11
ALFA ROMEO CODE
V
oor een nog betere bescherming tegen
diefstalpogingen is de auto uitgerust met
een elektronische startblokkering (Alfa
Romeo CODE). Het systeem schakelt
automatisch in als de contactsleutel wordt
uitgenomen. In de handgreep van de
sleutels bevindt zich een elektronisch
component, dat bij het starten van de
motor een signaal ontvangt via een spe-
ciale antenne die in het start-/contactslot
is ingebouwd. Dit signaal wordt omgezet
in een gecodeerd signaal en vervolgens
aan de regeleenheid van de Alfa Romeo
CODE gezonden, die, als de code wordt
herkend, het starten van de motor moge-
lijk maakt.
DE SLEUTELS
Bij de auto worden, afhankelijk van de
uitvoering, de volgende sleutels geleverd
( fig. 2):
– type A
– type B met een uitklapbare metalen
baard, de afstandsbediening voor ontgren-
deling van het kofferdeksel en de afstands-
bediening voor centrale portiervergrendeling
en in-/uitschakeling van het diefstalalarm
(indien aanwezig).
Sleutel A dient voor:
– het starten
– de portiersloten
– het kofferdekselslot
– het slot van het dashboardkastje
– het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde (indien aanwezig).
Sleutel B dient voor:
– het starten
– de portiersloten
– het kofferdekselslot
– het slot van het dashboardkastje
– het op afstand ont-/vergrendelen
van de portieren (indien aanwezig) – het op afstand ontgrendelen van het
kofferdeksel (indien aanwezig)
– het diefstalalarm (indien aanwezig)
– het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde (indien aanwezig).
Bij de sleutel wordt een CODE-card ( fig.
3) geleverd. Bij auto’s met diefstalalarm
wordt ook een noodsleutel (indien aan-
wezig) geleverd (C-fig. 2); zie voor de
werking “Diefstalalarm”.
P4U00003
fig. 3
P4U00415
fig. 2
28
ALFA ROMEO CODE
V
oor een nog betere bescherming tegen
diefstal is de auto uitgerust met een elek-
tronische startblokkering (Alfa Romeo
CODE) die is goedgekeurd volgens de EU-
normen 95/56. Het systeem schakelt
automatisch in als de start-/contactsleu-
tel wordt uitgenomen. In de handgreep
van de sleutels bevindt zich een elektro-
nisch component, dat bij het starten van
de motor een signaal ontvangt via een
speciale antenne die in het start-/contact-
slot is ingebouwd. Dit signaal wordt om-
gezet in een gecodeerd signaal en vervol-
gens aan de regeleenheid van de Alfa
Romeo CODE gezonden, die, als de code
wordt herkend, het starten van de motor
mogelijk maakt. –het op afstand ver-/ontgrendelen van
het kofferdeksel (afhankelijk van de uit-
voering)
– het in-/uitschakelen van het diefstal-
alarm (indien aanwezig)
– het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde (indien aanwezig).
BELANGRIJK Om schade aan de
elektronische schakelingen in de sleutels
te voorkomen, mogen de sleutels niet
aan directe zonnestraling worden blootge-
steld.
DE SLEUTELS
Bij de auto worden, afhankelijk van de
uitvoering, de volgende typen sleutels
( fig. 1) geleverd:
– type A
– type B met een uitklapbare metalen
baard, afstandsbediening voor het openen
van het kofferdeksel en afstandsbediening
voor het op afstand ver-/ontgrendelen van
de portieren en in-/uitschakeling van het
diefstalalarm (indien aanwezig).
Sleutel A dient voor:
– het starten
– de voorportiersloten
– het kofferdekselslot
– het slot van het dashboardkastje
– het uitschakelen van de airbag aan
passagierszijde (indien aanwezig).
Sleutel B dient voor:
– het starten
– de voorportiersloten
– het kofferdekselslot
– het slot van het dashboardkastje
– het op afstand ver-/ontgrendelen van
de portieren (afhankelijk van de uitvoering)
fig. 1
P4U00003
fig. 2
P4U00415
29
Bij auto’s die met diefstalalarm zijn uit-
gerust, wordt ook een noodsleutel ( C-
fig. 1) geleverd; zie voor de werking de
paragraaf “Diefstalalarm”.
Bij de sleutels wordt de CODE-card
( fig. 2) geleverd. Hierop staan de sleu-
telcodes (zowel de mechanische als de
elektronische code, waarmee in noodge-
vallen de motor kan worden gestart).
De codes op de CODE-card moeten op
een veilige plaats worden opgeborgen,
maar niet in de auto.
