10
1Uitstroomopeningen zijkant. 2Luchtroosters voor ontwasemen/ontdooien zijruiten voor. 3Luchtroosters boven aan zijkant. 4Bedieningshendel buiten-
verlichting. 5Snelheidsmeter-kilometerteller. 6Checkpanel. 7Toerenteller. 8Bedieningshendel ruitenwissers voor/achter. 9Brandstofmeter. 10Lucht-
roosters midden. 11Luchtrooster boven. 12Klokje. 13Koelvloeistoftemperatuurmeter. 14Autoradio. 15Airbag passagierszijde. 16Dashboardkastje.
17 Bedieningsorganen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning. 18Asbak en aansteker. 19Schakelaar voor waarschuwingsknipperlichten.
20 Temperatuursensor. 21Start-/contactslot. 22Hendel voor stuurwielverstelling. 23Airbag bestuurderszijde en claxon. 24Hendel voor motorkap-
ontgrendeling. 25Bedieningsorganen: verlichting instrumenten, op nul zetten dagteller/weergave buitentemperatuur en koplampve\
rstelling.
fig. 1
DASHBOARD
P4U00001
16
STUURSLOT
Inschakelen:
– zet de sleutel in stand STOPof
P ARK, trek de sleutel uit het start-/con-
tactslot en draai het stuur totdat het ver-
grendelt.
Uitschakelen:
– draai het stuur iets heen en weer, ter-
wijl u de sleutel in stand MARdraait.
BUITENSPIEGELS (fig. 13)
Kies één van de twee spiegels met scha-
kelaar (A).
Verstel de gekozen spiegel met knop
(B).
Zet schakelaar ( A) in de middelste ver-
grendelde stand.
SPIEGELS
ACHTERUITKIJKSPIEGEL
(
fig. 12)
De spiegel kan met hendel (A) in twee
standen worden gezet: normaal of anti-
verblindingsstand.
BELANGRIJK Het model van de spie-
gel kan anders zijn als de auto is uitge-
r ust met een autoradio met geïntegreerde
mobiele telefoon en/of inbouwvoorbe-
reiding telepass. Het afgebeelde model is
alleen bedoeld om het afstellen te illustre-
ren.
Ver wijder de sleutel
nooit uit het contactslot
als de auto nog in be-
weging is. Bij de eerste stuur-
uitslag blokkeert het stuur auto-
matisch. Dit geldt in alle gevallen,
ook als de auto gesleept wordt.
P4U00011
fig. 12
P4U00012
fig. 13
27
Wij raden u aan de volgende pagina’s te lezen terwijl u comforta-
bel in uw nieuwe auto zit.
Zo kunt u de in dit boekje beschreven delen direct herkennen en
leert u in enkele minuten de bedieningsorganen en installaties
kennen waarmee uw nieuwe auto is uitgerust.KINDEREN VEILIG VERVOEREN........................................................................\
53
GORDELSPANNERS
........................................................................\
.......................57
AIRBAGS VOOR EN ZIJ-AIRBAGS
....................................................................58
HENDELS AAN HET STUUR
........................................................................\
.........64
INSTRUMENTEN
........................................................................\
.............................67
KLIMAATREGELING
........................................................................\
.......................77
VERWARMING EN VENTILATIE
........................................................................\
..79
AIRCONDITIONING, AUTOMATISCH
................................................................81
HULPVERWARMING
........................................................................\
.....................89
BEDIENINGSKNOPPEN
........................................................................\
................89
SELESPEED VERSNELLINGSBAK
........................................................................\
.94
AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK Q-SYSTEM
.........................................104
INTERIEURUITRUSTING
........................................................................\
..............111
OPENDAK
........................................................................\
........................................116
BAGAGERUIMTE
........................................................................\
............................118
MOTORKAP
........................................................................\
.....................................120
KOPLAMPEN
........................................................................\
...................................121
ABS
........................................................................\
....................................................122
MOTORMANAGEMENTSYSTEEM (EOBD)
........................................................124
AUTORADIO
........................................................................\
....................................125
TA NKEN MET DE ALFA 156
........................................................................\
........127
BESCHERMING VAN HET MILIEU
.....................................................................129
ALFA ROMEO CODE
........................................................................\
............pag. 28
DIEFSTALALARM
........................................................................\
............................34
PORTIEREN MET AFSTANDSBEDIENING VER-/ONTGRENDELEN
...........38
START-/CONTACTSLOT
........................................................................\
.................39
PORTIEREN
........................................................................\
......................................40
ZITPLAATSEN
........................................................................\
..................................42
STUURWIEL VERSTELLEN
........................................................................\
............46
SPIEGELS VERSTELLEN
........................................................................\
................46
RUITBEDIENING
........................................................................\
.............................48
VEILIGHEIDSGORDELS
........................................................................\
................49
WEGWIJS IN UW AUTO
38PORTIEREN MET
AFSTANDSBEDIENING
VER-/ONTGRENDELEN
Het systeem bestaat uit een ontvanger in
de auto en een in de sleutel ( B-fig. 14)in-
gebouwde zender (afstandbediening).
