Page 49 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-1
6
DAU17240
De eigenaar is verplicht de optimale veilig-
heid te waarborgen. Door periodiek inspec-
ties, afstellingen en smeerbeurten uit te
laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine
in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie
blijft. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot in-
specties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in het perio-
diek smeer- en onderhoudsschema moeten
worden beschouwd als een algemene richt-
lijn onder normale rijcondities. Het is echter
mogelijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN WORDEN
VERKORT AFHANKELIJK VAN HET
WEER, HET TERREIN, DE GEOGRAFI-
SCHE LOCATIE EN INDIVIDUEEL GE-
BRUIK.
WAARSCHUWING
DWA10320
Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermeeniet echt vertrouwd bent.
DAU33881
Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset bevindt zich on-
der het duozadel. (Zie pagina 3-18.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Het
gebruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel kan echter nodig zijn om be-
paalde onderhoudswerkzaamheden cor-
rect uit te voeren.OPMERKING:Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaaldewerkzaamheden vereist zijn.
WAARSCHUWING
DWA10350
Door modificaties die niet door Yamaha
zijn goedgekeurd kan het motorvermo-
gen achteruitgaan of de machine te on-
veilig worden om nog te gebruiken.
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat uzelf wijzigingen aanbrengt.
WAARSCHUWING
DWA12371
Raak de uitlaatdempersteunen onder de
kap niet aan voordat het uitlaatsysteemis afgekoeld.
1. Boordgereedschapsset
1. Kap uitlaatsteun
2. Uitlaatdempersteun
U4C8D0D0.book Page 1 Thursday, September 21, 2006 3:03 PM
Page 50 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
6
DAU17706
Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING:
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km, beginnend vanaf 10000 km.
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040
1*BrandstofleidingControleer de brandstofslangen op scheurtjes of bescha-
digingen.√√√√ √
2*BougiesControleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand afstellen.√√
Vervangen.√√
3*Ve n ti e le nControleer de klepspeling.
Afstellen.Elke 40000 km
4 LuchtfilterelementVervangen.√
5 KoppelingControleer de werking.
Afstellen.√√√√√
6*VoorremControleer de werking en het vloeistofniveau en contro-
leer de machine op vloeistoflekkage.√√√√√ √
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
7*AchterremControleer de werking en het vloeistofniveau en contro-
leer de machine op vloeistoflekkage.√√√√√ √
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
U4C8D0D0.book Page 2 Thursday, September 21, 2006 3:03 PM
Page 51 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
8*RemslangenControleer op scheurtjes en beschadigingen.√√√√ √
Vervangen. Elke 4 jaar
9*WielenControleer de speling en controleer op beschadigingen.√√√√
10*BandenControleer op slijtage en beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.√√√√ √
11*WiellagersControleer op speling of beschadigingen.√√√√
12*AchterbrugControleer op een correcte werking en overmatige spe-
ling.√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km
13 AandrijfkettingControleer de spanning, uitlijning en conditie van de aan-
drijfketting.
Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale
smering voor o-ringkettingen. Elke 800 km en na elke wasbeurt of rit in de regen
14*BalhoofdlagersControleer de lagers op speling en oppervlakteruwheid.√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km
15*StuurdemperControleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√
16*FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.√√√√ √
17Scharnierpunten scha-
kelpedaalstangSmeren met lithiumvet.√√√√ √
18 ZijstandaardControleer de werking.
Smeren.√√√√ √
19*ZijstandaardschakelaarControleer de werking.√√√√√ √ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040
U4C8D0D0.book Page 3 Thursday, September 21, 2006 3:03 PM
Page 52 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
20*Vo o r v o r kControleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√
21*SchokdemperunitControleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√
22*Relaisarm achterwie-
lophanging en schar-
nierpunten
verbindingsarmControleer de werking.√√√√
23*Brandstofinjectiesys-
teemStel de synchronisatie af.√√√√ √
24 MotorolieVerversen.
Controleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage.√√√√√ √
25 OliefilterpatroonVervangen.√√√
26*KoelsysteemControleer het koelvloeistofniveau en controleer de ma-
chine op vloeistoflekkage.√√√√ √
Verversen. Elke 3 jaar
27*Voor- en achterrem-
schakelaarControleer de werking.√√√√√ √
28Bewegende delen en
kabelsSmeren.√√√√ √
29*Gaskabelhuis en gas-
kabelControleer de werking en speling.