W ij raden u aan de elektronische code
van de CODE-card altijd bij u te hebben,
omdat deze onmisbaar is voor het uitvoe-
ren van een noodstart.SLEUTEL MET AFSTANDS-
BEDIENING EN MET
INKLAPBARE METALEN BAARD
(indien aanwezig)
De sleutel is uitgerust met (fig. 3):
– metalen baard Adie in de handgreep
van de sleutel kan worden opgeborgen
– knopje Bvoor het uitklappen van de
metalen baard
– knopje C voor het op afstand ver-/
ontgrendelen van de portieren en het in-/
uitschakelen van het diefstalalarm
– lampje D dat aangeeft dat de code
naar de ontvanger van het diefstalalarm
is verzonden
– knopje E voor op afstand openen van
het kofferdeksel.
De metalen baard A van de sleutel dient
voor: – het starten
– de voorportiersloten
– het kofferdekselslot
– het slot van het dashboardkastje
– de sleutelschakelaar voor het uitscha-
kelen van de airbag aan passagierszijde
(indien aanwezig).
Druk voor het uitklappen van de meta-
len baard in de handgreep op knopje B.
P4U00330
fig. 3
Als de auto wordt ver-
kocht, moeten alle sleu-
tels en de CODE-card
overhandigd worden aan de
nieuwe eigenaar.
We es zeer voorzichtig
bij het indrukken van
knopje B, zodat de me-
talen baard geen verwondingen
of beschadigingen veroorzaakt.
Druk knopje B alleen in als de
sleutel ver genoeg van het
lichaam (speciaal de ogen) en van
voorwerpen die snel beschadigen
(bijvoorbeeld kledingstukken) is
verwijderd. Laat de sleutel nooit
onbeheerd achter. Hiermee voor-
komt u dat iemand (in het bijzon-
der kinderen) per ongeluk op
knopje B drukt.
60
AIRBAG VOOR AAN
PASSAGIERSZIJDE
UITSCHAKELEN
Als het absoluut noodzakelijk is een
kind op de passagiersstoel voor te vervoe-
ren, kan de airbag voor aan passagierszij-
de worden uitgeschakeld.
U schakelt de airbag uit door de contact-
sleutel in de daarvoor bestemde sleutel-
schakelaar, rechts van het dashboard, te
steken (fig. 60). De schakelaar is alleen
bereikbaar bij geopend portier. De sleutelschakelaar (fig. 60) heeft
twee standen:
1) Airbag voor passagierszijde inge-
schakeld: (stand ON) het waarschu-
wingslampje op het instrumentenpaneel
brandt niet: het is absoluut verboden kin-
deren op de voorstoel te vervoeren.
2) Airbag voor passagierszijde uitge-
schakeld: (stand OFF ) het waar-
schuwingslampje op het instrumentenpa-
neel brandt: het is mogelijk om kinderen
in goedgekeurde kinderzitjes op de voor-
stoel te vervoeren.
Het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel blijft continu branden
totdat de airbag aan passagierszijde op-
nieuw wordt ingeschakeld.
De werking van de zij-airbags (side-bags
en headbags) wordt niet uitgeschakeld
als de airbag voor aan passagierszijde
wordt uitgeschakeld.
De sleutel kan bij geopend portier in bei-
de standen in de schakelaar worden ge-
stoken of worden uitgenomen.
Het waarschuwings-
lampje voor uitgescha-
kelde airbag aan passa-
gierszijde voor geeft even-
tuele storingen aan in het waar-
schuwingslampje van de airbag zelf. In dat geval is de situ-
atie op het instrumentenpaneel
als volgt: – waarschuwingslampje storing
airbag is gedoofd; – waarschuwingslampje voor
uitgeschakelde airbag aan passa-
gierszijde knippert (langer
dan de normale 4 seconden). Zet de motor onmiddellijk uit en
wendt u tot de Alfa Romeo-
dealer.
¬
¬
Bedien de schakelaar
alleen als de motor uit
staat en de contactsleu-
tel is uitgenomen.
P4U00079
fig. 60
70
BELANGRIJKAfhankelijk van de uit-
voering kunnen de wijzerplaten van de in-
strumenten zijn uitgevoerd in lichtgrijs of
zwart. De zwarte wijzerplaten zijn altijd
verlicht als de contactsleutel in stand
MAR staat.
A - Snelheidsmeter
BELANGRIJK Het meetbereik van de
snelheidsmeter is afhankelijk van de
motoruitvoering van de auto.
