Page 33 of 80

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-1
6
DAU17240
De eigenaar is verplicht de optimale veilig-
heid te waarborgen. Door periodiek inspec-
ties, afstellingen en smeerbeurten uit te
laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine
in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie
blijft. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot in-
specties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in het perio-
diek smeer- en onderhoudsschema moeten
worden beschouwd als een algemene richt-
lijn onder normale rijcondities. Het is echter
mogelijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN WORDEN
VERKORT AFHANKELIJK VAN HET
WEER, HET TERREIN, DE GEOGRAFI-
SCHE LOCATIE EN INDIVIDUEEL GE-
BRUIK.
WAARSCHUWING
DWA10320
Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermeeniet echt vertrouwd bent.
DAU17340
Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset is te vinden ach-
ter paneel B. (Zie pagina 6-6.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Het
gebruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel kan echter nodig zijn om be-
paalde onderhoudswerkzaamheden cor-
rect uit te voeren.OPMERKING:Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaaldewerkzaamheden vereist zijn.
WAARSCHUWING
DWA10350
Door modificaties die niet door Yamaha
zijn goedgekeurd kan het motorvermo-
gen achteruitgaan of de machine te on-
veilig worden om nog te gebruiken.
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat uzelf wijzigingen aanbrengt.
1. Boordgereedschapsset
U3D9D1D0.book Page 1 Thursday, October 12, 2006 9:55 AM
Page 34 of 80

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
6
DAU17710
Periodiek smeer- en onderhoudsschema OPMERKING:
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 30000 km, beginnend vanaf 6000 km.
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 6 12 18 24
1*BrandstofleidingControleer de brandstofslangen op scheurtjes of bescha-
digingen.√√√√ √
2 BougieControleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand afstellen.√√
Vervangen.√√
3*Ve n ti e le nControleer de klepspeling.
Afstellen.√√√√
4 LuchtfilterelementReinigen.√√
Vervangen.√√
5 KoppelingControleer de werking.
Afstellen.√√√√√
6*VoorremControleer de werking en het vloeistofniveau en contro-
leer de machine op vloeistoflekkage.√√√√√ √
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
U3D9D1D0.book Page 2 Thursday, October 12, 2006 9:55 AM
Page 35 of 80

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
6
7*AchterremControleer de werking en stel de speling van het rempe-
daal af.√√√√√ √
Vervang de remschoenen. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
8*RemslangControleer op scheurtjes en beschadigingen.√√√√ √
Vervangen. Elke 4 jaar
9*WielenControleer de speling en controleer op beschadigingen.√√√√
10*BandenControleer op slijtage en beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.√√√√ √
11*WiellagersControleer op speling of beschadigingen.√√√√
12*Bussen scharnierpunt
achterbrugControleer de bussen op loszitten.√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km
13 AandrijfkettingControleer de spanning, uitlijning en conditie van de aan-
drijfketting.
Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale
smering voor o-ringkettingen.Elke 1000 km en na elke wasbeurt of rit in de regen
14*BalhoofdlagersControleer de lagers op speling en oppervlakteruwheid.√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 24000 km
15*FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.√√√√ √
16Zijstandaard, midden-
bokControleer de werking.
Smeren.√√√√ √
17*ZijstandaardschakelaarControleer de werking.√√√√√ √
18*Vo o r v o r kControleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 6 12 18 24
U3D9D1D0.book Page 3 Thursday, October 12, 2006 9:55 AM
Page 36 of 80