Stel indien nodig de speling af.
Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.√√√√ √
30*LuchtinlaatsysteemControleer de luchtafsluitklep, de membraanklep en de
slang op beschadiging.
Vervang beschadigde onderdelen indien nodig.√√√√ √ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040U4C8D0D0.book Page 4 Thursday, September 21, 2006 3:03 PM
Page 53 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU18680
OPMERKING:
Luchtfilter
Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht, om het niet te bescha-
digen.
Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst.De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
31*Uitlaatdemper en uit-
laatpijpControleer of de schroefklem goed vastzit.√√√√√
32*EXUP-systeemControleer de werking, de vrije slag van de kabel en de
positie van de katrol.√√√
33*Lampen, richtingaan-
wijzers en schakelaarsControleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√ √ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040
U4C8D0D0.book Page 5 Thursday, September 21, 2006 3:03 PM
Page 54 of 106
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
DAU18712
Stroomlijn- en framepanelen ver-
wijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom-
lijn- en framepanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf door wanneer een
stroomlijn- of framepaneel moet worden
verwijderd of aangebracht.
DAU42970
Stroomlijnpanelen A en B
Verwijderen van een stroomlijnpaneel1. Verwijder de snelsluitschroeven en de
drukclips, schuif het stroomlijnpaneel
naar achteren en neem het paneel
weg.
1. Paneel A
2. Paneel C
3. Stroomlijnpaneel A
4. Stroomlijnpaneel C
1. Paneel B
2. Paneel D
3. Stroomlijnpaneel B
1. Snelsluitschroef
1. Stroomlijnpaneel A
2. Drukclip
U4C8D0D0.book Page 6 Thursday, September 21, 2006 3:03 PM
Page 55 of 106
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
2. Maak de kabelstekker van de richtin-
gaanwijzer los.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel1. Sluit de kabelstekker van de richtin-
gaanwijzer aan.2. Plaats de uitsteeksels van het stroom-
lijnpaneel in de sleuven en schuif het
paneel naar voren.
3. Breng de drukclips en de snelsluit-
schroeven aan.
DAU42951
Stroomlijnpaneel C
Verwijderen van stroomlijnpaneel1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-6.)
2. Verwijder de bouten en de snelsluit-
schroeven.3. Schuif het stroomlijnpaneel naar ach-
teren om de uitsteeksels uit de uitspa-
ringen te haken en neem het paneel
daarna weg.
1. Stroomlijnpaneel B
2. Drukclip
1. Kabelboomstekker richtingaanwijzer
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
1. Bout
2. Snelsluitschroef
3. Stroomlijnpaneel C
1. Stroomlijnpaneel C
2. Sleuf
3. Uitsteeksel
U4C8D0D0.book Page 7 Thursday, September 21, 2006 3:03 PM
Page 56 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
6
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel1. Plaats de uitsteeksels in de uitsparin-
gen en schuif het stroomlijnpaneel
naar voren.
2. Plaats het stroomlijnpaneel in zijn oor-
spronkelijke positie en breng dan de
snelsluitschroeven en de bouten aan.
3. Breng het stroomlijnpaneel A aan.
DAU33990
Panelen A en B
Om een van de panelen te verwijderen1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-18.)
2. Verwijder de schroef en verwijder dan
het paneel zoals afgebeeld.Aanbrengen van het paneel
1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de schroef aan.
2. Breng het bestuurderszadel aan.
DAU36630
Panelen C en D
Om een van de panelen te verwijderenVerwijder de schroef en de drukclip, en trek
daarna het paneel los zoals afgebeeld.
Aanbrengen van het paneelPlaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie, en breng dan de schroef en de drukclip
aan.
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
1. Paneel A
2. Schroef
1. Schroef
2. Paneel C
3. Drukclip
U4C8D0D0.book Page 8 Thursday, September 21, 2006 3:03 PM