FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
2
34
5
6
7
8
9
keerhendel wordt bekrachtigd.
Bekrachtig voor een veilige blok-
kering van het achterwiel eerst de
achterremhendel voordat u de
achterremblokkeerhendel naar
links beweegt.
WAARSCHUWING
DWA12361
Beweeg de achterremblokkeerhen-
del nooit naar links terwijl the voer-
tuig in beweging is, anders zou u de
macht over het stuur kunnen verlie-
zen of een ongeval kunnen veroor-
zaken. Zorg ervoor dat het voertuig
tot stilstand is gekomen voordat u
de achterremblokkeerhendel naar
links beweegt.
DAU12991
ABS (voor modellen met ABS)
Het Yamaha ABS (Anti-lock Brake Sys-
tem) bestaat uit een dubbel uitgevoerd
elektronisch regelsysteem dat de voor-
rem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt. Het ABS-systeem voorkomt
blokkeren van de wielen tijdens plotse-
ling remmen op uiteenlopende typen
wegdek en onder allerlei weersomstan-
digheden, waarbij tegelijk de band/
wegdekhechting en de functionele wer-
king optimaal blijven terwijl de remwer-
king toch soepel verloopt. De
ABS-werking wordt gecontroleerd door
een ECU (Electronic Control Unit) die
bij een systeemstoring uitgaat van
handmatig remmen.
WAARSCHUWING
DWA10090
Het ABS-systeem functioneert
het meest effectief over lange
remwegen.
Op sommige wegtypen (ruw
wegdek of grint) kan de remweg
langer zijn dan bij remmen zon-
der ABS. Houd daarom steedsvoldoende afstand tot uw voor-
ligger, afgestemd op uw rijsnel-
heid.
OPMERKING:
Wanneer ABS is geactiveerd, wor-
den de remmen op de gebruikelij-
ke wijze bediend. In de
remhendels kunnen pulsaties wor-
den gevoeld, maar dat duidt niet
op een storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met
een testfunctie, waarbij de be-
stuurder pulsaties kan voelen in de
rembediening terwijl ABS actief is.
Er is echter speciaal gereedschap
vereist, dus neem voor het uitvoe-
ren van deze test contact op met
uw Yamaha dealer.