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
DAU18660
OPMERKING:
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinder en de remklauw worden vervangen en de remvloeistof
worden ververst.
19*SchokdemperunitsControleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√
20*Brandstofinjectiesys-
teemControleer het stationair toerental.√√√√√ √
21 MotorolieVerversen.
Controleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage.√√√√√ √
22*Voor- en achterrem-
schakelaarControleer de werking.√√√√√ √
23Bewegende delen en
kabelsSmeren.√√√√ √
24*Gaskabelhuis en gas-
kabelControleer de werking en speling.
Stel indien nodig de speling af.
Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.√√√√ √
25*LuchtinlaatsysteemControleer de luchtafsluitklep, de membraanklep en de
slang op beschadiging.
Vervang beschadigde onderdelen indien nodig.√√√√ √
26*Lampen, richtingaan-
wijzers en schakelaarsControleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√ √ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 6 12 18 24U3D9D1D0.book Page 4 Thursday, October 12, 2006 9:55 AM
Page 37 of 80
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
U3D9D1D0.book Page 5 Thursday, October 12, 2006 9:55 AM
Page 38 of 80
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
DAU18771
Panelen verwijderen en aanbren-
gen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeelde
panelen worden verwijderd. Neem deze pa-
ragraaf telkens door om een paneel te ver-
wijderen of aan te brengen.
DAU37070
Paneel A
Verwijderen van het paneel1. Verwijder de schroef.2. Trek het paneel aan de voorzijde naar
buiten en schuif het paneel dan naar
voren om het aan de achterzijde los te
maken.
Aanbrengen van het paneel
1. Bevestig het paneel aan de achterzij-
de en druk dan de voorzijde van het
paneel aan.
2. Breng de schroef aan.
1. Paneel A
1. Paneel B
1. Schroef
U3D9D1D0.book Page 6 Thursday, October 12, 2006 9:55 AM
Page 39 of 80

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
DAU36961
Paneel B
Verwijderen van het paneel1. Schuif het slotplaatje open, steek de
sleutel in het slot en draai hem dan
een kwartslag rechtsom.
2. Laat de sleutel in het slot zitten, trek
het paneel aan de voorzijde naar bui-
ten en schuif het paneel dan naar vo-
ren om het aan de achterzijde los te
maken.Aanbrengen van het paneel
1. Bevestig het paneel aan de achterzij-
de en druk dan de voorzijde van het
paneel aan terwijl de sleutel nog in het
slot zit.
2. Terwijl u het paneel naar binnen drukt,
draait u de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neemt u de sleutel
eruit, en sluit u daarna het slotplaatje.
DAU19603
Controleren van de bougie De bougie is een belangrijk motoronderdeel
dat gemakkelijk te controleren is. Door hitte
en aanslag slijten bougies op de lange duur.
Daarom moeten bougies worden verwijderd
en gecontroleerd volgens het periodieke
onderhouds- en smeerschema. Bovendien
kan aan het uiterlijk van de bougie de con-
ditie van de motor worden afgelezen.
De bougie verwijderen
1. Verwijder de bougiedop.
2. Verwijder de bougie zoals getoond
met behulp van de bougiesleutel in de
boordgereedschapsset.
1. Afdekplaatje paneelslot
2. Ontgrendelen.
1. Bougiedop
U3D9D1D0.book Page 7 Thursday, October 12, 2006 9:55 AM
Page 40 of 80

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
6
Controleren van de bougie
1. Controleer of de porseleinen isolator
rondom de centrale elektrode van de
bougie een middeldonkere tot lichte
kleur vertoont (de ideale kleur bij nor-
maal gebruik van de machine).OPMERKIN
G:
Wanneer de bougie een heel andere kleur
vertoont, werkt de motor mogelijk niet naar
behoren. Probeer dergelijke problemen niet
zelf vast te stellen. Laat in plaats daarvan
uw machine nakijken door een Yamahadealer.
2. Controleer de bougie op afslijting van
de elektroden en op overmatige kool-
stof- of andere aanslag. Vervang in-
dien nodig de bougie.De bougie monteren
1. Meet de elektrodenafstand met een
draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
2. Reinig het oppervlak van de bougie-
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
3. Breng de bougie aan met behulp van
de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
OPMERKING:Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-ment worden aangedraaid.
4. Installeer de bougiedop.
1. Bougiesleutel
Voorgeschreven bougie:
NGK/CR6HSA1. ElektrodenafstandElektrodenafstand:
0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)
Aanhaalmoment:
Bougie:
12.5 Nm (1.25 m·kgf, 9.0 ft·lbf)
U3D9D1D0.book Page 8 Thursday, October 12, 2006 9:55 AM