze over de onderlegringen passen.
1. Rubber dop
2. Wielasmoer
3. Ring
1. Rubber dop
2. Wielas
3. Ring
1. Tandwieloverbrenging snelheidsmeter
1. Bevestiging snelheidsmeterunitAanhaalmoment:
Wielasmoer:
59 Nm (5.9 m·kgf, 43 ft·lbf)
U27SD0D0.book Page 32 Thursday, February 21, 2008 11:34 AM