127
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN BERICHTEN
DEFECTE
BUITENVERLICHTING
(geel)
Het lampje gaat branden bij
een storing in de volgende verlichting:
– buitenverlichting
– mistachterlichten
– richtingaanwijzers
– kentekenplaatverlichting.
De storing kan betreffen: doorbranden
van een of meer lampen, doorbranden van
de bijbehorende zekering of een onder-
breking in de elektrische verbinding.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
W
MISTACHTERLICHTEN
(geel)
Het lampje gaat branden als de
mistachterlichten worden inge-
schakeld.
4á
STORING ESP
(geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Als het lampje niet dooft of tijdens het rij-
den blijft branden en het lampje op de
knop ASR OFF gaat branden, wendt u
dan tot de Abarth-dealer.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
Opmerking Als het lampje knippert tij-
dens het rijden, dan geeft dit aan dat het
ESP in werking is getreden.
Als het lampje gaat branden, is er een sto-
ring in het Hill Holder-systeem. Wendt u
in dat geval zo snel mogelijk tot de Abarth-
dealer.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
138
LAMPJES ENBERICHTEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
❒als een spanning van ten minste 1,8 bar
wordt gemeten, herstel dan de correc-
te bandenspanning (met draaiende mo-
tor en aangetrokken handrem) en rijdt
verder;
❒rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbij-
zijnde Abarth-dealer.
ALLEEN VOOR HET
CONTROLEREN EN
HERSTELLEN VAN DE
SPANNING
De compressor kan ook worden gebruikt
voor het herstellen van de bandenspan-
ning. Maak de snelkoppeling los en verbind
de koppeling direct met het ventiel van de
band fig. 8; op deze manier wordt de
spuitbus niet met de compressor verbon-
den en wordt de afdichtvloeistof niet in de
band gespoten. PROCEDURE VOOR HET
VERVANGEN
VAN DE SPUITBUS
Ga als volgt te werk voor het vervangen
van de spuitbus:
❒maak de koppeling
A-fig. 9los;
❒draai de te vervangen spuitbus linksom
en trek de spuitbus omhoog;
❒plaats de nieuwe spuitbus en draai de
spuitbus rechtsom;
❒sluit de koppeling Aaan op de spuitbus
en plaats de doorzichtige vulbuis Bin
het daarvoor bestemde vak.
U moet absoluut aangeven
dat de band is gerepareerd
met de snelle bandenreparatieset.
Overhandig de informatiefolder aan
het personeel dat de band repareert
die behandeld is met de bandenrepa-
ratieset.
ATTENTIE
fig. 8F0M040Abfig. 9F0M0206m
170
LAMPJES ENBERICHTEN
TECHNISCHE GEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
LUCHTFILTER
Laat het luchtfilter vervangen door de
Abarth-dealer.
Voorkom contact tussen de
zeer corrosieve vloeistof en de
lak. Als remvloeistof wordt ge-
morst, moet de lak onmiddel-
lijk met water worden afgespoeld.
De remvloeistof is giftig en
zeer corrosief. Als per on-
geluk remvloeistof wordt gemorst,
moeten de betreffende delen onmid-
dellijk worden gewassen met water en
neutrale zeep en daarna met veel
water worden afgespoeld. Bij inslik-
ken dient onmiddellijk een arts te
worden geraadpleegd.
ATTENTIE
Het symbool πop het
reservoir geeft aan dat
synthetische remvloeistof en geen
minerale vloeistof moet worden
gebruikt. Het gebruik van minerale
vloeistoffen moet absoluut worden
vermeden, omdat de rubbers in het
remsysteem door deze vloeistoffen
worden beschadigd.
ATTENTIE
POLLENFILTER
Laat het pollenfilter vervangen door de
Abarth-dealer.
171
LAMPJES ENBERICHTEN
TECHNISCHE GEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
ACCU
De accu van de auto is “onderhoudsarm”:
onder normale omstandigheden hoeft het
elektrolyt niet bijgevuld te worden met ge-
destilleerd water.
