Page 57 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
6
19*Relaisarm achterwie-
lophanging en schar-
nierpunten
verbindingsarmControleer de werking.√√√√
Smeren met lithiumvet.√√
20*BrandstofinjectieStel het stationair toerental en de synchronisatie af.√√√√√ √
21 MotorolieVerversen.
Controleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage.√√√√√ √
22 OliefilterpatroonVervangen.√√√
23*KoelsysteemControleer het koelvloeistofniveau en controleer de ma-
chine op vloeistoflekkage.√√√√ √
Verversen. Elke 3 jaar
24 CardanolieControleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage.
Verversen.√√√√√
25*Voor- en achterrem-
schakelaarControleer de werking.√√√√√ √
26Bewegende delen en
kabelsSmeren.√√√√ √
27*Gaskabelhuis en gas-
kabelControleer de werking en speling.
Stel indien nodig de speling af.
Smeer het gaskabelhuis en de gaskabel.√√√√ √
28*Uitlaatdemper en uit-
laatpijpControleer of de schroefklem goed vastzit.√√√√√
29*Lampen, richtingaan-
wijzers en schakelaarsControleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√ √ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040
U3P6D0D0.book Page 4 Monday, January 23, 2006 5:26 PM
Page 58 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU17670
OPMERKING:
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Onderhoud aan hydraulisch rem- en koppelingssysteem
Controleer regelmatig het rem- en koppelingsvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Vervang de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en remklauwen en van de koppelingshoofdcilinder en -werkcilinder
na elke twee jaar en ververs dan ook de rem- en de koppelingsvloeistof.Vervang de rem- en koppelingsslangen na elke vier jaar of als ze zijn gescheurd of beschadigd.
U3P6D0D0.book Page 5 Monday, January 23, 2006 5:26 PM
Page 59 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
DAU18771
Panelen verwijderen en
aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeelde
panelen worden verwijderd. Neem deze pa-
ragraaf telkens door om een paneel te ver-
wijderen of aan te brengen.
DAU39550
Paneel A
Verwijderen van het paneelVerwijder de bouten en de drukclip en haal
dan het paneel los.Aanbrengen van het paneel
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bouten en de drukclip
aan.
DAU39562
Paneel B
Verwijderen van het paneel1. Open het deksel van de accessoire-
box. (Zie pagina 3-23.)
2. Verwijder de bout, de schroef en de
getoonde drukclips en haal dan het pa-
neel los.
1. Paneel A
2. Paneel B
3. Paneel C
4. Paneel D
1. Paneel E
1. Paneel F
1. Paneel A
2. Bout
3. Drukclip
U3P6D0D0.book Page 6 Monday, January 23, 2006 5:26 PM
Page 60 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
Aanbrengen van het paneel1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de bout, de
schroef en de drukclips aan.
2. Sluit het deksel van de accessoirebox.
DAU39570
Paneel C
Verwijderen van het paneel1. Verwijder het paneel A. (Zie pagina
6-6.)
2. Verwijder de bout en de drukclip en
verwijder vervolgens het paneel.
LET OP:
DCA15420
Probeer niet de kabel voor de koplam-pafstelling te verwijderen.Aanbrengen van het paneel
1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de bout en de
drukclip aan.
2. Monteer het paneel.
DAU39582
Paneel D
Verwijderen van het paneel1. Verwijder de panelen B en C. (Zie pa-
gina 6-6.)
2. Verwijder de afgebeelde bouten en de
drukclip en verwijder vervolgens het
paneel.
1. Paneel B
2. Bout
3. Schroef
4. Drukclip
1. Paneel C
2. Bout
3. Drukclip
1. Kabel koplamphoogteverstelling
1. Paneel C
2. Paneel D
U3P6D0D0.book Page 7 Monday, January 23, 2006 5:26 PM
Page 61 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
6
LET OP:
DCA15420
Probeer niet de kabel voor de koplam-pafstelling te verwijderen.Aanbrengen van het paneel
1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng de bouten en de druk-
clip weer aan.
2. Breng de panelen B en C aan.
DAU39591
Paneel E
Verwijderen van het paneel1. Verwijder de zadels. (Zie pagina 3-19.)
2. Verwijder de bouten en de snelsluit-
schroeven en haal dan het paneel los.Aanbrengen van het paneel
1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de bouten en
snelsluitschroeven aan.
2. Breng de zadels aan.
1. Paneel D
2. Bout
3. Drukclip
1. Kabel koplamphoogteverstelling
1. Paneel D
1. Paneel E
2. Bout
3. Snelsluitschroef
U3P6D0D0.book Page 8 Monday, January 23, 2006 5:26 PM
Page 62 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-9
6
DAU39601
Paneel F
Verwijderen van het paneel1. Verwijder de zadels. (Zie pagina 3-19.)
2. Verwijder de bout en de snelsluit-
schroeven en haal dan het paneel los.
Aanbrengen van het paneel1. Plaats het paneel in de oorspronkelijke
positie en breng dan de bout en de
snelsluitschroeven aan.2. Breng de zadels aan.
DAU19642
Controleren van de bougies Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit-
ting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. De conditie van de bougies kan daar-
naast veel duidelijk maken over de conditie
van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
de machine wordt gereden), en alle bougies
in de motor horen dezelfde verkleuring te
hebben. Wanneer een bougie een heel an-
dere kleur vertoont, werkt de motor mogelijk
niet naar behoren. Probeer dergelijke pro-
blemen niet zelf vast te stellen. Laat in
plaats daarvan uw machine nakijken door
een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
1. Paneel F
2. Bout
3. Snelsluitschroef
Voorgeschreven bougie:
NGK/CR8E
DENSO/U24ESR-N
U3P6D0D0.book Page 9 Monday, January 23, 2006 5:26 PM
Page 63 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-10
6
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.OPMERKING:Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slagverder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
DAU19881
Motorolie en oliefilterpatroon Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op de middenbok.OPMERKING:Zorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het motorolieniveau. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan hetniveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan
uit.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot
rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas linksonder in
het carter.OPMERKING:Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveaustaan.
1. ElektrodenafstandElektrodenafstand:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)
Aanhaalmoment:
Bougie:
12.5 Nm (1.25 m·kgf, 9.0 ft·lbf)
U3P6D0D0.book Page 10 Monday, January 23, 2006 5:26 PM
Page 64 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-11
6
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie, van de aanbevo-
len soort, bij tot het correcte niveau.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van oliefilterpatroon)
1. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan
uit.
2. Zet een oliecarter onder de motor om
de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug om de olie uit het carter te laten
stromen.
OPMERKING:Sla de stappen 4–6 over als de oliefilterpa-troon niet wordt vervangen.
4. Verwijder de oliefilterpatroon met een
oliefiltersleutel.
OPMERKING:De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutelleveren.
5. Smeer een dun laagje motorolie op de
o-ring van de nieuwe oliefilterpatroon.
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1. Olievuldop
2. Oliefilterpatroon
3. Olieaftapplug
1. Oliefilterpatroon
2. Oliefiltersleutel
1. O-ring
U3P6D0D0.book Page 11 Monday, January 23, 2006 5:26 PM