Als de sleutel naar “OFF” wordt
gedraaid, begint het controlelampje
na 30 seconden te knipperen om aan
te geven dat het startblokkeersyste-
em is ingeschakeld. Het controle-
lampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft
ingeschakeld.
OPMERKING:
Dit model is ook uitgerust met een
zelfdiagnosesysteem voor het start-
blokkeersysteem. Als het startblokke-
ersysteem defect is dan zal het con-
trolelampje in een bepaald patroon
knipperen wanneer de contactsleutel
naar “ON” wordt gedraaid. Vraag in
dat geval een Yamaha dealer het zelf-
diagnosesysteem te controleren. Als
het controlelampje eerst vijfmaal
langzaam knippert en dan herhaalde-
lijk tweemaal snel, betreft het mogelijk
een signaalstoring. Als deze fout zich
voordoet, probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de
codeersleutel.
OPMERKING:
Houd andere startblokkeersleutels uitde buurt van het contactslot en bewa-
ar niet meer dan één startblokkeers-
leutel aan dezelfde sleutelring! Start-
blokkeersleutels kunnen
signaalstoring veroorzaken, waardoor
de motor mogelijk niet kan worden
gestart.
2. Als de motor start, zet deze dan
weer uit en probeer hem opnieuw
te starten met de standaardsleu-
tels.
3. Als de motor niet kan worden
gestart met een of beide standa-
ardsleutels, breng dan het voer-
tuig, de codeersleutel en beide
standaardsleutels naar een
Yamaha dealer en laat de standa-
ardsleutels opnieuw coderen.
DAU12110
Brandstofniveaumeter
1. Indicator brandstofpeil
2. Indicatielampje brandstof “x”
De brandstofniveaumeter geeft aan
hoeveel brandstof in de tank aanwe-
zig is. De naald beweegt naar “E”
(Empty) naarmate het brandstofnive-
au daalt. Wanneer de aanwijsnaald bij
“E” staat, is er nog ca. 2 L (0.53 US
gal) (0.44 Imp gal) brandstof in de
tank aanwezig. Vul in dat geval zo
snel mogelijk brandstof bij.
OPMERKING:
Voorkom dat de brandstoftank geheel
droog komt te staan.
cj
x
12
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 19
heid Afstand
Als het waarschuwingslampje
brandstofniveau gaat branden (zie
pagina 3-3 voor meer informatie), wis-
selt de weergave automatisch naar
brandstofreserve-ritteller “Trip/fuel”-
modus en wordt de afgelegde afstand
vanaf dat punt aangegeven. In dat
geval wordt door indrukken van de
“SET”-toets gewisseld tussen de
diverse weergaven van rittellers en
kilometerteller, volgens onderstaande
volgorde:
Trip/Fuel
Trip 1 Trip 2 Total
Trip/fuel
Om de ritteller op nul terug te stellen,
selecteert u deze met een druk op de
“MODE”-toets, waarna u de “SET”-toets minstens 1 seconde lang inge-
drukt houdt. Wanneer u de brandsto-
freserve-ritteller niet zelf met de hand
op nul terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld zodra na het tan-
ken 5 km is gereden en verschijnt de
vorige weergavemode weer.
Klokweergave
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SET”-toets minstens 2
seconden lang ingedrukt terwijl
de “Total”-weergave actief is.
2. Zodra de urenaanduiding begint
te knipperen, drukt u op de
“SET”-toets om de uren in te ste-
llen.3. Druk op de “MODE”-toets en de
minutenaanduiding zal gaan
knipperen.
4. Druk op de “SET”-toets om de
minuten in te stellen.
5. Druk op de “MODE”-toets en laat
deze dan los om de klok te star-
ten. De weergave keert weer
terug naar de “Total”-modus.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 22
Omgevingstemperatuurweergave
1. Indicator vorstwaarschuwing “”2. Minteken “–”
3. Temperatuur
Deze weergave toont de omgevings-
temperatuur van -30°C tot 50°C.
Het waarschuwingslampje vorst
“” gaat automatisch branden als
de temperatuur lager is dan 3°CControlelampje
olieverversingstermijn
1. Indicator olieverversing
Als periodiek onderhoud en smering
nodig zijn (zie pagina 6-3 voor meer
informatie), verschijnt “Service” in het
display totdat het controlelampje olie-
verversingstermijn weer is terugges-
teld.