ACCULADING EN
ELEKTROLYTNIVEAU
CONTROLEREN
De controlewerkzaamheden mogen uit-
sluitend door gekwalificeerd personeel
worden uitgevoerd bij de kilometerstan-
den en op de wijze die beschreven staan
in dit instructieboekje. Het eventueel bij-
vullen mag uitsluitend worden uitgevoerd
door gespecialiseerd personeel van de
Abarth-dealer.Als de accu werkt met een
zeer laag vloeistofniveau,
ontstaat onherstelbare schade aan de
accu en kan de accu openbarsten.
ATTENTIEOnoordeelkundige montage
van elektrische en elektroni-
sche apparatuur kan ernstige
schade toebrengen aan de
auto. Als u na aanschaf van uw auto
accessoires wilt monteren die constan-
te voeding nodig hebben (diefstalalarm,
mobiele telefoon enz.), raden wij u aan
contact op te nemen met de Abarth-
dealer. Deze kan u de meest geschikte
installaties aanraden en controleren of
het noodzakelijk is een accu met een
grotere capaciteit te monteren.
Accu’s bevatten zeer schade-
lijke stoffen voor het milieu.
Het verdient aanbeveling een
defecte accu door de Abarth-
dealer te laten vervangen, omdat de-
ze beschikt over de uitrusting voor het
op milieuvriendelijke wijze en conform
de wettelijke bepalingen, verwerken
van defecte accu’s.
176
LAMPJES ENBERICHTEN
TECHNISCHE GEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
De belangrijkste zijn:
❒de toepassing van aangepaste spuit-
technieken en lakproducten die de
auto de benodigde weerstand tegen
roest en schurende elementen
verlenen;
❒het gebruik van verzinkte (of voorbe-
handelde) plaatdelen met een hoge
corrosiebestendigheid;
❒het aanbrengen van een gespoten be-
schermende waslaag op de onderzijde,
in de wielkuipen, in de motorruimte en
verschillende holle ruimtes, met een
hoog beschermend vermogen;
❒het aanbrengen van een beschermende
kunststof laag op kwetsbare delen: on-
derzijde van de portieren, binnenzijde
van de spatborden, naden, randen enz.;
❒toepassing van “open” holle ruimtes om
condensvorming te voorkomen en
binnendringend water af te voeren,
waardoor roest van binnenuit wordt
voorkomen.
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en luchtvochtig-
heid (gebieden aan zee, warm en vochtig
klimaat);
❒omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen,
zoals stoffige omgeving, opwaaiend zand,
modder en steenslag op de lak en de
onderzijde moet niet worden onderschat.
Abarth heeft voor uw auto de beste tech-
nologische oplossingen toegepast om de
carrosserie efficiënt tegen roest te be-
schermen.
Achterruit
(achterruitsproeier) fig. 10
De sproeiermonden van de achterruit-
sproeier kunnen niet worden afgesteld.
De sproeier is ingebouwd boven de
achterruit.
fig. 10F0M046Ab
178
LAMPJES ENBERICHTEN
TECHNISCHE GEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
Was de auto nooit in de zon of als de
motorkap nog warm is: de glans van de lak
kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op
dezelfde wijze worden gewassen als de
gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aan-
gezien harsdruppels bij langere inwerking
de lak kunnen beschadigen, waardoor de
kans op roestvorming wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen
zo snel en zo goed mogelijk van de lak ver-
wijderd te worden, omdat door de agres-
sieve bestanddelen de lak kan beschadigen.Schoonmaakmiddelen veront-
reinigen het water. Daarom
moet de auto bij voorkeur wor-
den gewassen op een plaats
waar het afvalwater direct wordt opge-
vangen en gezuiverd.deze werkzaamheden verzorgen door een
gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de
motorruimte moet de contactsleutel in
stand STOP staan en de motor koud zijn.
Controleer na het reinigen of de ver-
schillende beschermingen (rubber kappen,
deksels enz.) nog op hun plaats zitten en
niet beschadigd zijn.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen
van het kunststof lampenglas van de kop-
lampen geen aromatische producten (bijv.
benzine) of ketonen (bijv. aceton).
Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de
ruiten een daarvoor geschikt schoon-
maakmiddel. Gebruik een schone, zachte
doek om krassen en beschadigingen te
voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken
van de binnenzijde van de achterruit op
dat de elektrische weerstandsdraden van
de achterruitverwarming niet worden be-
schadigd. Veeg voorzichtig in de richting
van de draden.
