
UW AUTO IN ÉÉN OOGOPSLAG
1. Multischakelaar verlichting
2. Instrumentenpaneel
3. Claxon/SRS airbag (bestuurdersijde)
4. Boordcomputer schakelaar (Indien gemonteerd)
5. Start-/contactslot
6. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers
7. Schakelaar mistlampen voor
8. Schakelaar waarschuwingsknipperlicht-installatie
9. Digitale klok
10. Schakelaar mistachterlicht
11. Schakelaar achterruitverwarming/Verwarming van buitenspiegels (Indien gemonteerd)
12. Airbag voor passagierszijde
(Indien gemonteerd) 13. Controlelamp Limited slip oifferentieel (Indien gemonteerd)
14. Schakelaar vorruitverwarming (Indien gemonteerd)
15. Ontgrendelingshefboom motorkap
16. Regelknop instrumentenverlichting (Rheostaat)
17. Automatische snelheidsregeling
18. Ontgrendeling stuurkolom
19. Asbak
20. Handremhefboom
21. Keuzehandel/versnellingshandel
22. Aansluitcontact
23. Aansteker
24. Bedieningsorganen verwarming/airconditioning
(Indien gemonteerd)
25. Dashboardkastje
! LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het dashboard worden geplaatst. Door eventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delen komt moeten ze direct met water worden gereinigd.

1- 36 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B240A01O
B240A04F-GXT AIRBAGSYSTEEM
Uw Hyundai is uitgerust met een airbagsysteem. Dit is herkenbaar aanhet opschrift "SRS Airbag" op de afdekking van de airbag in het stuurwiel en de afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde. De airbags zijn aangebracht onder de afdekking van het stootvlak in het stuurwiel en de afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde. De airbag zorgt ervoor dat de bestuurder en/of de voorpassagier bijeen frontale aanrijding meer bescherming wordt geboden dan alleen met behulp van de veiligheidsgordelsmogelijk is. Airbageenheid voor bestuurderszijde
o Tracht niet om onderhoud of
reparaties aan de veiligheidsgordel met gordelspanner uit te voeren.
o Als de gordel met gordelspanner onjuist wordt behandeld en de genoemde waarschuwingen (niettegen de gordelspanner tikken, de veiligheidsgordel met gordelspanner niet wijzigen,controleren, vervangen, onderhoud of reparaties uit voeren) niet worden opgevolgd,kan dit een onjuiste werking van gordelspanner tot gevolg hebben of kan hij ongewild in werkingtreden en ernstige verwondingen veroorzaken.
o Tijdens het rijden moeten de veiligheidsgordels zowel door debestuurder als de passagiers worden gebruikt.!WAARSCHUWING:
o De gordelspanners zijn ontworpen om maar eenmaal te werken. Nadat de gordelspannerszijn geactiveerd, moeten de gordels met gordelspanners worden vervangen. Alleveiligheidsgordels, van elk type, moeten altijd worden vervangen als ze tijdens een aanrijding zijngedragen.
o Het mechanisme van de gordelspanner wordt bij het activeren zeer warm. Raak de gordelspanner de eerste minutenna het activeren niet aan.
o Tracht niet om de veiligheidsgordel metgordelspanner zelf te controleren of te vervangen. Laat dit door een Hyundai dealer uitvoeren.
o Tik niet tegen de veiligheidsgordel metgordelspanner.

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 37
B240D01O
o De airbags, vóór, worden niet geactiveerd bij aanrijdingen van opzij of van achteren of bij het over de kop slaan. Bovendien worden ze niet geactiveerd bijfrontale botsingen die beneden de drempelwaarde liggen.
o Voor een maximale veiligheid bij alle typen aanrijdingen moeten alle inzittenden, inclusief debestuurder, altijd de veiligheidsgordel dragen. Dit geldt ook indien hun zitplaats isvoorzien van een airbag. Aanrijding van achteren
Aanrijding van opzij Over de kop slaan
!
N.B.:
Lees de informatie over de airbag op de stickers aan de achterzijdevan de zonneklep en in het dashboardkastje.
WAARSCHUWING:
o De airbag is bedoeld als aanvulling op dedriepuntsgordels van de bestuurder en de voorpassagieren niet als een vervanging hiervoor. Daarom moet tijdens het rijden ten allen tijde de veiligheidsgordel worden gedragen. De airbag treedt alleenin werking bij een frontale aanrijding met een dusdanige snelheid dat de kans opverwondingen groot is.
o De airbags treden alleen in werking bij een aanrijding ondereen hoek die kleiner is dan 30°, gezien vanaf de lengte-as van de auto. De airbags treden niet inwerking bij een aanrijding van opzij, van achteren of bij het over de kop slaan van de auto. B240B03A-GXT Componenten en werking van airbagsysteem Het airbagsysteem bestaat uit de volgende componenten:
- Airbageenheid voor bestuurderszijde
- Airbageenheid voor passagierszijde
- SRS onderhoudsindicatie (SRI)
- SRS airbagmoduul (SRSCM)
B240B01L

