Page 17 of 68

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU12140
Brandstofniveaumeter De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
naald beweegt naar “E” (Empty) naarmate
het brandstofniveau daalt. Vul zo snel mo-
gelijk brandstof bij als de naald bij “E” staat.OPMERKING:Voorkom dat de brandstoftank geheeldroog komt te staan.
DAU12343
Stuurschakelaars Links
Rechts
DAU12400
Dimlichtschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” voor grootlicht
en op “” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “/”
Druk deze schakelaar naar “” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAUM1131
Startknop “”
Druk op deze knop terwijl u de voor- of ach-
terrem bekrachtigt om de motor te starten
met de startmotor.LET OP:
DCA10050
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voor-dat u de motor start.
1. Brandstofniveaumeter
E1/2
F
1
ZAUM0257
1. Claxonschakelaar “”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “/”
3. Dimlichtschakelaar “/”
1. Startknop “”
1
2 3
ZAUM0259
1
ZAUM0261
Page 18 of 68
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU12900
Voorremhendel De voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
DAU12950
Achterremhendel De achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar het
stuur toe om de achterrem te bekrachtigen.
DAUM2080
Tankdop Verwijderen van de tankdop
1. Open het slotplaatje van de tankdop.
2. Steek de sleutel in het slot en draai
deze een kwartslag linksom. Het slot
wordt ontgrendeld en de tankdop kan
worden verwijderd.
Aanbrengen van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de sleu-
tel in het slot.
2. Draai de sleutel rechtsom naar de oor-
spronkelijke positie en neem hem dan
uit.
3. Sluit het slotplaatje van de tankdop.
1. Voorremhendel
1
ZAUM0084
1. Achterremhendel
1
ZAUM0085
1. Tankdop
1
ZAUM0262
Page 19 of 68

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
OPMERKING:De tankdop kan alleen worden aangebracht
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct aangebracht en ver-grendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11140
Controleer voor u gaat rijden of detankdop correct is aangebracht.
DAU13210
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals ge-
toond.
WAARSCHUWING
DWA10880
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
Mors geen brandstof op een heetmotorblok.
LET OP:
DCA10070
Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-len.
DAU13270
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskosten
beperkt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
1
2
ZAUM0020
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOOD-
VRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
7.0 L (1.85 US gal) (1.54 Imp.gal)
Page 20 of 68

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU13440
Uitlaatkatalysator Deze machine heeft een uitlaatkatalysator
die gemonteerd is in de uitlaatdemper.
WAARSCHUWING
DWA10860
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Controleer of het uit-
laatsysteem is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voe-ren.LET OP:
DCA10700
De volgende voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen om brand of
andere schaderisico’s te voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Bij gebruik van loodhoudende
benzine zal onherstelbare schade
worden toegebracht aan de uitlaat-
katalysator.
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang aaneenstationair draaien.
DAUM1140
Oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering Open het opbergcompartiment om bij het
oliereservoir voor 2-takt injectiesmering te
komen. (Zie pagina 3-10.)
1. Verwijder de dop van het oliereservoir
voor 2-takt injectiesmering door deze
los te trekken.
2. Breng de dop van het oliereservoir
voor 2-takt injectiesmering weer aan
door deze in de reservoiropening te
drukken.
OPMERKING:Controleer of de dop van het oliereservoir
voor 2-takt injectiesmering correct is ge-
plaatst alvorens met de machine te gaan rij-den.
1. Opbergcompartiment B
2. Olietankdop
1
2
ZAUM0263
ZAUM0204
Page 21 of 68

