Page 33 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-19
3
DAU39450
Tankbeluchtingsslang/overloop-
slang Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang/overloopslang.
Controleer de tankbeluchtings-
slang/overloopslang op scheuren of
beschadiging en vervang indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang/overloopslang niet
verstopt is en reinig indien nodig.
DAU13442
Uitlaatkatalysatoren Dit voertuig is uitgerust met uitlaatkatalysa-
toren in het uitlaatsysteem.
WAARSCHUWING
DWA10860
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Controleer of het uit-
laatsysteem is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voe-ren.LET OP:
DCA10700
De volgende voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen om brand of
andere schaderisico’s te voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Bij gebruik van loodhoudende
benzine zal onherstelbare schade
worden toegebracht aan de uitlaat-
katalysator.
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang aaneenstationair draaien.
DAU39492
Zadels Duozadel
Verwijderen van het duozadel1. Steek de sleutel in het duozadelslot en
draai hem linksom.
2. Trek de voorzijde van het duozadel
omhoog en trek het zadel naar voren.
Aanbrengen van het duozadel1. Steek de uitsteeksels aan de achterzij-
de van het duozadel in de zadelbeves-
tiging zoals afgebeeld, en druk dan de
voorzijde van het zadel omlaag om het
duozadel te vergrendelen.
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
1. Vergrendeling duozadel
2. Ontgrendelen.
U3P6D2D0.book Page 19 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 34 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-20
3
2. Neem de sleutel uit.
Bestuurderszadel
Verwijderen van het bestuurderszadel1. Verwijder het duozadel.
2. Druk de hendel van het bestuurders-
zadel onder de achterzijde van het be-
stuurderszadel naar links zoals
getoond en verwijder dan het zadel.Aanbrengen van het bestuurderszadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging zoals getoond, en druk
dan de achterzijde van het zadel om-
laag om te vergrendelen.2. Installeer het duozadel.
OPMERKING:
Controleer of de zadels stevig zijn ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
De hoogte van het bestuurderszadel
kan worden versteld om de rijpositieaan te passen. (Zie pagina 3-21.)
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Vergrendelingshendel bestuurderszadel
2. Bestuurderszadel
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
U3P6D2D0.book Page 20 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 35 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-21
3
DAU39632
De hoogte van het bestuurders-
zadel verstellen Het bestuurderszadel kan in twee verschil-
lende standen worden gezet, al naar gelang
de voorkeur van de bestuurder.
Bij aflevering staat het bestuurderszadel in
de lage stand.
Het bestuurderszadel in de hoge stand
zetten
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-19.)
2. Verwijder de afsteller voor de zadel-
hoogte door deze omhoog te trekken.3. Beweeg de afdekking van de houder
van het bestuurderszadel naar de lage
stand zoals getoond.
4. Plaats de afsteller voor de zadelhoog-
te zo dat het merkteken “H” is uitgelijnd
met het referentiemerkteken.5. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in zadelbe-
vestiging B zoals getoond.1. Lage stand
2. Hoge stand
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
1. Afdekpaneel zadelbevestiging
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
2. Merkteken “H”
3. Referentiemerkteken
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging B (voor hoge stand)
3. Afdekpaneel zadelbevestiging
U3P6D2D0.book Page 21 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 36 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-22
3
6. Lijn het uitsteeksel aan de onderzijde
van het bestuurderszadel uit met sleuf
“H” en druk dan zoals getoond de ach-
terzijde van het zadel omlaag om te
vergrendelen.
7. Installeer het duozadel.
Het bestuurderszadel in de lage stand
zetten
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-19.)
2. Verwijder de afsteller voor de zadel-
hoogte door deze omhoog te trekken.
3. Beweeg de afdekking van de houder
van het bestuurderszadel naar de
hoge stand.
4. Plaats de afsteller voor de zadelhoog-
te zo dat het merkteken “L” is uitgelijnd
met het referentiemerkteken.5. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in zadelbe-
vestiging A zoals getoond.6. Lijn het uitsteeksel aan de onderzijde
van het bestuurderszadel uit met sleuf
“L” en druk dan zoals getoond de ach-
terzijde van het zadel omlaag om te
vergrendelen.
7. Installeer het duozadel.
OPMERKIN
G:
Controleer of de zadels stevig zijn vergren-deld alvorens te gaan rijden.
1. Sleuf “H”
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
2. Merkteken “L”
3. Referentiemerkteken
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging A (voor lage stand)
3. Afdekpaneel zadelbevestiging
1. Sleuf “L”
U3P6D2D0.book Page 22 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 37 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-23
3
DAU39472
Opbergcompartimenten Dit model is voorzien van twee opbergcom-
partimenten.
Opbergcompartiment A
Opbergcompartiment A bevindt zich onder
het bestuurderszadel. (Zie pagina 3-19.)
