150
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
HHetverdientaanbeve-
lingomgedurendede
eerstekilometersniet
demaximaleprestatiesvanuw
autooteeisen(bijv.sn
elaccele-
reren,langdurigrijdenmetho-
getoerentallen,krachtigrem-
menenz z.).
Hetisgevaarlijkomde
motortelatendraaien
ineenafgeslotenruimte.De
motorverbruiktzuurstofen
produceertkoold
ioxide,kool-
monoxideenanderegiftige
gassen.
OPGELET
Laatdeelektronische
sleutelnietinhetstart-
systeemachteralsdemo-
torstilstaat,zodatdea accuniet
onnodigwor
dtontladen.
MOTOR STARTEN
De auto is uitgerust met een elektroni-
sche startblokkering: zie bij startproble-
men de paragraaf “Alfa Romeo CODE-
systeem” in het hoofdstuk “Dashboard
en bediening”.
WAARSCHUWINGAls het startsys-
teem onjuist wordt behandeld, kan dit
het ongewenst blokkeren van het stuur
tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING Als de elektro-
nische sleutel geheel in het startsysteem
wordt geplaatst, moet deze vergrende-
len.WAARSCHUWING Bij een rijdende
auto mag de elektronische sleutel niet
uit het startsysteem worden verwijderd,
behalve in noodgevallen (zie de para-
graaf “elektronische sleutel in noodge-
vallen verwijderen”); als de sleutel is ge-
plaatst, dan is het stuurslot uitgeschakeld
als de auto rijdt (bijvoorbeeld als de au-
to wordt gesleept).
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 150
De startmotor wordt automatisch inge-
schakeld, totdat de motor is gestart.
Als de motor is uitgeschakeld en de elek-
tronische sleutel is in het startsysteem ge-
plaatst, dan kan de motor automatisch
worden gestart door kort op de
START/STOP-knop te drukken en het
koppelingspedaal ingetrapt te houden.
WAARSCHUWINGDe motor kan
worden gestart als het rempedaal
in plaats van het koppelingspedaal
wordt ingetrapt. In dat geval
wordt de motor niet automatisch ge-
start. Druk in dat geval de
START/STOP-knop in en laat deze
los zodra de motor is gestart.DIESELMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan;
❒trap het koppelingspedaal geheel in,
zonder het gaspedaal in te trappen;
❒zet de versnellingspook in de vrij-
stand;
❒plaats de elektronische sleutel in het
startsysteem; Op het instrumenten-
paneel gaat het lampje
mbran-
den;.
❒wacht tot het lampjemdooft; dit
vindt sneller plaats als de motor war-
mer is;
❒druk kort op de START/STOP-
knop, zodra het lampje
mis ge-
doofd. Als u te lang wacht, zijn de
voorgloeibougies weer afgekoeld.
BENZINEMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan;
❒trap het koppelingspedaal geheel in,
zonder het gaspedaal in te trappen;
❒zet de versnellingspook in de vrij-
stand;
❒plaats de elektronische sleutel in het
startsysteem;
❒druk kort op de START/STOP-
knop.
151
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 151
WAARSCHUWINGEN
Als u tijdens het starten de motor uit
moet schakelen, is het voldoende om
voor het opnieuw starten van de motor
het koppelings- of rempedaal in te trap-
pen en vervolgens op de
START/STOP-knop te drukken.
Als het starten moeizaam verloopt, blijf
dit dan niet langdurig proberen, maar
wendt u tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Als de motor draait, wordt de elektro-
nische sleutel in het startsysteem ver-
grendeld en kan deze alleen uit het
startsysteem worden verwijderd als de
motor wordt uitgeschakeld. Als de au-
to rijdt en de elektronische sleutel is ver-
grendeld, kan het startsysteem worden
beschadigd als de sleutel geforceerd
wordt verwijderd.Eventuele problemen met het startsys-
teem worden aangegeven door het bran-
den van het lampje
Yop het instru-
mentenpaneel (bij enkele uitvoeringen
verschijnt ook een bericht op het display).
Wendt u zich in dit geval tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
Als na het indrukken van de
START/STOP-knop de motor niet
start, herhaal dan de startprocedure,
maar trap het andere pedaal in (kop-
pelings- of rempedaal). De startmotor wordt automatisch inge-
schakeld, totdat de motor is gestart.
Als de motor is uitgeschakeld en de elek-
tronische sleutel is in het startsysteem
geplaatst, dan kan de motor automatisch
worden gestart door kort op de
START/STOP-knop te drukken en het
koppelingspedaal ingetrapt te houden.
Bij zeer lage temperaturen moet u al-
tijd wachten, totdat het lampje
mis
gedoofd, voordat de motor wordt ge-
start.
WAARSCHUWINGDe motor kan
worden gestart, als alleen het rempedaal
is ingetrapt. In dat geval wordt de mo-
tor niet automatisch gestart. Druk in dat
geval de START/STOP-knop in en laat
deze los zodra de motor is gestart.