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
DAU13460
2-takt injectiesmering Controleer of voldoende olie aanwezig is in
het oliereservoir voor 2-takt injectiesmering.
Vul indien nodig de voorgeschreven 2-takt
injectiesmering bij.OPMERKING:Controleer of de dop op het oliereservoir
voor 2-takt injectiesmering correct is aange-bracht.
DAUS1050
Kickstarter Trap om de motor te starten het kickstartpe-
daal licht omlaag totdat de tandwielen aan-
grijpen en trap het pedaal dan soepel maar
krachtig omlaag.
DAU14160
Rijderzadel Openen van het rijderzadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en
draai hem dan linksom.OPMERKING:Druk de sleutel niet in terwijl u deze draait.
3. Klap het rijderzadel omhoog.
Sluiten van het rijderzadel
1. Klap het zadel omlaag en druk dan
aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contactslot als
de scooter onbeheerd wordt achterge-
laten. Aanbevolen olie:
Yamalube 2 of gelijkwaardige 2-takt
injectiesmeerolie (JASO grade “FC”
of ISO grades “EG-C” of “EG-D”)
Oliehoeveelheid:
1.4 L (1.48 US qt) (1.23 Imp.qt)
ZAUM0289
1. Zadel
1
ZAUM0264
Page 22 of 68

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
OPMERKING:Controleer of het zadel stevig is vergrendeldalvorens te gaan rijden.
DAU14510
Opbergcompartiment AOnder het zadel is een opbergcomparti-
ment aanwezig. (Zie pagina 3-8.)
WAARSCHUWING
DWA10960
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3.0 kg (6.6 lb) voor het op-
bergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 180 kg (397 lb) voor demachine niet.
LET OP:
DCA10080
Let op het volgende bij het gebruik van
het opbergcompartiment.
Het opbergcompartiment wordt
snel warmer als het is blootgesteld
aan direct zonlicht, bewaar hierin
dus geen goederen die slecht tegen
warmte kunnen.
Wikkel natte voorwerpen in een
plastic zak, om zo vochtig worden
van het opbergcompartiment te
voorkomen.
Het opbergcompartiment kan nat
worden als de scooter wordt ge-
wassen, omwikkel te bewaren voor-
werpen dus in een plastic zak.
Bewaar geen waardevolle of breek-
bare voorwerpen in het opbergcom-partiment.
Om een helm op te bergen in het opberg-
compartiment, moet de helm omgekeerd
geplaatst worden en met de voorkant naar
voren toe.
OPMERKING:
Sommige helmen kunnen vanwege
hun grootte of vorm niet worden weg-
geborgen in het opbergcompartiment.
Laat uw scooter niet onbeheerd achtermet het zadel open.
1. Opbergcompartiment A
1
ZAUM0265
Page 23 of 68

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAUM1170
Opbergcompartiment BHet opbergcompartiment bevindt zich voor
het zadel.
Om het opbergcompartiment te openen
1. Steek de sleutel in het slot en draai
rechtsom.
2. Trek de kap van het opbergcomparti-
ment omhoog.
Om het opbergcompartiment te sluiten
1. Duw de kap van het opbergcomparti-
ment omlaag.
2. Draai de sleutel linksom en neem deze
dan uit.
DAU14830
Afstellen van de
schokdemperunit (Per model
verschillend) Deze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.LET OP:
DCA10100
Probeer nooit een stelmechanisme voor-
bij de maximum- of minimuminstelwaar-den te verdraaien.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
ring in de richting (a). Draai om de veervoor-
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelring in de richting
(b).
OPMERKING:Zet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-demper.
WAARSCHUWING
DWA10220
Deze schokdemper is gevuld met stik-
stofgas onder hoge druk. Lees en be-
grijp de volgende informatie alvorens de
schokdemper te gebruiken. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade aan eigendommen of voor
persoonlijk letsel als dit voortvloeit uit
verkeerd gebruik.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemper niet bloot aan
open vuur of aan andere hittebron-
nen, anders kan deze door de op-
lopende druk exploderen.
1. Slot opbergcompartiment
2. Openen.
1 2ZAUM0266
1. Stelring veervoorspanning
2. Positie-indicator
(b) (a)1
2ZAUM0294
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
(b)
Standaard:
midden
Maximum (hard):
(a)
Page 24 of 68
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
Vervorm of beschadig de gascilin-
der op geen enkele wijze, de dem-
pende werking zal dan
achteruitgaan.
Laat onderhoud aan de schokdem-
per altijd uitvoeren door eenYamaha dealer.