Als de handleiding of andere documentatie
in het opbergcompartiment wordt opgebor-
gen, doe deze dan in een plastic zak om nat
worden te voorkomen. Zorg bij het wassen
van de motorfiets dat geen water het op-
bergcompartiment kan binnendringen.Opbergcompartiment B
Opbergcompartiment B bevindt zich onder
het duozadel. (Zie pagina 3-19.)
Dit opbergcompartiment is bedoeld voor het
opbergen van een origineel Yamaha
CYCLELOK-slot (optie). (Andere typen slo-
ten passen mogelijk niet.) Bij het opbergen
van een CYCLELOK-slot in het opbergcom-
partiment moet dit stevig met de riemen
worden bevestigd. Als het CYCLELOK-slot
niet in het opbergcompartiment is opgebor-
gen, maak dan de riemen vast om het niet
te verliezen.
WAARSCHUWING
DWA14420
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 1 kg (2 lb) voor opberg-
compartiment A niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3 kg (7 lb) voor opberg-
compartiment B niet.
Overschrijd het maximumgewicht
van 212 kg (467 lb) voor het voertuigniet.
1. Opbergcompartiment A
1. Opbergcompartiment B
2. Yamaha CYCLELOK-slot (optie)
U3P6D2D0.book Page 23 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 38 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-24
3
DAU39480
Accessoirebox De accessoirebox bevindt zich naast het in-
strumentenpaneel.
Om de accessoirebox te openen
1. Steek de sleutel in het contactslot en
draai deze naar “ON”.
2. Druk op de knop van de accessoire-
box en open dan het deksel.
3. Draai de sleutel naar “OFF” om de
accu te sparen.
Om de accessoirebox te sluiten
1. Klap het deksel van de accessoirebox
omlaag.
2. Neem de sleutel uit.
LET OP:
DCA11800
Plaats geen hittegevoelige voorwerpen
in de accessoirebox. De accessoirebox
kan zeer heet worden, vooral wanneerde motor draait of warm is.
WAARSCHUWING
DWA11421
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 0.3 kg (0.66 lb) voor de ac-
cessoirebox niet.
Overschrijd het maximumgewicht
van 212 kg (467 lb) voor het voertuigniet.
DAU39611
Aanpassen van de koplamp-
hoogte De koplamp is voorzien van afstelknoppen
voor het hoger of lager richten van de licht-
bundels. Het aanpassen van de koplamp-
hoogte kan nodig zijn om het zicht te
verbeteren en om te voorkomen dat tegen-
liggers worden verblind wanneer het voer-
tuig zwaarder of minder zwaar beladen is
dan gebruikelijk. Houd u bij het afstellen van
de koplampen aan de plaatselijke wet- en
regelgeving.
Draai de knoppen in richting (a) om de kop-
lampen hoger te zetten. Draai de knoppen
in richting (b) om de koplampen lager te zet-
ten.
1. Deksel accessoirebox
2. Accessoirebox
3. Knop accessoirebox
1. Knop koplamphoogteverstelling
U3P6D2D0.book Page 24 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 39 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-25
3
DAU39641
Stand van het stuur Het stuur kan in drie verschillende standen
worden gezet, al naar gelang de voorkeur
van de bestuurder. Laat de stand van het
stuur aanpassen bij een Yamaha-dealer.
DAU39621
Openen en sluiten van de
stroomlijnpanelen De stroomlijnpanelen kunnen 30 mm (1.18
in) worden opengezet voor extra ventilatie
al naar gelang de rijomstandigheden.
Een stroomlijnpaneel openzetten
1. Verwijder de snelsluitschroeven.2. Trek het stroomlijnpaneel in de geo-
pende stand en breng de snelsluit-
schroeven weer aan.
Een stroomlijnpaneel sluiten
1. Verwijder de snelsluitschroeven.
1. Stuur
1. Gesloten stand
2. Geopende stand
3. Stroomlijnpaneel
1. Snelsluitschroef
1. Geopende stand
U3P6D2D0.book Page 25 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 40 of 100

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-26
3
2. Druk het stroomlijnpaneel in de geslo-
ten stand en breng de snelsluitschroe-
ven weer aan.OPMERKING:Controleer voordat u gaat rijden of destroomlijnpanelen goed vastzitten.
DAU39671
Achteruitkijkspiegels De achteruitkijkspiegels van dit voertuig
kunnen naar voren of naar achteren worden
ingeklapt om het parkeren in smalle ruimten
te vergemakkelijken. Klap de spiegels terug
in hun oorspronkelijke stand voordat u gaat
rijden.
WAARSCHUWING
DWA14371
Vergeet niet de achteruitkijkspiegels in
hun oorspronkelijk stand terug te klap-pen alvorens weg te rijden.
DAU14731
Afstellen van de voorvork Deze voorvork is voorzien van stelbouten
voor veervoorspanning, stelknoppen voor
uitveerdemping en stelschroeven voor in-
veerdemping.
WAARSCHUWING
DWA10180
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
1. Snelsluitschroef
1. Gesloten stand
1. Rijstand
2. Parkeerstand
1. Stelbout veervoorspanning
U3P6D2D0.book Page 26 Friday, September 14, 2007 9:17 AM