Page 17 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in en draai hem dan naar
“OFF” terwijl de sleutel ingedrukt wordt ge-
houden.
WAARSCHUWING
DWA10060
Draai de contactsleutel nooit naar “OFF”
of naar “LOCK” terwijl de machine rijdt;
elektrische systemen worden dan afge-
schakeld en mogelijk zult u zo de macht
over het stuur verliezen of een ongeval
veroorzaken. Zorg altijd dat de machine
stilstaat voordat u de sleutel naar “OFF”of naar “LOCK” draait.
DAU34341
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht,
de kentekenverlichting en het parkeerlicht
branden. De alarmverlichting en richtin-
gaanwijzers kunnen worden ingeschakeld,
maar alle andere elektrische systemen zijn
uit. De sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar“” te kunnen draaien.
LET OP:
DCA11020
Gebruik de parkeerstand niet gedurende
langere tijd, anders kan de accu ontla-den raken.
DAU11003
Controle- en waarschuwings-
lampjes
DAU11020
Controlelampje
richtingaanwijzers “ ”
Dit controlelampje knippert terwijl de scha-
kelaar voor richtingaanwijzers naar de lin-
ker- of rechterstand is gedrukt.
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Vrijstandcontrolelampje“”
2. Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur“”
3. Waarschuwingslampje motorstoring“”
4. Controlelampje grootlicht“”
5. Controlelampje richtingaanwijzers“”
6. Waarschuwingslampje olieniveau“”
7. Controlelampje brandstofniveau“”
8. Controlelampje startblokkering
U11CD1D0.book Page 3 Monday, September 3, 2007 5:33 PM
Page 18 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU11060
Vrijstandcontrolelampje“”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11080
Controlelampje grootlicht“”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11250
Waarschuwingslampje
olieniveau“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen.OPMERKING:
Bij een voldoende hoog olieniveau kan
het waarschuwingslampje soms toch
knipperen bij rijden op een helling of bij
plotseling afremmen of optrekken, er is
dan echter geen sprake van een sto-
ring.
Dit model is ook uitgerust met een zelf-
diagnosesysteem voor het circuit van
het waarschuwingslampje olieniveau.Als het waarschuwingslampje olieni-
veau defect is, wordt de volgende cy-
clus herhaald totdat de storing is
opgeheven: Het waarschuwings-
lampje olieniveau knippert tien keer en
dooft dan gedurende 2.5 seconde. Als
dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te contro-
leren.
DAU42740
Waarschuwingslampje
brandstofniveau“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het brandstofniveau daalt tot be-
neden ca. 3.7 L (0.98 US gal) (0.81
Imp.gal). Vul in dat geval zo snel mogelijk
brandstof bij.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen.OPMERKING:
Het voertuig moet op een vlakke on-
dergrond en rechtop geplaatst zijn, an-
ders zou het waarschuwingslampjevoor brandstofniveau mogelijkerwijs
niet op de juiste momenten aan en uit
kunnen gaan.
Dit model is bovendien uitgerust met
een zelfdiagnosesysteem voor het cir-
cuit van het waarschuwingslampje
brandstofniveau. Als het waarschu-
wingslampje brandstofniveau defect
is, wordt de volgende cyclus herhaald
totdat de storing is opgeheven: Het
waarschuwingslampje brandstofni-
veau knippert acht keer en dooft dan
gedurende 3.0 seconden. Als dit zich
voordoet, vraag dan een Yamahadealer de machine te controleren.
DAU11440
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de tijd
om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen.
U11CD1D0.book Page 4 Monday, September 3, 2007 5:33 PM
Page 19 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
LET OP:
DCA10020
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.
DAU42770
Waarschuwingslampje
motorstoring“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer een elektrisch circuit dat de motor-
werking controleert defect is. Vraag in dat
geval een Yamaha dealer het zelfdiagnose-
systeem te controleren. (Zie pagina 3-7
voor uitleg over de werking van het zelfdia-
gnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Als het waarschu-
wingslampje niet een paar seconden lang
oplicht en dan dooft, vraag dan een
Yamaha dealer om het elektrisch circuit te
testen.
DAU38620
Controlelampje startblokkering
Het elektrisch circuit voor het controlelamp-
je controleert u door de sleutel naar “ON” te
draaien.Als het controlelampje niet een paar secon-
den lang oplicht en dan dooft, vraag dan
een Yamaha dealer om het elektrisch circuit
te testen.
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem. (Zie pagina 3-7 voor uitleg over de
werking van het zelfdiagnosesysteem.)
DAU42901
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12421
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van demultifunctionele meter gaat aanbrengen.
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter (die de actuele rij-
snelheid aangeeft)
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve/klok
U11CD1D0.book Page 5 Monday, September 3, 2007 5:33 PM
Page 20 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afstand aangeeft die wordt afge-
legd op de brandstofreserve)
een klok
een voorziening voor zelfdiagnose
een helderheidsregeling
OPMERKING:Vergeet niet de sleutel naar “ON” te draaien
voordat u de knop “SELECT”“/” en
de knop “RESET” gebruikt. Dat hoeft echterniet als u de helderheid wilt instellen.Snelheidsmeter
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, slaat de naald van de snelheidsme-
ter eenmaal helemaal uit tot aan de hoogste
snelheid en keert daarna weer terug naar
nul om het elektrische circuit te testen.Kilometerteller, rittellers, ritteller voor
brandstofreserve en klok
Druk op de“”-kant van de knop “SE-
LECT” om de weergave te laten wisselen
tussen de kilometertellermodus “ODO”, de
rittellermodi “TRIP 1” en “TRIP 2”, en de
klokweergave in onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → Klok → ODO
OPMERKING:
Druk op de“”-kant van de knop
“SELECT” om de weergave in omge-
keerde volgorde te laten wisselen.