Het contr
olelampje olieverversings-
termijn terugstellen:
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “MODE”-toets en de
“SET”-toets twee tot vijf secon-
den lang ingedrukt.
3. Laat de toetsen los en het con-
trolelampje olieverversingster-
mijn gaat uit.
OPMERKING:
Het controlelampje olieverver-
singstermijn gaat branden na de
eerste 1000 km en daarna om de
3000 km.
Als periodiek onderhoud en
doorsmering worden uitgevoerd
voordat het controlelampje olie-
verversingstermijn gaat branden,
moet het lampje zo snel mogelijk
worden teruggesteld zodat het
gaat branden voor de eerstvol-
gende periodiek onderhoud- en
doorsmeringsintervalperiode.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 23
DAU21870
Banden
Let ten aanzien van de voorgeschre-
ven banden op het volgende voor een
optimale prestatie, levensduur en vei-
lige werking van uw motorfiets.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke
rit worden gecontroleerd en indien
nodig worden bijgesteld.
DWA10500
s s
WAARSCHUWING
De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld ter-
wijl de banden koud zijn (wan-
neer de temperatuur van de
banden gelijk is aan de omge-
vingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid
en het totale gewicht van rijder,
passagier, bagage en acces-
soires dat voor dit model is
vastgesteld.
DWA10450
s s
WAARSCHUWING
De aanwezigheid van bagage heeft
grote invloed op het weggedrag, de
rem- en rij-eigenschappen en de
veiligheid van uw machine. Neem
daarom de volgende voorzorgsma-atregelen in acht.
DE MACHINE NOOIT OVERBE-
LADEN! Rijden met een over-
beladen machine kan leiden tot
beschadiging van de banden,
controleverlies of ernstig let-
sel. Zorg ervoor dat het totale
gewicht van de motorrijder,
lading en accessoires de maxi-
maal toegestane belasting van
de machine niet overschrijdt.
Vervoer geen los verpakte spu-
llen die tijdens de rit kunnen
gaan schuiven.
Bevestig de zwaarste spullen
op veilige wijze dicht bij het
midden van de machine en ver-
deel het gewicht over beide zij-
den.
Pas de luchtdruk in de wielop-
hanging en de bandspanning
aan op het te vervoeren
gewicht.
Controleer vóór iedere rit de
conditie en spanning van de
banden.
Bandenspanning (gemeten op
koude banden):
Tot 90 kg 198 lb):
Voor:
190 kPa (27.02 psi) (1.9 kgf/cm
2)
Achter:
220 kPa (31.29 psi) (2.2 kgf/cm
2)
90 kg (198 lb) ~ maximale:
Voor:
210 kPa (29.86 psi) (2.1 kgf/cm
2)
Achter:
250 kPa (35.55 psi) (2.5 kgf/cm
2)
Maximale belasting*:
181 kg (399.1 lb)
* Totaal gewicht van motorrijder, pas-
sagier, bagage en accessoires
ZAUM00536
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 57
1. Diepte van de tekening van het bandprofiel
Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden wor-
den gecontroleerd. Als de bandpro-
fieldiepte op het midden van de band
de vermelde limiet heeft bereikt, de
band spijkers of stukjes glas bevat of
wanneer de wang van de band
scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer
worden vervangen.
OPMERKING:
De slijtagelimiet voor bandprofieldiep-
te is voor diverse landen verschillend.
Neem altijd de lokale voorschriften in
acht.
Bandeninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met tube-
less banden.
DWA10470
s s
WAARSCHUWING
Laat sterk versleten banden
door een Yamaha dealer ver-
vangen. Rijden op een machine
met versleten banden is niet
alleen verboden, maar dit heeft
ook een averechts effect op de
rijstabiliteit, waardoor u de
macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervanging van onderdelen
van wielen en remmen, inclu-
sief banden, dient te worden
overgelaten aan een Yamaha
dealer, die over de nodige vak-
kundige kennis en ervaring
beschikt.
