1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
2BRANDSTOFVOORSCHRIFTEN
B010A04A
!
B010A01O-GXT Tank uitsluitend loodvrije ben-
zine Voor uw Hyundai moet loodvrije ben- zine met een octaangetal van RON91 of hoger worden getankt. Het tanken van loodhoudende benzine heeft een onherstelbare beschadigingvan de katalysator en een onvold- oende werking van het emissiereg- elsysteem tot gevolg.Bovendien kan dit hoge onderh-oudskosten met zich meebrengen. Om vergissingen bij het tanken te voorkomen past het vulpistool voor loodhoudende benzine niet in devulopening van uw Hyundai. Dieselbrandstof In Hyundai automobielen met
dieselmotor moet dieselbrandstof met een cetaangetal van 52 tot 54 worden gebruikt. Wanneer de dieselbrandstof in zomer-
en winterkwaliteit verkrijgbaar is, moetafhankelijk van de onderstaande temperaturen de aangegeven kwaliteit worden gebruikt:
o Boven -5°C (23°F) ......... Zomerkwaliteit dieselbrandstof
o Onder -5°C (23°F) .........
Winterkwaliteit dieselbrandstof
Zorg ervoor dat de brandstoftank niet
leeg raakt. Als de motor door brandstoftekort afslaat, moeten de brandstofcircuits volledig wordenontlucht voordat de motor weer kan worden gestart. WAARSCHUWING:
o Voorkom dat benzine of water in de tank komt. Als dit toch het geval is moet de tank worden afgetapt en de leidingen worden doorgespoeld om te voorkomendat de brandstofpomp vastloopt en daardoor de motor beschadigd raakt.
o Om in de winter uitvlokken van de brandstof te voorkomen, kanbij temperaturen beneden -10 °C petroleum aan de dieselbrandstof wordentoegevoegd. Voeg nooit meer dan 20% petroleum toe.
ALLEEN LOOD-
VRIJE BENZINE
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
25
o Als het veiligheidssysteem voor
kinderen niet in gebruik is, moet het in de bagageruimte worden opgeborgen of zodanig wordenvastgezet dat het bij sterk afremmen of een aanrijding niet naar voren wordt geslingerd.
o Kinderen die te groot zijn voor het veiligheidssysteem voorkinderen, moeten op deachterbank in de aanwezige gordel zitten.
o Let erop dat het schoudergedeelte van de buitenste driepuntsgordel in hetmidden van de schouder ligt, nooit tegen de nek. Door het kind dichter bij het midden vande bank te plaatsen, kan een betere aanligging van de gordel worden verkregen. Hetheupgedeelte van de driepuntsgordel of de middelste heupgordel moet zo laagmogelijk op de heup van het kind en zo prettig mogelijk aanliggen.!WAARSCHUWING:
o Een veiligheidssysteem voor kinderen moet op de achterbank worden bevestigd. Een kinder ofbabystoeltje mag nooit op de voorstoel worden bevestigd. Als bij de een aanrijding de zij- airbag aan passagierszijde in werking treedt, kan het kind of de baby in het kinder- ofbabystoeltje levensgevaarlijk gewond raken. Gebruik daarom een veiligheidssysteem voor kinderen alleen op de achterbank.
o Omdat een veiligheidsgordel of een veiligheidssysteem voorkinderen in een afgeslotenstilstaande auto zeer warm kan worden, moeten de stoelhoes en de gordelsloten wordengecontroleerd, voordat het kind in de auto wordt geplaatst. o Als de veiligheidsgordel niet
volledig passend is voor hetkind, moet een goedgekeurd zitblok op de achterbank wordengebruikt, zodat de zithoogte van het kind wordt aangepast aan de aanwezige veiligheidsgordel.
o Laat nooit een kind op de zitting staan of knielen.
o Gebruik nooit een babydrager of kinderzitje dat over derugleuning "haakt"; het kan bijeen aanrijding onvoldoende bescherming geven.
o Laat onder het rijden een inzittende nooit een kind in dearmen houden; hierdoor kan het kind bij een aanrijding of eensterke afremming ernstig gewond raken. Het vasthouden van een kind tijdens het rijdenbiedt geen enkele vorm van bescherming, zelfs niet als de betreffende persoon deveiligheidsgordel heeft omgegespt.
o Wanneer het kinderzitje niet cor- rect is bevestigd, neemt de kans op ernstige of dodelijk letsel bijeen ongeval sterk toe.
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
32
Het systeem van veiligheidsgordels
met gordelspanner bestaat uit de volgende belangrijke onderdelen. De montageplaatsen zijn in de afbeelding aangegeven.
1. SRS airbag controlelamp
2. Veiligheidsgordel met
gordelspanner
3. SRS regeleenheid
!WAARSCHUWING:
Om maximaal te profiteren van de
veiligheidsgordel met gordelspa- nner:
1. Gesp de veiligheidsgordel altijd correct om.
2. Stel de veiligheidsgordel cor-
rect af.
