Page 25 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU13620
Chokeknop “” Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de hendel in richting (a) om de cho-
ke aan te zetten.
Beweeg de hendel in richting (b) om de cho-
ke uit te zetten.LET OP:
DCA10990
Gebruik de choke niet langer dan 3 mi-
nuten, anders zal de uitlaatpijp mogelijk
door extreme hitte verkleuren. Boven-
dien treedt naverbranding op in de uit-
laat als de choke te lang wordt gebruikt.Zet in zo’n geval de choke uit.
DAU14191
Zadels Duozadel
Verwijderen van het duozadelVerwijder de moer en de onderlegring en
trek dan het duozadel omhoog.
Aanbrengen van het duozadel1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde
van het duozadel in de zadelbevesti-
gingen zoals afgebeeld en plaats het
zadel in de oorspronkelijke positie.
2. Breng de onderlegring en de moer aan
en zet de moer vervolgens vast met
het voorgeschreven aanhaalmoment.Bestuurderszadel
Verwijderen van het bestuurderszadel
1. Verwijder het duozadel.
2. Verwijder de bout en trek dan het be-
stuurderszadel omhoog.
1. Chokeknop “”
1. Moer
2. Ring
Aanhaalmoment:
Moer van het duozadel:
21 Nm (2.1 m·kgf, 15 ft·lbf)
1. Zadelbevestiging
2. Uitsteeksel
U5SCDRD0.book Page 11 Monday, March 14, 2005 9:06 PM
Page 26 of 86
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
Aanbrengen van het bestuurderszadel1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging zoals getoond, plaats het
zadel in de oorspronkelijke positie en
breng dan de bout aan.2. Installeer het duozadel.
OPMERKING:Controleer of de zadels stevig zijn vergren-deld alvorens te gaan rijden.
DAU14281
Helmbevestiging Steek de sleutel in het slot en draai deze
dan zoals afgebeeld om de helmbevesti-
ging te openen.
Vergrendel de helmbevestiging door deze
in de oorspronkelijke positie te plaatsen en
dan de sleutel uit te nemen.
WAARSCHUWING
DWA10160
Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt en eenongeval niet uitgesloten is.
1. Bout
1. Zadelbevestiging
2. Uitsteeksel
1. Helmbevestiging
2. Ontgrendelen.
U5SCDRD0.book Page 12 Monday, March 14, 2005 9:06 PM
Page 27 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
DAU14481
Opbergcompartiment Het opbergcompartiment bevindt zich aan
de linkerzijde van de machine.
Om het opbergcompartiment te openen
1. Schuif het slotplaatje open, steek de
sleutel in het slot en draai hem dan
rechtsom.
2. Trek de kap van het opbergcomparti-
ment naar buiten zoals afgebeeld.Om het opbergcompartiment te sluiten
1. Plaats de kap van het opbergcompar-
timent in de oorspronkelijke positie,
zoals afgebeeld.
2. Draai de sleutel linksom, neem de
sleutel uit en sluit dan het slotplaatje.
DAU14860
Afstellen van de
schokdemperunit Deze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.LET OP:
DCA10100
Probeer nooit een stelmechanisme voor-
bij de maximum- of minimuminstelwaar-den te verdraaien.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
1. Verwijder het duozadel en het rijderza-
del. (Zie pagina 3-11.)
2. Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelring in de richting (a). Draai
1. Kap opbergcompartiment
2. Slotplaatje kap opbergcompartiment
3. Slot opbergcompartiment
1. Opbergcompartiment
2. Kap opbergcompartiment
1. Positie-indicator
2. Stelring veervoorspanning
3. Verlengstuk
4. Speciale sleutel
U5SCDRD0.book Page 13 Monday, March 14, 2005 9:06 PM
Page 28 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring in de richting (b).
OPMERKING:
Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
Verricht de afstelling met de speciale
sleutel met het verlengstuk in deboordgereedschapsset.
3. Breng het duozadel en het rijderzadel
aan.WAARSCHUWING
DWA10220
Deze schokdemper is gevuld met stik-
stofgas onder hoge druk. Lees en be-
grijp de volgende informatie alvorens de
schokdemper te gebruiken. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade aan eigendommen of voor
persoonlijk letsel als dit voortvloeit uit
verkeerd gebruik.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemper niet bloot aan
open vuur of aan andere hittebron-
nen, anders kan deze door de op-
lopende druk exploderen.
Vervorm of beschadig de gascilin-
der op geen enkele wijze, de dem-
pende werking zal dan
achteruitgaan.
Laat onderhoud aan de schokdem-
per altijd uitvoeren door eenYamaha dealer.
DAU15150
Bagageriembevestiging Aan elke passagiersvoetsteun zit een baga-
geriembevestiging. Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
3
Maximum (hard):
71. Bagageriembevestiging
U5SCDRD0.book Page 14 Monday, March 14, 2005 9:06 PM
Page 29 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DAU15300
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de motorfiets verticaal houdt.OPMERKING:De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitlegover het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10240
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer alsde werking niet naar behoren is.
DAU15311
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de
sperschakelaar voor de zijstandaard, de
sperschakelaar voor de koppelingshendel
en de vrijstandschakelaar deel uitmaken)
heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig, hanteer daarbij de volgen-
de werkwijze.WAARSCHUWING
DWA10250
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamahadealer het systeem te controleren.
U5SCDRD0.book Page 15 Monday, March 14, 2005 9:06 PM
Page 30 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.
Deze controle is vooral betrouwbaar als hij
wordt uitgevoerd met een warme motor.De vrijstandschakelaar is mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de zijstandaard is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de koppelingshendel is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
JA NEE JA NEE JA NEEOPMERKING:
U5SCDRD0.book Page 16 Monday, March 14, 2005 9:06 PM
Page 31 of 86
CONTROLES VOOR HET STARTEN4-1
4
DAU15591
De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van zijn voertuig. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind
vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van
de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie uit te voeren
en bovendien de volgende punten te controleren.OPMERKING:Voordat de machine wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig tijdin beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard.
WAARSCHUWING
DWA11150
Als een onderdeel uit de Controlelijst voor gebruik niet naar behoren werkt, laat het dan controleren en repareren alvorens demachine te gebruiken.
U5SCDRD0.book Page 1 Monday, March 14, 2005 9:06 PM
Page 32 of 86

CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-2
4
DAU15603
Controlelijst voor gebruik
ITEM CONTROLES PAGINA
BrandstofControleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-8
MotorolieControleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.6-8
CardanolieControleer de machine op olielekkage. 6-10
VoorremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-18, 6-20, 6-21
AchterremControleer de werking.
Controleer de vrije slag van het rempedaal.
Stel indien nodig bij.6-19, 6-20
KoppelingControleer de werking.
Smeer indien nodig de kabel.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij.6-17
GasgreepControleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de kabel.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen,
en de kabel en het kabelhuis te smeren.6-14, 6-22
U5SCDRD0.book Page 2 Monday, March 14, 2005 9:06 PM