Voorband:
Maat:
120/70 - 15 56S
Fabrikant/model:
Michelin / GoldStandard
Achterband:
Maat:
140/70 - 14 68S
Fabrikant/model:
Michelin / GoldStandard
Minimale bandprofieldiepte (voor
en achter):
1.6 mm (0.06 in)
1
ZAUM0054
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 58
DAU23290
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten
worden gecontroleerd volgens de
intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Als de wielnaaf spe-
ling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer
de wiellagers te controleren.
DAU23380
Accu
De accu bevindt zich achter paneel A.
(Zie pagina 6-6.)
Dit model is uitgerust met een perma-
nent-dichte accu (onderhoudsvrij
type) waarvoor geen onderhoud
vereist is. De elektrolyt hoeft niet te
worden gecontroleerd en er hoeft
geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld.
DCA10620
LET OP:
Probeer nooit om celafdichtingen
op de accu te verwijderen, hierdoor
kan permanente schade aan de
accu worden toegebracht.
DWA10760
s s
WAARSCHUWING
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat,
een stof die ernstige brand-
wonden veroorzaakt. Vermijd
contact met de huid, ogen of
kleding en bescherm uw ogen
altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk con-
tact is geweest met elektrolyt.• UITWENDIG: Spoel overvloe-
dig met water.
• INWENDIG: Drink grote hoe-
veelheden water of melk en
roep direct de hulp in van een
arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
Accu’s produceren het explo-
sieve waterstofgas. Houd daa-
rom vonken, open vuur, siga-
retten e.d. uit de buurt van de
accu en zorg voor voldoende
ventilatie bij acculaden in een
afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDE-
REN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha
dealer de accu te laden als deze
ontladen lijkt te zijn. Vergeet niet dat
de accu sneller ontladen raakt als de
machine is uitgerust met optionele
elektrische accessoires.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 65
AfmetingenTotale lengte
2210 mm (87.0 in)
Totale breedte
790 mm (31.1 in)
Totale hoogte
1380 mm (54.3 in)
Zadelhoogte
775 mm (30.5 in)
Wielbasis
1545 mm (60.8 in)
Grondspeling
113 mm (4.45 in)
Kleinste draaicirkel
3650 mm (143.7 in)
GewichtIncl. olie en brandstof
174 kg (383.67 lb)
MotorType motor
Vloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling
1-cilinder, vooroverhellend
Slagvolume
249.7 cm
3(15.24 cu*in)
Boring x slag
69.0 mm x 66.8 mm (2.71 x 2.63 in)
Compressieverhouding
10.1:1
Startsysteem
Elektrische startmotor
Smeersysteem
Wet sump
MotorolieType
SAE 10W30
Aanbevolen kwaliteit motorolie
API service type SE, SF, SG of hoger
Hoeveelheid motorolieZonder vervanging van oliefilterpatroon
1.2 L (1.27 US qt) (1.06 Imp qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon
1.4 L (1.48 US qt) (1.23 Imp qt)
VersnellingsbakolieType
YAMALUBE 4 (10W30) of SAE10W30
type SE motorolie
Hoeveelheid
0.25 L (0.26 US qt) (0.22 Imp qt)
KoelsysteemInhoud radiator (inclusief alle leidingen)
0.34 L (0.36 US qt) (0.30 Imp qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau)
0.46 L (0.49 US qt) (0.40 Imp qt)
LuchtfilterLuchtfilterelement
Papieren element met oliecoating
BrandstofAanbevolen brandstof
Uitsluitend normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank
12 L (3.17 US gal) (2.64 Imp gal)
Hoeveelheid reservebrandstof
2 L (0.53 US gal) (0.44 Imp gal)
CarburateurFabrikant
KEIHIN
Model x aantal
1C0 x 1
Bougie(s)Fabrikant/model
NGK / DR8EA
Elektrodenafstand
0.6-0.7 mm (0.024-0.027 in)
KoppelingType koppeling
Droog, automatisch centrifugaal
VersnellingsbakPrimair reductiesysteem
Schroeftandwiel
Primaire reductieverhouding
40/15 (2.666)
Secundair reductiesysteem
Schroeftandwiel
Secundaire reductieverhouding
40/14 (2.857)
Type versnellingbak
Automatisch, V-snaar
8
SPECIFICATIES
8-1
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 78