Motorruimte
Laat de motorruimte na het winterseizoen
zorgvuldig uitspuiten. Hierbij mag de wa-
terstraal niet direct op de elektronische
regeleenheden worden gericht en moeten
de bovenste ventilatie-openingen goed be-
schermd worden, om beschadiging van de
ruitenwissermotor te voorkomen. Laat
187
LAMPJES ENBERICHTEN
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
VERKLARING VAN DE
CODERING OP DE BANDEN
fig. 4
Voorbeeld: 205/45 R17 88V
205 = Nominale breedte (S, afstand in mm tussen de flanken).
45 = Hoogte/breedte-verhouding (H/S) (percentage).
R = Radiaalband.
17 = Diameter van de velg (in inch) (Ø).
88 = Beladingsindex (draagvermogen).
V = Snelheidsindex.
WIELEN
VELGEN EN BANDEN
Geperst stalen of lichtmetalen velgen.
Tubeless radiaalbanden. Op de typegoed-
keuring zijn bovendien alle goedgekeurde
banden aangegeven.
BELANGRIJK Als de gegevens in het in-
structieboekje afwijken van die van de
typegoedkeuring, dient u zich altijd aan de
gegevens van de typegoedkeuring te
houden.
Voor de rijveiligheid is het noodzakelijk
dat alle wielen zijn voorzien van banden
van hetzelfde merk en hetzelfde type.
BELANGRIJK In tubeless banden mogen
geen binnenbanden gebruikt worden.
fig. 4F0M0169m
RESERVEWIEL
Geperst stalen velg. Tubeless band.
WIELUITLIJNING
Toespoor
voor totaal: –1 ± 1 mm
Toespoor
achter totaal: 1,7 ± 2 mm
De waarden zijn van toepassing op een on-
belaste auto in rijklare staat.
198
LAMPJES ENBERICHTEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
- gloeilamp vervangen ......................... 142
- grootlichtsignaal ................................. 47
Handrem.............................................. 112
Handschoenenvak ................................ 59
Hoofdsteunen ....................................... 30
Identificatiegegevens ........................... 182
Imperiaal/skidrager .............................. 73
Instapverlichting ................................... 55
Instrumenten ........................................ 14
Instrumentenpaneel ............................. 13
Interieur ................................................. 179
Interieuruitrusting ................................ 58
Isofix (kinderzitje) ................................ 102
Kentekenplaatverlichting ................... 145
Kinderen veilig vervoeren .................. 97
Klimaatregeling, automatische tweezone-regeling ............................. 40
Klimaatregeling, handbediend ............ 34
Koelvloeistoftemperatuurmeter ....... 15
Koplampen ............................................ 74
Koppeling ............................................... 185
Lak ......................................................... 177
Lampjes en berichten .......................... 121
Luchtfilter .............................................. 170
Luchtroosters ....................................... 34
Mechanische sleutel ........................... 10
Mistachterlichten
- bedieningsknop .................................. 56
- gloeilamp vervangen ......................... 144
Mistlampen
- bedieningsknop .................................. 55
- gloeilamp vervangen ......................... 143
Montagevoorbereiding voor "Isofix Universeel"-kinderzitje ........ 102
Motor
- code ..................................................... 182
- identificatiecode ................................ 184
- specificaties ......................................... 184
Motor starten
- motor opwarmen na het starten... 111
- motor u itzetten................................. 111
- noodstart ............................................ 134
- rollend starten ................................... 134
- start-/contactslot ............................... 13
- starten met een hulpaccu ................ 134
Derde remlicht
..................................... 145
Diefstalalarm ......................................... 11
Dimlicht
- bediening ............................................. 47
- gloeilamp vervangen ......................... 142
Display, instelbaar multifunctioneel . 16
Dop van brandstoftank ....................... 89
EOBD (systeem)................................. 83
ESP (systeem) ....................................... 78
Extra accesso ires................................. 88
Fiat CODE (startblokkering) ........... 9
Fix&Go automatic ................................ 135
Frontairbags .......................................... 103
Gebruik van de handgeschakelde
versnellingsbak ................................... 113
Gewichten ............................................. 191
Gloeilamp (vervangen van een)
- algemene aanwijzingen ..................... 139
- lamptypen ........................................... 139
Gordelspanners .................................... 94
Grootlicht
- bediening ............................................. 47