339
KOPLAMP -
SPROEIERS
Controleer regelmatig of de kop-
lampsproeiers schoon en in goede
staat zijn fig. 18.
De koplampsproeiers werken auto-
matisch als het dim-/grootlicht brandt
en de ruitensproeiers worden inge-
schakeld.
AIRCONDITIONING
Schakel in de winter de airconditio-
ning 1 keer per maand gedurende 10
minuten in.
Laat voor het zomerseizoen de wer-
king van de airconditioning door de
Lancia-dealer controleren.
Het systeem gebruikt
koelmiddel R134a. Bij lek-
kage is dit middel niet
schadelijk voor het milieu. Ge-
bruik in geen geval het middel
R12, omdat dit middel de compo-
nenten van het systeem beschadigt
en het chloorfluorkoolstoffen
(CFK) bevat.
fig. 18
L0A0122b
REGELEENHEID
KLIMAATREGELING
INITIALISEREN
Iedere keer als de accu wordt losge-
koppeld en daarna weer wordt vast-
gekoppeld of de accu wordt opgela-
den als deze volledig leeg was of na
het vervangen van een zekering, moet
voor een correcte werking van de por-
tiervergrendeling, de klimaatregeling
en het ESP-systeem, de handelingen
voor het initialiseren worden uitge-
voerd die in de paragraaf “Accu los-
koppelen” in het hoofdstuk “Noodge-
vallen” vermeld staan.
340
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE INVLOEDENDe belangrijkste oorzaken van roest
zijn:
– luchtverontreiniging
– zoutgehalte in de lucht en lucht-
vochtigheid (gebieden aan zee, warm
en vochtig klimaat)
– omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende ele-
menten, zoals stoffige omgeving, op-
waaiend zand, modder en steenslag
op de lak en de onderzijde moet niet
worden onderschat.
LANCIA heeft voor de THESIS de
beste technologische oplossingen toe-
gepast om de carrosserie efficiënt te-
gen roest te beschermen.
De belangrijkste zijn:
– De toepassing van aangepaste
spuittechnieken en lakproducten die
de auto de benodigde weerstand tegen roest en schurende elementen verle-
nen.
– Het gebruik van verzinkte (of
voorbehandelde) plaatdelen met een
hoge corrosiebestendigheid.
– Het aanbrengen van een gespoten
beschermende waslaag op de onder-
zijde, in de wielkuipen, in de motor-
ruimte en verschillende holle ruimtes,
met een hoog beschermend vermogen.
– Het aanbrengen van een bescher-
mende kunststof laag op kwetsbare
delen: onderzijde van de portieren,
binnenzijde van de spatborden, na-
den, randen, enz.
– Toepassing van “open” holle ruim-
tes om condensvorming te voorkomen
en binnendringend water af te voeren,
waardoor roest van binnenuit wordt
voorkomen. CARROSSERIEGARANTIE
Bij de THESIS is de carrosserie te-
gen doorroesten van alle originele
componenten van de carrosserie en
van alle dragende delen gegaran-
deerd. Voor de specifieke voorwaar-
den van deze garantie wordt verwe-
zen naar het boekje “SERVICE EN
GARANTIEHANDLEIDING”.
TIPS VOOR HET BEHOUD VAN
DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende func-
tie.
Daarom moeten beschadigingen van
de laklaag, zoals krassen, onmiddel-
lijk worden bijgewerkt om roestvor-
ming te voorkomen.
Het bijwerken dient met de originele
lak te worden uitgevoerd (zie het
“Plaatje met informatie over de car-
rosserielak” in het hoofdstuk “Tech-
nische gegevens”).
342
Schoonmaakmiddelen
verontreinigen het water.
Daarom moet de motor-
ruimte bij voorkeur worden uit-
gespoten op een plaats waar het
afvalwater direct wordt opgevan-
gen en gezuiverd.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten
van de motorruimte moet de contact-
sleutel in stand STOPstaan en de
motor koud zijn. Controleer na het
reinigen of de verschillende bescher-
mingen (rubber kappen, deksels,
enz.) nog op hun plaats zitten en niet
beschadigd zijn.
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de
vloerbedekking geen water is blijven
staan (dooiwater van sneeuwresten
aan schoenen, lekkende paraplu’s,
enz.), waardoor roestvorming op de
bodem veroorzaakt zou kunnen wor-
den.
Gebruik nooit ontvlam-
bare producten zoals pe-
troleum of wasbenzine
voor het reinigen van de interieur-
delen van de auto. De elektrostati-
sche lading die tijdens het reinigen
door het wrijven ontstaat, kan
brand veroorzaken.
De kunststof carrosseriedelen kun-
nen op dezelfde wijze worden gewas-
sen als de gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen,
aangezien harsdruppels bij langere in-
werking de lak kunnen beschadigen,
waardoor de kans op roestvorming
wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen
dienen zo snel en zo goed mogelijk
van de lak verwijderd te worden, om-
dat door de agressieve bestanddelen
de lak kan beschadigen.
Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van
de ruiten een daarvoor geschikt
schoonmaakmiddel. Gebruik een
schone, zachte doek om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het
schoonmaken van de binnenzijde van
de achterruit op, dat de elektrische
weerstandsdraden van de achterruit-
verwarming niet worden beschadigd.
Veeg voorzichtig in de richting van de
draden. Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motor-
ruimte na het winterseizoen zorgvul-
dig te laten uitspuiten. Hierbij moet
er goed op worden gelet dat de wa-
terstralen niet direct met de elektro-
nische regeleenheden in contact ko-
men. Laat dit verzorgen door een ge-
specialiseerd bedrijf.
354
2.0 TB 2248,9
28,9 2.4
217 9,5
30,2 2.4 AUT.
215
10,0
31,2 3.0 V6 AUT.
2349,2
29,8
2.4 JTD
206
10,1
31,4
WIELUITLIJNING
Voorwielen (STD A): – caster
– camber
– toespoor
Achterwielen (onbeladen): – camber
– toespoor
PRESTATIES
Maximum snelheid km/h
Acceleratie van 0-100 km/h sec.
Kilometer met staande start sec. 2.0 TB
2° 40’
–50’ ± 20’
–2 mm ± 1 mm
–13’ ± 20’
+3 mm ± 1 mm 2.4
2° 40’
–50’ ± 20’
–2 mm ± 1 mm
–13’ ± 20’
+3 mm ± 1 mm 2.4 AUT.
2° 40’
–50’ ± 20’
–2 mm ± 1 mm
–13’ ± 20’
+3 mm ± 1 mm 2.4 JTD
2° 40’
–50’ ± 20’
–2 mm ± 1 mm
–13’ ± 20’
+3 mm ± 1 mm 3.0 V6 AUT.
2° 40’
–50’ ± 20’
–2 mm ± 1 mm
–13’ ± 20’
+3 mm ± 1 mm
360
BRANDSTOFVER-
BRUIK
Het brandstofverbruik dat in de
tabellen is opgenomen, is gemeten
volgens een vastgestelde testmetho-
de die in EU-normen is vastgelegd.
Het brandstofverbruik is gemeten
tijdens:
– een stadsrit: opgebouwd uit een
koude start gevolgd door een gesi-
muleerde, normale testrit in stads-
verkeer; –
een rit buiten de stad: hierbij
wordt veelvuldig geaccelereerd in
alle versnellingen en wordt een nor-
maal gebruik van de auto buiten de
stad gesimuleerd. De snelheid
varieert tussen de 0 en 120 km/h;
– een gecombineerd traject : voor
het bepalen van het gecombineerde
brandstofverbruik telt de waarde
van de stadsrit mee voor 37% en de
waarde van de testrit buiten de stad
voor 63%. BELANGRIJK
Het soort wegdek,
bedrijfsomstandigheden, verkeerssi-
tuatie, atmosferische omstandighe-
den, rijstijl, algemene conditie van de
auto, uitrustingsniveau, gebruik van
de airconditioning, lading van de
auto, imperiaal op het dak en de
aanwezigheid van andere accessoires
die de aërodynamica kunnen beïn-
vloeden, kunnen in de praktijk een
brandstofverbruik opleveren, dat
afwijkt van de resultaten die tijdens
de hierboven beschreven tests zijn
bereikt (zie “Kostenbesparing en
beperking van uitstoot van schadelij-
ke uitlaatgassen” in het hoofdstuk
“Correct gebruik van de auto”).
2.4
15,2 8,4
10,9
2.0 TB
15,58,5
11,1 2.4 AUT.
17,48,8
12,0 2.4 JTD
11,56,3
8,2 3.0 V6 AUT.