152
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 152
153
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
Storing bij het starten van de
motor
Het systeem kan herkennen dat de mo-
tor niet aanslaat of dat de motor afslaat.
In dat geval wordt de elektronische sleu-
tel ontgrendeld, zodat de bestuurder de vol-
gende handelingen kan uitvoeren:
❒schakel het instrumentenpaneel
m.b.v. de START/STOP-knop of
door de elektronische sleutel uit het
startsysteem te verwijderen;
❒start de motor door het koppelings-
/rempedaal in te trappen en de
START/STOP-knop in te drukken.
WAARSCHUWING Als de motor af-
slaat en de auto rijdt, kan om veilig-
heidsredenen, de elektronische sleutel
niet uit het startsysteem worden ver-
wijderd. Druk om de sleutel te verwij-
deren op de START/STOP-knop met
ingetrapt rem- of koppelingspedaal en
bij stilstaande auto.
MOTOR OPWARMEN NA
HET STARTEN
(benzine en diesel)
Ga als volgt te werk:
❒rijd rustig weg, laat de motor niet
met hoge toerentallen draaien en
trap het gaspedaal niet bruusk in;
❒verlang de eerste kilometers geen
maximale prestaties. Wij raden u
aan te wachten tot de wijzernaald
van de koelvloeistoftemperatuur-
meter begint te bewegen.
Innoodgevallenofom
veiligheidredenenkan
demotorbijeenrijdendeauto
wordenuitgeschakelddoor reen
aantalmalen
(driekeerbinnen
2seconden)deSTART/STOP-
knopintedrukkenenvervol-
gensde eknopenigesecondenin-
gedrukttehou
den.Indatgeval
kuntugeengebruikmeerma-
kenvandestu uurbekrachtiging.
OPGELET
MOTOR UITZETTEN
Druk bij stilstaande auto de
START/STOP-knop in. Als de motor is
uitgeschakeld, kan de elektronische sleu-
tel uit het startsysteem worden verwij-
derd.
WAARSCHUWINGZet de motor na
een zware rit niet onmiddellijk uit, maar
laat de motor even stationair draaien.
Hierdoor kan de temperatuur in de mo-
torruimte dalen.
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 153
WAARSCHUWINGAls de auto
wordt uitgeschakeld, worden de elek-
tronische beveiligingssystemen uitge-
schakeld en de buitenverlichting ge-
doofd.
WAARSCHUWINGAls de motor
wordt uitgeschakeld en de auto rijdt,
kan om veiligheidsredenen, de elektro-
nische sleutel niet uit het startsysteem
worden verwijderd. Schakel, om de sleu-
tel te verwijderen, het instrumentenpa-
neel aan en uit door op de
START/STOP-knop te drukken bij los-
gelaten rem- of koppelingspedaal en stil-
staande auto.
154
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
ELEKTRONISCHE SLEUTEL IN
NOODGEVALLEN
VERWIJDEREN
Als er een probleem is met het uitscha-
kelen van de auto of het ontgrendel-
mechanisme van de elektronische sleu-
tel, ga dan als volgt te werk:
❒druk de ontgrendelknop in om de
metalen baard uit te laten klappen
(zie de paragraaf “Elektronische
sleutel” in het hoofdstuk “Dash-
board en bediening”):
❒steek de metalen baard B-fig. 1
van de elektronische sleutel in de
openingA;
❒verwijder de elektronische sleutel uit
het startsysteem.
Gasgevenvoordatude
motoruitzetheeftgeen
enkelnut,verspilt
brandstofenis,vooralvoormo-
torenmetturbocompre
ssor,
schadelijk.
WAARSCHUWINGPlaats in opening
A-fig.1geen andere voorwerpen dan
de metalen baard Bvan de elektronische
sleutel.
WAARSCHUWINGZet de auto stil
voordat de elektronische sleutel op de-
ze manier wordt verwijderd, omdat als
de sleutel bij een draaiende motor wordt
verwijderd, worden de motor en het in-
strumentenpaneel uitgeschakeld en het
stuurslot niet ingeschakeld.
A0E0043mfig. 1
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 154
155
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
Handrem uitschakelen:
❒trek de hendel Aiets omhoog en
druk op de ontgrendelknop B;
❒houd de knopBingedrukt en laat
de hendel zakken. Het lampje
x
op het instrumentenpaneel dooft.
Om onverwachte bewegingen van de
auto te voorkomen, moet bij het be-
dienen van de handrem het rempedaal
worden ingetrapt.
HANDREM
De handrem A-fig. 2 bevindt zich tus-
sen de voorstoelen. Om de handrem in
te schakelen, moet u de hendel Aom-
hoog trekken zodat de auto blokkeert.
Als de elektronische sleutel in het start-
systeem is geplaatst, gaat op het ins-
trumentenpaneel het lampje
xbran-
den.
WAARSCHUWING De auto moet
geblokkeerd blijven als de hendel enkele
tanden is aangetrokken. Als dit niet het
geval is, laat dan het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk de handrem afstellen.