B - Kilometerteller met display
met dubbele functie (totaal en
dagstand) en weergave buiten-
temperatuur (alleen bij uitvoerin-
gen met airconditioning)
Op het display wordt weergegeven:
– op de eerste regel (6 cijfers) de totaal-
stand;
– op de tweede regel (4 cijfers) de dag-
stand of de buitentemperatuur (indien van
toepassing).
Houd om de dagteller op nul te zetten
de drukknop (A-fig. 74) even inge-
drukt.
BELANGRIJK Als de accu wordt los-
gekoppeld, wordt de dagstand uit het ge-
heugen gewist. Druk voor weergave van de buitentempe-
ratuur (indien aanwezig) kort op knopje
( A ); als u opnieuw de knop indrukt, ver-
schijnt weer de dagtellerstand.
Als de buitentemperatuur gelijk is aan of
lager is dan 3°C geeft het display auto-
matisch de buitentemperatuur weer en
verschijnt het symbool (waarschuwing
voor mogelijke gladheid).De aanduiding
knippert gedurende 10 seconden en
wordt na 20 seconden herhaald.
Als u tijdens deze waarschuwingsfase
knopje (A ) indrukt, wordt de waarschu-
wingscyclus onderbroken.
C - Checkpanel (fig. 75)
Het checkpanel geeft eventuele defecten
of onregelmatigheden aan die de werking
van de auto of de veiligheid negatief kun-
nen beïnvloeden. Het checkpanel controleert het volgende:
1) Werking van de controle-/waarschu-
wingslampje.
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaan de lampjes branden. Na enkele
seconden doven de volgende lampjes:
A - Storing in ABS
B - Storing in airbag
C - Startblokkering Alfa Romeo CODE
D - Te laag remvloeistofniveau en/of
handrem aangetrokken
2) Portieren of kofferdeksel geopend.
Als u de sleutel in stand MAR draait en
één van de lampjes met het auto-symbool
( E ) gaat branden, dan betekent dit dat
het betreffende portier en het kofferdeksel
niet goed zijn gesloten.
P4U00093P4U00094
fig. 74 fig. 75
173
(*) Componenten en amperage afhankelijk van uitvoering/markt. Bij twijfel en\
vooral bij het vervangen van de zekeringen voor de veiligheidssystemen (Airbag, ABS,enz.) verdient het aanbeveling de Alfa Romeo dealer te raadplegen, die \
bovendien de oorzaak voor het doorbranden van de zekering kan vaststellen.
Systeem/Componenten Zekering Ampèrage Plaats
Afstandsbediening13 10A fig. 50
Verlichting bedieningsorganen 3 10A fig. 52
Opendak 6 25A fig. 52
Stoelverwarming8 30A fig. 52
Airbagsysteem(2)* (10A)* fig. 52
ABS 9 50A fig. 49
(10)* (10A)* fig. 52
Alfa Romeo CODE startblokkering 12 7,5A fig. 52
Klimaatregeling 9 15A fig. 50
Elektroventilateur van
motorkoelsysteem:
Eerste snelheid
– T.SPARK uitvoeringen met verwarming 6 40A fig. 49
– T.SPARK uitvoeringen met airco 6 50A fig. 49
– JTD-uitvoeringen 6 60A fig. 49
– 2.5 V6 24V-uitvoeringen 6 40A fig. 49
T weede snelheid
– T.SPARK uitvoeringen met airco 7 30A fig. 49
– JTD-uitvoeringen 7 40A fig. 49
– 2.5 V6 24V-uitvoeringen 7 30A fig. 49
Aanjager van klimaatregeling 4 40A fig. 49
Systeem/Componenten Zekering Ampèrage Plaats
Elektronische inspuiting/ - 12 7,5A fig.
52
ontsteking 13 15A fig. 52
14 15A fig. 52
530A fig.
49
V oorgloeibougies en brandstofvoorverwarming
op brandstoffilter (alleen dieseluitvoeringen 8 70A fig.
49
Brandstofvoorverwarming
(alleen JTD-uitvoeringen) – 25Afig. 55
Tijdens starten uitgeschakelde verbruikers 1 7,5A fig. 52
Verbruikers met permanente voeding
ook bij uitgenomen sleutel 11 7,5A fig. 52
V erbruikers met voeding bij
contactsleutel op MAR 2 30A fig.
49
Alle overige systemen en elektrische 1 80A fig. 49
componenten3 70A fig.
49
Extra verwarming
(alleen dieseluitvoeringen) 10 70A fig. 49
Selespeed versnellingsbak 7 30A fig. 49
(Uitvoering 2.0 T. SPARK)8 20A fig.
49
Automatische versnellingsbak 7 40A fig. 49
(Uitvoering 2.5 V6 24V)8 20A fig.
49