Voor het sluiten/openen van de sloten
moet de zender op de auto worden gericht
en tegelijkertijd knopje ( C-fig. 14)worden
ingedrukt en losgelaten.
Als u knopje ( C) van de afstandsbedie-
ning indrukt en lampje ( A) knippert één
keer kort, dan moet u de batterijen ver-
vangen zoals hiervoor is beschreven.
BELANGRIJK Voor het programme-
ren van eventuele extra afstandsbedienin-
gen, dient u zich tot de Alfa Romeo-
dealer te wenden.
WERKING VAN SIRENE
UITSCHAKELEN (
fig. 13)
(indien aanwezig)
Als u de werking van de sirene wilt uit-
schakelen, moet u knopje ( A) van de af-
standsbediening 4 seconden ingedrukt
houden tijdens de inschakeling van het
systeem.
Het systeem zendt dan, na de normale
akoestische en zichtbare signalen, een
snelle reeks van 5 “BIEPS” uit.
Als het systeem opnieuw wordt inge-
schakeld, wordt automatisch de normale
werking van de sirene weer ingeschakeld.
MINISTERIËLE GOEDKEURING
In overeenstemming met de wetgeving
in ieder land ten aanzien van radiozend-
apparatuur:
– staan de verschillende typegoedkeu-
ringen vermeld op de laatste pagina’s
van dit boekje, na het alfabetische regis-
ter (voor sommige landen is ook het be-
treffende document afgebeeld);
– is voor de landen waar een zend-
machtiging verplicht is, de typegoedkeu-
ring op de component vermeld.
(afhankelijk van de uitvoering/land kan
de code ook zijn aangebracht op de zen-
der en/of ontvanger).
P4U00418
fig. 13fig. 14
P4U00419
46
HoofdsteunenDe auto is voorzien van twee hoofdsteu-
nen voor de zijzitplaatsen achter. De auto
kan ook zijn uitgerust met een derde
hoofdsteun (optional) voor de middelste
zitplaats achter.
De hoofdsteunen zijn in hoogte verstel-
baar. Voor de hoogteverstelling moet de
hoofdsteun omhoog of omlaag worden
geplaatst en, afhankelijk van de lengte
van de passagier, in één van de standen
worden vergrendeld.
U kunt de hoofdsteunen zonodig verwij-
deren. Ga hiervoor als volgt te werk:
– zet de hoofdsteun geheel omhoog;
–dr uk beide knoppen (A enB-
fig. 34) in en verwijder de hoofdsteun.STUURWIEL
VERSTELLEN
Het stuurwiel is verstelbaar. Het kan
dichterbij of verderaf en omhoog of om-
laag worden gezet.
Ontgrendel hiervoor de hendel (A-fig.
35) door de hendel in de richting van het
stuurwiel te trekken. Zet het stuurwiel in
de gewenste stand en druk de hendel ge-
heel naar voren.
SPIEGELS
VERSTELLEN
ACHTERUITKIJKSPIEGEL
De spiegel is voorzien van een beveili-
gingsmechanisme, waardoor de spiegel
bij een krachtige botsing losschiet. Met
het hendeltje (A-fig. 36) kunt u de
spiegel in twee verschillende standen zet-
ten: normale stand of anti-verblindings-
stand.
BELANGRIJK Het model van de ach-
teruitkijkspiegel kan anders zijn als de
auto is uitgerust met een autoradio met
geïntegreerde mobiele telefoon en/of in-
bouwvoorbereiding telepass. Het afge-
beelde model is alleen bedoeld om het
afstellen te illustreren.
Let erop dat de hoofd-
steun zo is ingesteld dat
de steun het hoofd
steunt en niet de nek. Alleen in
deze positie bieden de steunen
bescherming, wanneer de auto
van achteren aangereden wordt.
fig. 35
P4U00060
fig. 36
P4U00018
V erstel het stuurwiel
alleen als de auto stil-
staat.