A0E0030mfig. 2
PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❒zet de motor uit en trek de handrem
aan;
❒schakel een versnelling in (de 1eals
de weg omhoog loopt, de achteruit
als de weg omlaag loopt) en zet de
voorwielen iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat,
blokkeer de wielen dan met stenen of
wiggen. Laat de sleutel nooit in het start-
systeem zitten als de motor is uitgezet,
om te voorkomen dat de accu ontlaadt.
Laatkinderennooital-
leenachterindeauto.
Verwijderdeelektronische
sleutelaltijduithetsttartsys-
teemalsud
eautoverlaaten
neemdesleutelmee.
OPGELET
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 155
156
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
WAARSCHUWING De achteruit kan
alleen bij een stilstaande auto worden
ingeschakeld. Wacht, als de motor
draait, ten minste 3 seconden met ge-
heel ingetrapt koppelingspedaal, voor-
dat de achteruit wordt ingeschakeld;
hiermee wordt voorkomen dat de tand-
wielen beschadigen.
A0E0151mfig. 4
Omopdejuistewijze
teschakelen,moetu
hetkoppelingspedaalgeheel
intrappen.Daarommager
niettsonderhetpedaall
iggen
datditkanverhinderen:leter-
opdateventuelevloermatten
nietzijnduubbelgevouwenen
zodeslagvandepedale
nbe-
perken.
OPGELET
Laatuwhandtijdenshet
rijdennietopdepook-
knoprustenomdatdoor
deuitgeoefendedruk,ookal ls
dezelichtis,deint
erneonder-
delenvandeversnellingsbakna
verloopvantijdkunnenslijten.
G Gebruikhetkoppelingspedaal
alleenbij
hetschakelen.Laatuw
voettijdenshetrijdennooitop
hetkkoppelingspedaalrusten.Bij
uitvoeringen/marktenwaar
v
oorzien,kandeelektronische
regeleenheidvanhetkoppe-
lingspedaaldeverkeerderijstijl
waarnemenalseendefect
.
GEBRUIK VAN DE
VERSNELLINGSBAK
De auto is voorzien van een handge-
schakelde versnellingsbak met 6 of 5
versnelling (1.8 uitvoering). De stand
van de afzonderlijke versnellingen is op
de pookknop afgebeeld.
Trap bij het overschakelen altijd het kop-
pelingspedaal geheel in. Houd, om de 6
e
versnelling (waar voorzien) in te scha-
kelen, de pook iets naar rechts gedrukt,
om te voorkomen dat per ongeluk de
4
eversnelling wordt ingeschakeld.
Plaats voor het inschakelen van de ach-
teruit Rvanuit de stand vrij de ring A-
fig. 3ofA-fig. 4onder de knop om-
hoog en verplaats tegelijkertijd de pook
naar links en vervolgens naar voren.
Laat de ring los na het inschakelen van
de achteruit. Om vanuit de achteruit een
andere versnelling in te schakelen, hoeft
de ring van de pook niet omhoog ge-
trokken te worden.
A0E0397mfig. 3
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 156
157
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STARTEN
EN RIJDEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
Airconditioning
De airconditioning gebruikt zeer veel
energie: gebruik, als de buitentempe-
ratuur het toelaat, bij voorkeur het ven-
tilatiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde
aerodynamische accessoires kan de
aerodynamica negatief beïnvloeden,
waardoor het brandstofverbruik zal toe-
nemen. Overbodige bagage
Rijd niet met een te zwaar beladen ba-
gageruimte. Het gewicht van de auto
(vooral in stadsverkeer) en de wieluit-
lijning hebben grote invloed op het
brandstofverbruik en de stabiliteit.
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of skidrager als
deze niet wordt gebruikt. Deze acces-
soires verminderen de aerodynamica
van de auto, waardoor het brandstof-
verbruik toeneemt. Gebruik voor het ver-
voer van volumineuze voorwerpen bij
voorkeur een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik de elektrische installaties alleen
als u ze nodig hebt. De achterruitver-
warming, extra koplampen, de ruiten-
wissers en de aanjager van het ventila-
tie-/verwarmingssysteem vragen veel
stroom, waardoor het brandstofverbruik
toeneemt (tot aan 25% in stadsver-
keer).BRANDSTOF
BESPAREN
Hierna volgen enkele nuttige tips, waar-
door het brandstofverbruik zo laag mo-
gelijk blijft en de uitstoot van schadelij-
ke uitlaatgassen zoveel mogelijk be-
perkt wordt.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Zorg voor een goed onderhoud van de
auto door de controles en registraties die
in het “Onderhoudsschema” staan ver-
meld, te laten uitvoeren.
Banden
Controleer regelmatig, ten minste een
keer per maand, de spanning van de
banden: als de spanning te laag is,
wordt de weerstand groter en neemt het
verbruik toe.
149-164 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:48 Pagina 157