De veiligheidsgordel met gordelsp-
anner werkt op dezelfde wijze als de veiligheidsgordel met oprolautomaat ELR (Emergency Locking Retractor = noodblokkerings-systeem). Als deauto sterk wordt afgeremd of als de inzittende zich te snel naar voren beweegt, blokkeert de veiligheid-sgordel. Bij een voldoende zware frontale
aanrijding wordt de gordelspannergeactiveerd, waardoor de veiligheid- sgordel strakker tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken.
B180B01A-GXT Veiligheidsgordel met gordel- spanner (Met AIRBAG) (Indien gemonteerd) Uw Hyundai is voorzien van veiligheidsgordels met gordelspanners voor de bestuurder en de voorpa- ssagier.De gordelspanner zorgt er bij eenzware frontale aanrijding voor dat deveiligheidsgordel strak tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken. De gordelspanners kunnenworden geactiveerd met de airbags.
HXG229
Airbageenheid voor passagierszijdeAirbageenheid voor bestuurderszijde1
B180D01A2
3
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
38
N.B.:
o De gordelspanner van debestuurder en van de voorpassagier wordt geactiveerd bij bepaalde frontale botsingen.De gordelspanners en de airbags worden alleen geactiveerd, als de botsingernstig genoeg is.De gordelspanners worden nietgeactiveerd als deveiligheidsgordels niet zijn omgegespt.
o Bij het activeren van de gordelspanners is er een hard geluid hoorbaar en komt fijnestof (dat op rook kan lijken) vrij in de auto. Dit is normaal en niet gevaarlijk.
o Hoewel het ongevaarlijk is kan de huid door de fijne stofgeïrriteerd raken en moet het niet gedurende langere tijd worden ingeademd. Daarommoeten de handen en het gezicht zorgvuldig worden gewassen nadat bij eenaanrijding de gordelspanners zijn geactiveerd.
Airbageenheid voor passagier- szijde
B180D01A
Airbageenheid voor bestuurderszijde1
2 3
De veiligheidsgordel met gordelsp- anner werkt op dezelfde wijze als deveiligheidsgordel met oprolautomaat ELR (Emergency Locking Retractor = noodblokkerings-systeem). Als deauto sterk wordt afgeremd of als de inzittende zich te snel naar voren beweegt, blokkeert de veiligheid-sgordel.Bij een voldoende zware frontaleaanrijding wordt de gordelspannergeactiveerd, waardoor de veiligheid- sgordel strakker tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken. Het systeem van veiligheidsgordelsmet gordelspanner bestaat uit devolgende belangrijke onderdelen. De montageplaatsen zijn in de afbeelding aangegeven.
1. SRS airbag controlelamp
2. Veiligheidsgordel met gordelspanner
3. SRS regeleenheid
!WAARSCHUWING:
Om maximaal te profiteren van de veiligheidsgordel met gordelspa-nner:
1. Gesp de veiligheidsgordel altijd correct om.
2. Stel de veiligheidsgordel cor- rect af.
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
40
De tweetraps airbags maken het
mogelijk de airbags met twee drukniveaus te activeren. Een lagere druk is bedoeld voor minder ernstige botsingen, de hogere druk voorernstige botsingen. N.B.:
o Lees de informatie t.a.v. de airbag op de stickers aan de achterzijde van de zonneklep en in het dashbordkastje.
o De tweetraps airbags worden gecombineerd metgordelspanners om de inzittenden beter te beschermen tijdens frontale aanrijdingen. Defrontairbags zijn niet ontworpen om in werking te treden bij lichte ongevallen waarbij degordelspanners voldoende bescherming bieden.TWEETRAPS AANVULLEND
(AIRBAG)VEILIGHEIDS-SYSTEEM (SRS)
B240A03A
Airbageenheid voor bestuurderszijde
B240A01A-GXT (Indien gemonteerd)
Uw Hyundai is uitgerust met een tweetraps aanvullend (airbag)veiligheidssysteem. De aanwezigheid van het systeem wordt aangegeven door de letters "SRS AIRBAG" op deafdekking van de airbag in het stuurwiel en op het paneel boven het dashboardkastje. De airbags zijn aangebracht onder deafdekking van het stootvlak in hetstuurwiel en de afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde. De airbag zorgt ervoor dat debestuurder en/of de voorpassagier bij een frontale aanrijding meer bescherming wordt geboden danalleen met behulp van de veiligheid- sgordels mogelijk is. De tweetraps SRS maakt gebruik van een aantal sensoren ominformatie in te winnen over de stoelpositie van de bestuurder en voorpassagier, het gebruikmaken vande gordels en de kracht van de botsing. De positiesensoren van de voorstoelen bepalen of de stoelen voor of achter een referentiepunt staan. Op dezelfde wijze bepalen de gordelsensoren ofde bestuurders en voorpassagiersgordels zijn omgegespt. Deze sensoren maken het mogelijk tebepalen hoe dicht het hoofd van de bestuurder zich bij het stuurwiel bevindt, hoe dicht het hoofd van devoorpassagier zich bij het dashboard bevindt en of de gordels zijn omgegespt.