20,99,3
13,6Brandstofverbruik volgens EU-normen 1999/100 (liter x 100 km)
Stadsverkeer
Buitenweg
Gecombineerd
366
- waarschuwingssignaal ...........188
- wegrijden...............................180
E lekt ronische reg eleenheden ( waarschuwingen) .................334
E lekt ronische remdrukv erdeler EBD ......................................241
E lekt ronische snelheidsreg eling ( cruise-control) ......................194
EOBD-systeem .........................240
E PB ( aut omat ische handrem) ...175
- uit schakelen in noodg ev allen 1 7 8
ESP-systeem.............................189
- ASR-systeem .........................191
- inschakeling ESP...................192
- MSR-systeem.........................192
- reg eleenheden port ierv erg rende- ling , klimaat reg eling en E SP-
systeem initialiseren ..............306
- storingsmelding .....................192
- werking .................................190
Extra accessoires .....................217
E xt ra g root licht
- gloeilamp vervangen..............283 F ollow me home ( v ert raag de uit -
schakeling v erlicht ing ) ............99
Gebruik v an de aut o en prakt ische
tips ........................................246
Gereedschap .............................271
Gewichten ................................356
Gloeilamp ( vervangen) .............275
- achterlichtunits......................289
- alg emene aanwijzing en ..........277
- g loeilamp v erv ang en buit env er -
lichting ..................................279
- koplampunit s ........................279
- lampentabel...........................278
- lamptypen .............................277
G root licht
- bediening...............................100
- g loeilamp v erv ang en ..............280
G root licht sig naal ......................100
Handg eschakelde
v ersnelling sbak ......................179
- specificaties ...........................348 Handgrepen..............................217
Hendels aan het stuur.................97
- hendel links...........................100
- hendel rechts .........................101
H erkenning ssy st eem ( Key less
System) ...................................44
- “Garage”-stand ( noodstart) .....46
- Autoclose.................................51
- batterij vervangen CID ............54
- cent raal openen/ sluit en zijruit en en opendak..............................52
- CID-systeem ............................44
- extra CID’s aanvragen .............53
- kofferdeksel openen ................50
- ministeriële goedkeuring..........53
- port ieront g rendeling en t oeg ang tot de auto...............................49
- port ierv erg rendeling en aut o v er- laten ........................................50
- st art knop v oor het inschakelen v an de inst rument en paneel -
v erlich t ing en het st art en v an de
motor .........................................47
- storingsmelding .......................53
368
- uit st roomopening en en lucht -
roosters..................................144
- uitstroomopeningen ...............145
- v ent ilat ie t ijdens het parkeren1 6 1
Koel-/warmhoudvak.................213
Koelvloeistof .............................325
Koelv loeist of t emperat uurmet er . 1 0 8
Koplampen
- afstellen voor verkeer links/ recht s ............................239
Koplampen
- g asont lading slampen ( bi-xenon) .............................237
- koplampen af st ellen v oor v erkeer links/ recht s ............................239
Koplampsproeiers
- bediening...............................101
- ruit ensproeierv loeist of ...........328
Kost enbesparing en beperking v an uit st oot v an schadelijke uit laat -
gassen....................................256
Krik..........................................272Lambdasondes ...........................4
Lancia CODE .............................26
- CODE-card .............................28
L ekke band ( wiel v erwisselen) . . 2 7 0
L icht st erkt ereg eling inst rument en- paneel....................................173
Luchtfilter ................................329
Luchtroosters ....................144-145
L uidsprekers ............................243
Milieu ( v eilig heid en
bescherming) ........................2-3
Mist acht erlicht en
- bediening...............................172
- g loeilamp v erv ang en ..............289
Mist lampen
- bediening...............................172
- g loeilamp v erv ang en ..............288
Motor opwarmen ......................248
Motor starten............................246
- benzine-uitvoeringen .............247
- JTD-uitvoeringen...................247
- motor opwarmen ...................248 - motor uitzetten .....................248
- noodstart........................249-267
- rollend starten .......................269
- start-/contactslot .....................24
- starten met een hulpaccu.......268
Motor uitzetten .........................248
Mot or
- motorcode .............................344
- technische gegevens...............346
Motorkap..................................233
Mot orolie
- mot oroliev erbruik
..................325
- niveau controleren.................324
- specificaties ...........................358
Mot oroliev erbruik .....................325
Mot orruimt e reinig en ................342
MSR-systeem............................192
Multifunctioneel display ...........110
Niveau van de motorolie.........324
Niveaus controleren ..................320
- koelvloeistof ..........................325
- motorolie ...............................324
Selenia 20K is afgestemd op de nieuwe generatie
motoren en dank zij de uitstekende chemische sta-
biliteit kunnen de verversingsintervallen wor den
verlengd tot 20.000 km, waarbij een langdurige
reiniging is gegarandeerd.
16
14
12
10 8
6
4
2
0 25000 5000 7500 10000 12500 15000 17500 20000
%
km
SELENIA 20K REFERENTIEPRODUCT
(*) ASTM D445
De motor van uw nieuwe auto is ontwikkeld met
Selenia 20K;
een synthetische motorolie die voldoet
aan de meest geavanceer de internationale specifi-
caties. Selenia 20K verbetert de eigenschappen van de
motor en garandeert optimale pr estaties en maxi-
male bescherming.
SELENIA 20K Top Quality fuel economy motor olie volgens API
SJ-specificaties v oor n ormale, t urbo- o f m ulti -
klepsmotoren. Brandstofbesparing tot 2% en maximale stabili-
teit bij hoge temperaturen.
SELENIA PERFORMER Speciale motor olie voor een optimale motor -
werking onder zeer extr eme klimatologische om-
standigheden (starten tot zelfs –35°C). ANALYSE VAN GEBRUIKTE MOTOROLIE:
VISCOSITEITSTOENAME BIJ 40°C (*)
SELENIA:
DE PERFECTE KEUZE VOOR UW AUTO
SELENIA. DE KRACHT ACHTER MODERNE MOTOREN
Verontreinig het milieu niet met afgewerkte olie.