1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
2
B010B01A-AXT Gasohol Gasohol (een mengsel van 90% loodvrije benzine en 10% ethanol) kan worden gebruikt in uw Hyundai. Alsechter problemen optreden in de werking van de motor, wordt het gebruik van uitsluitend benzine aangeraden.Brandstoffen met een onbekende hoeveelheid alcohol of een andere alco- hol dan ethanol mogen niet wordengebruikt.
B010A03O-GXT Tank uitsluitend loodvrije benzine Voor optimale prestaties van uw auto raden wij aan om ongelode benzine met een octaangetal (RON) hoger dan 95/AKI (Anti Knock Index) hoger dan 91 te tanken. U kan gebruik maken van ongelode benzine met een octaangetal(RON) 91~94 / AKI 87~90, maar hierdoor kunnen de prestaties van de auto iets minder worden.Het tanken van loodhoudende benzine heeft een onherstelbare beschadiging van de katalysator en een onvoldoendewerking van het emissieregelsysteem
tot gevolg. Bovendien kan dit hoge onderhoudskosten met zich
meebrengen. Om vergissingen bij het
!
BRANDSTOFVOORSCHRIFTEN
tanken te voorkomen past het vulpistool voor loodhoudende benzine niet in devulopening van uw Hyundai. Dieselbrandstof In Hyundai automobielen met dieselmotor moet dieselbrandstof met een cetaangetal van 52 tot 54 worden gebruikt.Wanneer de dieselbrandstof in zomer- en winterkwaliteit verkrijgbaar is, moet afhankelijk van de onderstaandetemperaturen de aangegeven kwaliteit worden gebruikt:
o Boven -5°C (23°F) .........Zomerkwaliteit dieselbrandstof
o Onder -5°C (23°F) ......... Winterkwaliteit dieselbrandstof
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet leeg raakt. Als de motor door brandstoftekort afslaat, moeten de brandstofcircuits volledig wordenontlucht voordat de motor weer kan worden gestart. WAARSCHUWING:
Voorkom dat benzine of water in detank komt. Als dit toch het geval is moet de tank worden afgetapt en deleidingen worden doorgespoeld om te voorkomen dat de brandstofpomp vastloopt en daardoor de motorbeschadigd raakt.
ALLEEN
LOODVRIJE BENZINE
B010A02FC
7EMISSIE REGELSYSTEEM
2UITSTOOT BEHEERSSYSTEEM
SH010A1-FX Uw Hyundai is uitgerust met een
uitstoot beheerssysteem om te voorzien in alle eisen van de voor uw land vantoepassing zijnde overheidseisen. Er zijn drie uitstoot beheerssystemen, nl.:
1. Carterdamp beheerssysteem
2. Brandstofdamp beheerssysteem
3. Uitlaatgas beheerssysteem
Om er zeker van te zijn dat dit
regelsysteem optimaal blijftfunctioneren moet uw wagen overeenkomstig het onderhoudsschema in deze handleidingdoor een Hyundai dealer worden onderhouden. SH010B1-FX
1. Carterventilatiesysteem
Het gesloten carterventilatiesysteem
is ontworpen teneinde te voorkomen dat doorblaasgassen in de atmosfeer terecht komen.
Dit systeem zorgt er voor dat het
carter via het luchtfilter wordt geventileerd. Deze verse lucht vermengt zich met de doorblaasgassen waarna deze lucht via de positievecarterventilatieklep naar het inlaatsysteem van de motor wordt teruggevoerd.
H010C01E-GXT
2. Beheersingssysteem
dampuitstoot
Het beheersingssysteem van de
dampuitstoot is ontworpen om te voorkomen dat brandstofdampen ontsnappen naar de buitenlucht. Actief koolfilter
Als de motor niet "Draait", ontstaat
brandstofdamp in de tank, die in het actief koolfilter geabsorbeerd enopgeslagen wordt. Als de motor "Draait", wordt de
brandstofdamp opgeslagen in het actief koolfilter, afgezogen via de electrisch bediende klep. Electrisch bediende klep
De electrisch bediende klep wordt
"Gestuurd" door de Electronische Bedieningseenheid; als demotorkoelvloeistof-temperatuur laag is, en tijdens stationair draaien van de motor is de klep gesloten, waardoorgéén brandstofdamp in de inlaatbuis van het luchtinlaatsysteem komt.
Nadat de motortemperatuur op
bedrijfsniveau is gekomen, en gedurende normaal rijden, wordtbrandstofdamp door de geopende klep naar de luchtinlaatbuis afgevoerd.
SH010D1-FX
3. Regeling van de
uitlaatgasemissie
Dit systeem beperkt de uitstoot van
schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen terwijl goedemotorprestaties worden gehandhaafd.