114
Opbergvak links(fig. 123)
Aan de onderzijde van het dashboard,
links van het stuurwiel, bevindt zich een
opbergvak (A ).
DOCUMENTENVAK OP DE
VOORPORTIEREN (
fig. 124)
Op ieder voorportier bevindt zich een
documentenvakje (A ).
P4U00121
fig. 124
fig. 121
ASBAK ACHTER (fig. 121)
Op iedere achterportier bevindt zich een
asbak (A).
Open de asbak in de richting van de pijl
om deze te gebruiken en druk de lip in
om de asbak te verwijderen.
P4U00118
OPBERGVAKKEN
OP HET DASHBOARD
Centraal opbergvak(fig. 122)
A ls de auto niet is uitgerust met een
autoradio dan is er een opbergvak aan-
wezig. Dit is voorzien van een neer-
klapbaar deksel (A ) waarmee wordt
voorkomen dat voorwerpen naar buiten
vallen.
fig. 122
P4U00120
fig. 123
P4U00119
115
fig. 125
P4U00122
P4U00249
fig. 126
P4U00124
fig. 127
OPBERGVAK OP DE
MIDDENCONSOLE(
fig. 125)
Op de tunnelconsole, naast de hand-
rem, bevindt zich een opbergvak ( A).
ZONNEKLEPPEN (fig. 126)
Ze kunnen voor de voorruit of voor de
zijruit worden gedraaid.
Op de achterkant van de zonnekleppen
bevindt zich een afsluitbaar spiegeltje
(A), dat verlicht wordt door plafondlamp-
je (B).
INBOUWVOORBEREIDING
TELEPASS (
fig. 127)
Als optional kan de auto zijn uitgerust
met een speciale binnenspiegel met een
opening (A) voor de elektrische aanslui-
ting van een Telepass-module. Deze mo-
dule kan bij gespecialiseerde zaken wor-
den aangeschaft.
Duw de Telepass-module in de zitting
totdat u een klik hoort.
Laat de installatie van
de mobiele telefoon en de
aansluiting op de inbouw-
voorbereiding uitsluitend door de
Alfa Romeo-dealer uitvoeren.
Zo bent u verzekerd van het beste
resultaat en wordt voorkomen dat
de rijveiligheid in gevaar wordt ge-
bracht.
Duw de klemveer (B) naar beneden en
neem de Telepass-module uit.
INBOUWVOORBEREIDING
TELEFOON
Als optional kan de auto zijn uitgerust
met een inbouwvoorbereiding voor een
mobiele telefoon.
De voorbereiding bestaat uit:
– complete inbouwvoorbereiding auto-
radio (zonder autoradio) met een luid-
spreker in het voorportier aan passagiers-
zijde voor handsfree werking;
– antenne op het dak;
– aansluitkabels voor handsfree car-
kit.
125
COMPLEET INBOUWPAKKET
(zonder autoradio)
(optional)
De auto kan, behalve met de compo-
nenten van de standaardvoorziening,
worden uitgerust met:
– luidsprekers en tweeters in de voor-
portieren
– luidsprekers in de achterportieren
– storings-onderdrukkers
– regeleenheid antenne.
AUTORADIO
De auto is voorbereid op de inbouw van
een autoradio. Deze inbouwvoorbereiding
is in drie verschillende uitvoeringen lever-
baar, zoals hieronder beschreven is.
STANDAARDVOORZIENING
De standaardvoorziening bestaat uit:
– voedingskabels voor de autoradio
– kabels voor de luidsprekers voor in
de portieren
– kabels voor de luidsprekers achter in
de portieren
– een antenne geïntegreerd in de
achterruit
– coaxkabel om de radio op de anten-
ne aan te sluiten
– een inbouwplaats voor autoradio
–i nbouwplaatsen voor de luidsprekers
voor en achter in de portierpanelen.
COMPLEET INBOUWPAKKET
MET AUTORADIO
(optional)
De auto kan, behalve met alle hiervoor
beschreven componenten, ook worden
uitgerust met een autoradio, waarvan
drie verschillende uitvoeringen zijn:
– autoradio/cassettespeler;
–a utoradio/cassettespeler met geïnte-
greerde mobiele telefoon en dakantenne;
– autoradio met CD-speler.
Zie voor de beschrijving van de bedie-
ningsknoppen van de autoradio het bijge-
leverde supplement.