Page 105 of 338

PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR
Met de schakelaar A kunnen de plafondlampjes worden in- en
uitgeschakeld.
Met de schakelaar A in het midden worden de lampjes C en D in-/
uitgeschakeld bij het openen/sluiten van de voorportieren.
Met de schakelaar A naar links geschoven blijven de lampjes C en D
altijd uitgeschakeld.
Met de schakelaar A naar rechts geschoven blijven de lampjes C en D
altijd ingeschakeld.
Het inschakelen/doven van de verlichting gaat geleidelijk.
Met de schakelaar B bedient u de spotjes; bij uitgeschakelde
plafondverlichting wordt met de schakelaar B:
❒in linker stand, het spotje C ingeschakeld;
❒in rechter stand, het spotje D ingeschakeld.
BELANGRIJK Controleer voordat u de auto verlaat of beide
schakelaars in de middelste stand staan. Op deze manier zullen de
lampjes van de plafondverlichting doven bij het sluiten van de
portieren, en voorkomt u dat de accu ontlaadt.
Als de schakelaar in de rechter stand is blijven staan, schakelt de
verlichting 15 minuten na het uitzetten van de motor automatisch uit.
104
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
L0D0077m
Page 106 of 338

105
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Brandduurregeling van de plafondverlichting
Om het in- en uitstappen vooral in het donker te
vergemakkelijken, zijn er 2 brandduurregelingen.
B
RANDDUURREGELING BIJ HET INSTAPPEN
De plafondlampjes gaan op de volgende manier
branden:
❒ongeveer 10 seconden bij het ontgrendelen van
de portieren;
❒ongeveer 3 minuten bij het openen van een
portier;
❒ongeveer 10 seconden bij het sluiten van de
portieren (binnen de 3 minuten).
De werking van de brandduurregeling wordt
onderbroken als de contactsleutel in stand MAR
wordt gedraaid.B
RANDDUURREGELING BIJ HET UITSTAPPEN
Als de contactsleutel uit het start-/contactslot wordt
verwijderd, gaan de plafondlampjes op de volgende
manier branden:
❒ongeveer 10 seconden binnen 2 minuten na het
uitzetten van de motor;
❒ongeveer 3 minuten bij het openen van een
portier;
❒ongeveer 10 seconden bij het sluiten van de
portieren (binnen de 3 minuten).
De brandduurregeling schakelt automatisch uit als
de portieren worden vergrendeld.
Page 107 of 338
106
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
PLAFONDVERLICHTING ACHTER
U kunt het lampje in- en uitschakelen door op de rechter of linker
zijde van het lampenglas te drukken, zoals is afgebeeld.
Als de auto is uitgerust met een console op de hemelbekleding, is de
plafondverlichting in de console geïntegreerd.
Als de auto is uitgerust met een opendak, bevinden zich op de
hemelbekleding achter twee plafondlampjes van 5W ieder.
L0D0078m
L0D0254m
Page 108 of 338
107
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
BEDIENINGSKNOPPEN VERLICHTING
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN
Druk op de schakelaar A, ongeacht de stand van de contactsleutel.
Als het systeem is ingeschakeld, knippert het lampje in de schakelaar.
Gelijktijdig gaan op het instrumentenpaneel de controlelampjes
Îen
¥knipperen.
De lichten schakelen uit als u de schakelaar nogmaals indrukt.
MISTLAMPEN VOOR (indien aanwezig)
Druk bij ingeschakelde buitenverlichting op knop 5.
De lampen schakelen uit als u de knop nogmaals indrukt of als de
buitenverlichting wordt uitgeschakeld.
ATTENTIEHet gebruik van de waarschuwings-
knipperlichten is afhankelijk van de
wetgeving van het land waarin u zich
bevindt. Houdt u aan de voorschriften.
L0D0080m
L0D0081m
L0D0082m
Page 109 of 338
MISTACHTERLICHTEN
Druk op knop 4. De mistachterlichten werken alleen als het dimlicht
of de mistlampen voor zijn ingeschakeld.
De lichten schakelen uit als u de knop nogmaals indrukt of als het
dimlicht of de mistlampen voor worden uitgeschakeld.
PARKEERVERLICHTING/KENTEKENPLAATVERLICHTING
Druk ongeveer 1 seconde op de knop Fals de contactsleutel in stand
STOP staat of is uitgenomen.
Ukunt de parkeerverlichting aan een zijde van de auto inschakelen
door de hendel van de richtingaanwijzers naar de gewenste kant te
verplaatsen.
108
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
L0D0083m
L0D0084m
Page 110 of 338

109
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR
Deze veiligheidsschakelaar bevindt zich onder het dashboard naast de
portierstijl aan passagierszijde. Om de schakelaar te bereiken, moet u
de bekleding verplaatsen. De schakelaar springt omhoog bij een
ongeval, waardoor de toevoer van brandstof wordt gestopt en de
motor afslaat.
Als het systeem is ingeschakeld, brandt het controlelampje èop het
instrumentenpaneel en verschijnt er een bericht (bepaalde
uitvoeringen) op het instelbare multifunctionele display.
Controleer de auto zorgvuldig op brandstoflekkage, bijvoorbeeld in de
motorruimte, onder de auto of in de nabijheid van de brandstoftank.
Als u geen brandstoflekkage waarneemt en de auto kan nog verder
rijden, druk dan op de knop A om de brandstoftoevoer weer te
herstellen en de verlichting weer in te schakelen.
Draai na een ongeval de contactsleutel in stand STOP om te
voorkomen dat de accu ontlaadt.
ATTENTIEAls u na een ongeval een brandstoflucht ruikt of merkt dat het brandstofsysteem
lekt, druk dan de schakelaar niet weer terug, zodat brand wordt voorkomen.
L0D0085m
Page 111 of 338
INTERIEURUITRUSTING
BOVENSTE DASHBOARDKASTJES
Om de kastjes te gebruiken, moet u het deksel m.b.v. mechanisme A
ontgrendelen en optillen totdat het deksel in een vaste stand open
blijft staan.
110
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
L0D0086m
L0D0087m
ATTENTIERijd niet met geopende dashboardkastjes: bij een ongeval zouden de inzittenden
zich kunnen verwonden.
Page 112 of 338
111
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
OPBERGVAKKEN
Het opbergvak A bevindt zich in het dashboard, tegenover de
voorpassagier.
In het opbergvak A kunt u een tas E plaatsen uit het Lancia
Lineaccessori-programma.
Het opbergvak B bevindt zich in het dashboard, links van het
stuurwiel.
Het opbergvak C en het vak DIN D bevinden zich in het midden van
het dashboard.
Het vak DIN D kan worden uitgenomen voor de installatie van de
autoradio uit het Lancia Lineaccessori-programma.
L0D0088m
L0D0089m
L0D0090mL0D0343m