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
44ZIJ-AIRBAG
o Voor de beste bescherming van
het zij-airbagsysteem en om verwondingen bij het in werking treden van de zij-airbag te voorkomen, moeten de beideinzittenden van de voorstoelen rechtop zitten met de veilig- heidsgordel correct vastg-egespt. De handen van de bestu- urder moeten in de standen 9:00 en 3:00 uur op het stuurwielworden gehouden. De armen en handen van de voorpassagiers moeten in de schoot worden gehouden.
o Breng geen extra stoelhoezen aan.
o Door het gebruik van stoel-
hoezen wordt het effect van hetsysteem beperkt.
o Monteer geen accessoires aan de zijkant of bij de zij-airbag.
o Gebruik geen grote krachten aan
de zijkant van de stoel.
o Breng geen objecten aan over de airbag of tussen de airbag en uzelf.
B990B02Y
B990B02A
!
Zij-airbag- sensor
WAARSCHUWING:
o De zij-airbags vormen een aanvulling op de driepunts veiligheidsgordels van debestuurder en de voorpassagier, maar vervangt deze niet. Daarom moet de veiligheidsgordel altijdworden gedragen als u in de auto zit. De zij-airbags worden alleen geactiveerd bij bepaaldebotsingen aan de zijkant die ernstig genoeg zijn om letsel te veroorzaken.
Uw Hyundai heeft in elke voorstoeleen zij-airbag. Deze airbag heeft tot taak om de bestuurder en/of voorpassagiers extra bescherming tegeven naast de werking van alleen de veiligheidsgordel. De zij-airbags zijn ontworpen om in werking te tredenbij een aanrijding van opzij, afhankelijk van de ernst van de aanrijding, de hoek, de snelheid en het aanrijdi-ngspunt. De airbags zijn niet ontworpen om bij alle aanrijdingen van opzij in werking te treden.
B990B04Y-AXT (Indien gemonteerd)
1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
64
B350C01O-GXT REGELBARE INTERVALSCHAKELING VAN DE RUITENWISSERS Voor het gebruik van de intervalschakeling plaatst u de ruitenwisserschakelaar in de "INT"stand. Met de schakelaar in deze stand kan de intervaltijd worden ingesteld van 1 tot 18 seconden. Ditvarieert automatisch afhankelijk van de voertuigsnelheid. B390A02A-AXTRUITENWISSER/- SPROEIER
ACHTER (Indien gemonteerd) De ruitenwisser/- sproeier wordt
ingeschakeld door de knop in te drukken. De ruitenwisservloeistof wordt op de ruit gespoten zolang
" " is ingedrukt.
1. Wanneer de " "-stand is inge- drukt werkt de ruitenwisser continu.
2. Wanneer de " "-stand is inge- drukt werkt de ruitenwisser drie keer nadat ruitensproeiervloeistof op de ruit is gespoten.
3. Wanneer de " "-stand is inged- rukt werkt de ruitenwisser met tussenpozen van vijf seconden.
Bedien de ruitensproeier niet langer
dan 15 seconden met een leeg ruitensproeierreservoir; hierdoor kan het systeem beschadigd raken. Bedien de ruitenwisser niet als de ruitdroog is; hierdoor kunnen krassen op de ruit ontstaan en zal het ruitenwisserblad snel slijten.
Dit geldt ook voor het bedienen van
de ruitensproeier met leeg reservoir.
B350C01A
B390A02A
1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
79ONTGRENDELING KLEP VOOR TANKDOP
B560A01A HLC2016-2
WAARSCHUWING:
Let erop dat de motorkapsteun
vrij is voordat de motorkap wordt gesloten.
Controleer vóórdat u wegrijdt altijd
of de motorkap goed gesloten is.Als dit niet het geval is kan de motorkap onder het rijden omhoog komen, waardoor u het uitzichtverliest. Ongeval gevaar! Let er bij controles in de
motorruimte op dat de motorkapsteun goed in hetbevestigingspunt van de motorkap wordt aangebracht, zodat de motorkap niet kan vallen en ugewond kunt raken.
Rijdt niet in de wagen met de
motorkap omhoog, omdat het zicht wordt belemmerd en de motorkap omlaag kan vallen of beschadigdraken.
!
WAARSCHUWING:
Brandstofdampen zijn gevaarlijk. Zet vóór het tanken altijd de motoraf en vermijdt open vuur of vonken. Voor het vervangen van de tankdop is het raadzaam uitsluitendeen originele Hyundai tankdop te gebruiken. Bij hoge temperaturen is het mogelijk dat bij hetlosdraaien van de dop een "sisgeluid" waarneembaar is. Dit is een normaal verschijnsel engeen teken van een defect.!
B560A02A-AXT De klep voor de tankdop kan vanuit
het interieur worden geopend door deze knop omhoog te trekken. N.B.:
Als dit in verband met ijsvorming
niet mogelijk is, tik dan voorzichtig op deze klep, zodat het ijs breekt en de klep vrijkomt. Ga hierbijvoorzichtig te werk. Indien nodig kan de naad tussen de klep en de carrosserie ook met eenontdooiingsmiddel worden ingespoten (gebruik geen antivries voor het koelsysteem).