DAU20060
Versnellingsbakolie
1. Olievuldop-bout
Vóór elke rit moet het eindoverbren-
gingshuis worden gecontroleerd op
olielekkage. In geval van lekkage
dient u de scooter door een Yamaha
dealer te laten nakijken en te laten
repareren. Bovendien dient de vers-
nellingsbakolie als volgt te worden
ververst op de aangegeven tijdstip-
pen in het periodieke onderhouds- en
smeerschema.
1. Start de motor, warm deze op
door een paar minuten te gaan
rijden en zet dan de motor af.
1. Aftapplug
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder
het eindoverbrengingshuis om de
gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de
aftapplug om de olie uit het ein-
doverbrengingshuis af te tappen.
5. Breng de olieaftapplug van de
versnellingsbakolie aan en zet
hemvast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
6. Voeg de benodigde hoeveelheid
aanbevolen versnellingsbakolietoe, breng de olievuldop aan en
draai deze vast.
DWA11310
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat er geen verontreini-
gingen het cardanhuis kunnen
binnendringen.
Zorg dat er geen olie op de
banden of wielen terechtkomt.
7. Controleer de versnellingsbak op
olielekkage. Zoek in geval van
lekkage naar de oorzaak.
DAUS1200
Koelvloeistof (alleen voor
vloeistofgekoelde modellen)
Voor iedere rit moet het koelvloeistof-
niveau worden gecontroleerd. Ook
moet de koelvloeistof worden ver-
verst volgens de intervalperioden ver-
meld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Aanbevolen versnellingsbakolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
0,11 L (0,0003 Imp.qt)
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug versnellingsbakolie:
18 Nm (1,8 m•kgf, 13,2 ft•lbf)
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
11
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 33
DWA10500
s s
WAARSCHUWING
De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld ter-
wijl de banden koud zijn (wan-
neer de temperatuur van de
banden gelijk is aan de omge-
vingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid
en het totale gewicht van rijder,
passagier, bagage en acces-
soires dat voor dit model is
vastgesteld.
DWA11200
s s
WAARSCHUWING
De aanwezigheid van bagage heeft
grote invloed op het weggedrag, de
rem- en rij-eigenschappen en de
veiligheid van uw machine. Neem
daarom de volgende voorzorgsma-
atregelen in acht.
DE MACHINE NOOIT OVERBE-
LADEN! Rijden met een overbela-
den machine kan leiden tot bes-
chadiging van de banden,
controleverlies of ernstig letsel.
Zorg dat het totale gewicht van
de bestuurder, de passagier, de
bagage en de gemonteerde
accessoires nooit het voorgesch-
reven maximumlaadgewicht voor
de machine overschrijdt.
Vervoer geen los verpakte spu-
llen die tijdens de rit kunnen
gaan schuiven.
Bevestig de zwaarste spullen op
veilige wijze dicht bij het midden
van de machine en verdeel het
gewicht over beide zijden.
Pas de luchtdruk in de wielop-
hanging en de bandspanning aan
op het te vervoeren gewicht.
Controleer vóór iedere rit de
conditie en spanning van de
banden.
1. Profieldiepte
2. Band
Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden wor-
den gecontroleerd. Als de bandpro-
fieldiepte op het midden van de band
de vermelde limiet heeft bereikt, de
band spijkers of stukjes glas bevat of
wanneer de wang van de band
scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer
worden vervangen.
Minimale bandprofieldiepte (voor
en achter):
1.6 mm (0.06 in)
Bandspanning (gemeten op koude
banden):
Tot 90 kg (198 lb):
Voor:
175 kPa (24,90lb) (1,75 kgf/cm
2)
Achter:
200 kPa (28,44lb) (2,0 kgf/cm
2)
90 kg (198 lb)~maximale:
Voor:
175 kPa (24,90lb) (1,75 kgf/cm
2)
Achter:
225 kPa (32lb) (2,25 kgf/cm
2)
Maximale belasting*:
158,3 kg (348,4lb) CS50Z
161kg (255lb) CS50
* Totaal gewicht van motorrijder, pas-
sagier, bagage en accessoires
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-10
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 37
1. Gloeilamp van de richtingaanwijzers
4. Monteer de lamplens door de
schroeven aan te brengen.
DCA10680
LET OP
Zet de schroeven niet overdreven
strak vast, anders kan de lamplens
breken.
DAU24310
Gloeilamp in kentekenver-
lichting vervangen
1. Gloeilamp van de nummerplaatverlichting
1. Verwijder de lampeenheid voor
kentekenverlichting door de sch-
roeven los te draaien.
2. Verwijder de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze naar
buiten te trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
5. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze vast
te drukken.
6. Monteer de lampeenheid voor
kentekenverlichting door de sch-
roeven aan te brengen.
DAU23370
Accu
Dit model is uitgerust met een perma-
nent-dichte accu (onderhoudsvrij
type) waarvoor geen onderhoud
vereist is. De elektrolyt hoeft niet te
worden gecontroleerd en er hoeft
geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld.
DCA10620
LET OP
Probeer nooit om celafdichtingen
op de accu te verwijderen, hierdoor
kan permanente schade aan de
accu worden toegebracht.
DWA10760
s s
WAARSCHUWING
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat,
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
11
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 44