In elke geselecteerde weergavemo-
dus kunt u de knop “RESET” minder
dan 1 seconde lang ingedrukt houden
om de klok 5 seconden lang te latenweergeven.
1.“SELECT”-schakelaar“/”
2.“RESET”-schakelaar
1. Snelheidsmeter
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve/klok
U11CD1D0.book Page 6 Monday, September 3, 2007 5:33 PM
Page 21 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
Als het waarschuwingslampje brandstofni-
veau gaat branden (zie pagina 3-3), wisselt
de weergave automatisch naar de brand-
stofreserve-ritteller “F-TRIP” en wordt de af-
gelegde afstand vanaf dat punt
aangegeven. In dat geval wordt door het in-
drukken van de“”-kant van de knop “SE-
LECT” in de onderstaande volgorde
gewisseld tussen de diverse weergaven
van rittellers, kilometerteller en klok:
F-TRIP → TRIP 1 → TRIP 2 → Klok →
ODO → F-TRIPOPMERKING:Druk op de“”-kant van de knop “SE-
LECT” om de weergave in omgekeerdevolgorde te laten wisselen.
Om een ritteller om nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de“”-kant
of“”-kant van de knop “SELECT” te
drukken en houdt u daarna de knop “RES-
ET” minstens 1 seconde lang ingedrukt.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na het
tanken 5 km (3 mi) is gereden en verschijnt
de vorige weergavemodus weer.
De klok op tijd zetten:1. Druk op de“”-kant of“”-kant
van de knop “SELECT” om te wisselen
naar de klokweergave.
2. Druk minstens 2 seconden lang tege-
lijkertijd op de“”-kant van de knop
“SELECT” en de knop “RESET”.
3. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, druk dan op de“”-kant of“”-
kant van de knop “SELECT” om de
uren in te stellen.
4. Als u op de knop “RESET” drukt, gaat
de minutenaanduiding knipperen.
5. Druk op de“”-kant of“”-kant
van de knop “SELECT” om de minuten
in te stellen.
6. Druk op de knop “RESET” en laat
deze daarna los om de klok te starten.Zelfdiagnosesystemen
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits uitvalt, gaat het
waarschuwingslampje motorstoring bran-
den en geeft het kilometer/ritteller/klok-dis-
play een foutcode van twee cijfers aan.
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem.
Als een van de circuits van het startblok-
keersysteem uitvalt, gaat het controlelamp-
je startblokkering knipperen en geeft het
display een foutcode van twee cijfers weer.
OPMERKIN
G:
Als het display foutcode 52 weergeeft, be-
treft dit mogelijk een storing in het transpon-
dersignaal. Als deze fout zich voordoet,probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.OPMERKING:Houd andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-start.
1. Klok
U11CD1D0.book Page 7 Monday, September 3, 2007 5:33 PM
Page 22 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
Als het kilometerteller/ritteller/klok-display
foutcodes weergeeft, noteer deze dan en
vraag een Yamaha dealer om de machine
te controleren.LET OP:
DCA11590
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd ommotorschade te voorkomen.Helderheidsregeling
Met deze functie regelt u de helderheid van
de snelheidsmeterunit, afgestemd op het
aanwezige daglicht.
Om de helderheid in te stellen
1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Druk op de“”-kant van de knop
“SELECT” en houd deze ingedrukt.
3. Draai de sleutel naar “ON”, wacht vijf
seconden of langer en laat daarna de
knop “SELECT” los.
4. Druk op de“”-kant of“”-kant
van de knop “SELECT” om het ge-
wenste helderheidsniveau te selecte-
ren.5. Druk op de toets “RESET” om het ge-
selecteerde helderheidsniveau te be-
vestigen. Het display keert terug naar
de kilometerteller-, ritteller- of
klokweergave.1. Snelheidsmeterpaneel
2. Helderheidsniveau
U11CD1D0.book Page 8 Monday, September 3, 2007 5:33 PM
Page 23 of 86
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem (op-
tie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
DAU12347
Stuurschakelaars LinksRechts
DAU12350
Lichtsignaalschakelaar“”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar“/”
Zet deze schakelaar op“” voor grootlicht
en op“” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar“/”
Druk deze schakelaar naar“” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar“” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
1. Lichtsignaalschakelaar“”
2. Dimlichtschakelaar“/”
3. Richtingaanwijzerschakelaar“/”
4. Claxonschakelaar“”
1. Noodstopschakelaar“/”
2. Schakelaar alarmverlichting“”
3.“SELECT”-schakelaar“/”
4.“RESET”-schakelaar
5. Startknop“”
U11CD1D0.book Page 9 Monday, September 3, 2007 5:33 PM
Page 24 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar“”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12660
Noodstopschakelaar“/”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op“”. Zet deze schakelaar op“” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU12710
Startknop“”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien.LET OP:
DCA10050
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voor-dat u de motor start.
DAU41700
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting“”
Met de sleutel in de stand “ON” of“” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP:
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
DAU42522
“SELECT”-schakelaar“/”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de kilometerteller-, ritteller-
en klokweergave van de multifunctionele
meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-5
voor meer informatie.
DAU42531
“RESET”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de kilometerteller-, ritteller-
en klokweergave van de multifunctionele
meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-5
voor meer informatie.
U11CD1D0.book Page 10 Monday, September 3, 2007 5:33 PM