78
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BRAKE ASSIST
(remregeling bij noodstops
geïntegreerd in ESP) (indien
aanwezig)
Dit systeem, dat niet kan worden uitge-
schakeld, herkent noodstops (op basis van
de snelheid waarmee het rempedaal
wordt ingetrapt) en verhoogt de druk in
het remcircuit aanzienlijk, waardoor snel-
ler en krachtiger door het systeem wordt
geremd.
De Brake Assist wordt, bij uitvoeringen
die zijn uitgerust met ESP, uitgeschakeld
bij een storing in het ESP (lampje
ábrandt
en er verschijnt een bericht op het instel-
bare multifunctionele display).
ESP-SYSTEEM
(Electronic Stability
Program)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de
auto als de wielen hun grip verliezen,
waardoor de auto beter op koers blijft.
De werking van het ESP is uitermate nuttig
als de grip op het wegdek wisselt.
Naast het ESP-, ASR- en Hill Holder-sys-
teem beschikt de auto ook over MSR (re-
geling van het afremmen op de motor tij-
dens terugschakelen) en HBA (automati-
sche remdrukverhoger bij noodstops) (in-
dien aanwezig).
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Bij activering gaat het lampje
áop het in-
strumentenpaneel knipperen, om de be-
stuurder er op te wijzen dat de auto de
stabiliteit en de grip dreigt te verliezen.
Als het ABS in werking treedt,
merkt u dat aan een trilling
in het rempedaal. Verlaag de remdruk
niet maar houd het rempedaal juist
goed ingetrapt; op deze manier hebt
u de kortste remweg in relatie tot de
conditie van het wegdek.
ATTENTIE
136
LAMPJES ENBERICHTEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
HET IS NOODZAKELIJK TE
WETEN DAT:
De afdichtvloeistof bij buitentemperatu-
ren tussen –20 °C en +50°C werkt.
De afdichtvloeistof een houdbaarheidsda-
tum heeft. OPPOMPEN VAN DE BAND
De compressor mag niet lan-
ger dan 20 minuten achter
elkaar worden ingeschakeld. Gevaar
voor oververhitting. De snelle repa-
ratieset is niet geschikt voor perma-
nente reparatie; de gerepareerde
banden mogen daarom slechts tijde-
lijk worden gebruikt.
ATTENTIE
De spuitbus bevat ethyleen-
glycol. Bevat latex: kan een
allergische reactie veroorzaken.
Schadelijk bij inslikken. Irriterend voor
de ogen. Kan overgevoeligheid ver-
oorzaken bij inademing en contact.
Vermijd contact met ogen, huid en
kleding. Spoel bij contact onmiddellijk
overvloedig met water. Vermijd braken
bij inslikken, spoel de mond uit, drink
veel water en raadpleeg onmiddellijk
een arts. Houd buiten het bereik van
kinderen. Het product mag niet ge-
bruikt worden door astmatische
patiënten. Adem de dampen niet in
tijdens het vullen en oppompen. Raad-
pleeg onmiddellijk een arts bij allergi-
sche reacties. Bewaar de spuitbus in
de daarvoor bestemde ruimte, ver ver-
wijderd van warmtebronnen. De af-
dichtvloeistof heeft een houdbaar-
heidsdatum.
ATTENTIE
Vervang de spuitbus met de
afdichtvloeistof als deze da-
tum verstreken is. Spuitbussen
en afdichtvloeistof zijn
schadelijk voor het milieu. Houdt u
voor het afvoeren van deze producten
aan de wettelijke normen.
Doe de handschoenen aan
die bij de snelle banden-
reparatieset zijn geleverd.
ATTENTIE
❒Trek de handrem aan. Draai de ven-
tieldop van de band los, neem de vul-
buis A-fig. 4 uit en draai de ring B op
het ventiel van de band;
fig. 4F0M038Ab
Bij schade aan de velg (zo-
danige vervorming van het
kanaal dat er lucht wegloopt) kan de
band niet gerepareerd worden. Ver-
wijder de eventueel in de band
binnengedrongen voorwerpen
(schroeven of spijkers) niet.
ATTENTIE
197
LAMPJES ENBERICHTEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
Bagageruimte ....................................... 68
- noodbediening van achterklep ....... 69
- openen en sluiten van achterklep .. 68
- vergroten ............................................ 69
Bagageruimte vergroten ..................... 69
Bagageruimteverlichting ...................... 55
Banden
- bandenspanning ................................. 189
- onderhoud .......................................... 173
- repareren ............................................ 135
- standaard ............................................. 189
- verklaring van bandencodering ...... 187
Banden repareren ................................ 135
Bandenspanning .................................... 189
Bedieningsknoppen .............................. 55
Bekerhouders
- blikjeshouders .................................... 60
Bescherming van het milieu ............... 90
Bougies
- type ...................................................... 184
Brake Assist (remregeling bij noodstops) ............ 78Brandstof
- brandstofmeter
.................................. 15
- brandstofnoodschakelaar ................ 57
Brandstofmeter .................................... 15
Brandstofnoodschakelaar ................... 57
Buitenverlichting
- bediening ............................................. 47
- gloeilamp achter vervangen ............ 143
- gloeilamp voor vervangen ............... 141
Buitenverlichting .................................. 47
Carrosserie
- carrosseriecodes ............................... 184
- onderhoud .......................................... 176
Chassisnummer .................................... 182
CO2-emissie ......................................... 196
Code Card ............................................ 9
Cruise-control (snelheidsregelaar) .. 52
Dashboard ........................................... 5
Dashboard en bediening ..................... 4
Dashboardkastje .................................. 58
Aansteker............................................. 60
ABS ......................................................... 76
Accu
- accu opladen ...................................... 157
- acculading en elektrolytniveau controleren ........................................ 171
- starten met een hulpaccu ................ 134
Achterklep ............................................. 68
Achterruitsproeier
- bediening ............................................. 49
- vloeistofniveau ................................... 168
Achterruitverwarming ................... 38-46
Achterruitwisser
- bediening ............................................. 49
- ruitensproeiers .................................. 175
- wisserblad ........................................... 174
Afmetingen ............................................ 190
Armsteun ............................................... 59
Asbak ...................................................... 60
ASR ......................................................... 81
- in-/uitschakelen .................................. 82
Auto langere tijd stallen..................... 120
A A
A
A
L
L
L
L
F
F
F
F
A
A
A
A
B
B
B
B
E
E
E
E
T
T
T
T
I
I
I
I
S
S
S
S
C
C
C
C
H
H
H
H
R
R
R
R
E
E
E
E
G
G
G
G
I
I
I
I
S
S
S
S
T
T
T
T
E
E
E
E
R
R
R
R