1- 38 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B240B02L
Het airbagmoduul controleert bij aangezet contact continu alle omstandigheden om te bepalen ofeen frontale aanrijding of een aanrijding onder een hoek ernstig genoeg is om de airbag in werking te laten treden. De SRS onderhoudsindicatie (SRI) in het instrumentenpaneel knippert ca. 6 seconden nadat de contactsleutel in de stand "ON" is gedraaid of nadat demotor is gestart en dooft vervolgens.
De airbageenheden bevinden zich in
het midden van het stuurwiel en achterde afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde. Als het airbagmoduul een frontale aanrijding van een bepaalde krachtregistreert, worden de airbags automatisch geactiveerd.
B240B03L
Bij het in werking treden doorbreekt
de airbag de breukpunten in het stootvlak van het stuurwiel, hierna wordt het stootvlak geheel geopenden wordt de airbag volledig opgeblazen. Een volledig opgeblazen airbag in
combinatie met een correct gedragen veiligheidsgordel zal de voorwaartsebeweging van de bestuurder of de voorpassagier dempen, waardoor de kans op verwondingen aan het hoofdof het bovenlichaam wordt verminderd.
Nadat de airbag is opgeblazen, zal hij
onmiddellijk weer beginnen metleeglopen, zodat de bestuurder weernaar voren kan kijken en de wagen kan besturen.

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 39
B240B01O
Airbag voor passagierszijde
!!
B240B05L
Airbag voor passagierszijde
LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het dash- board worden geplaatst. Dooreventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboard ofaanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delenkomt moeten ze direct met water worden gereinigd. WAARSCHUWING:
o Het in werking treden van de airbag gaat gepaard met een luideknal, terwijl eveneens enige rook vrijkomt. Dit is normaal en isniet gevaarlijk. De rook die bij het in werking treden van de airbag vrijkomt kan echterhuidirritatie veroorzaken. Na een aanrijding waarbij de airbag in werking is getreden, moeten dehanden en het gezicht grondig met lauwwarm water en een milde zeep worden gewassen. o SRS functioneert alleen als het
contact in de "ON" stand staat.Als het SRS-lampje niet knippert,of na zes seconden knipperen, dan wel bij het starten van de motor en/of tijdens het rijdenblijft branden, werkt SRS niet naar behoren. Laat uw auto in zo'n geval direct door uwHyundai dealer inspecteren.
o Alvorens een zekering te vervangen of een accukabel los te maken, moet de contactsleutel in de stand "LOCK" wordengedraaid of worden verwijderd. Vervang nooit zekering nummer 12 als de contactsleutel in destand "ON" staat. Als deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, gaat deonderhoudsindicatie branden.

1- 42 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
o Als componenten van het
airbagsysteem tot schroot worden verwerkt, of als de wagen tot schroot wordt verwerkt,moeten bepaalde veiligheidsvoorschriften worden opgevolgd. Uw Hyundai dealeris met deze veiligheidsvoorschriften bekend en kan u de noodzakelijkeinformatie verstrekken. Als deze voorschriften en procedures niet worden opgevolgd, kan ditpersoonlijk letsel tot gevolg hebben.
o Bij verkoop van de wagen moet de nieuwe eigenaar van deze belangrijke informatie op de hoogte worden gebracht en moet deze handleiding in de wagenachterblijven als deze aan de nieuwe eigenaar wordt overhandigd.o Aan de diverse componenten enaan de bedrading van het airbagsysteem mogen geen werkzaamheden wordenuitgevoerd, terwijl deze ook niet mogen worden losgemaakt. Als dit wel gebeurt, kan ditpersoonlijk letsel tot gevolg hebben omdat de airbag abusievelijk in werking kantreden of niet in werking kan treden.
o Op de rechter voorstoel mag geen veiligheidssysteem voorkinderen worden gemonteerd. Op de voorstoel mag nooit een kinderstoeltje worden geplaatst. Het kind kan letsel oplopen als de airbag bij een aanrijding wordt geactiveerd.o Het stootvlak kan worden gereinigd met een zachte, droge doek of een doek die vochtig is gemaakt met water zonder enigetoevoeging. Oplosmiddelen of reinigingsmiddelen kunnen een negatief effect hebben op hetstootvlak van het stuurwiel alsmede op de goede werking van systeem.
o Er mogen geen voorwerpen over of bij de airbageenheden op hetstuurwiel, het instrumentenpaneelof de afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde worden geplaatst, omdat een dergelijk voorwerp letsel kan veroorzakenbij een aanrijding die ernstig genoeg is om de airbags in werking te laten treden.
o Als de airbag in werking is getreden, moet deze wordenvervangen door een officiëleHyundai dealer.

1- 70 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!
ZB220A1-AX ASBAK, VOOR De asbak wordt geopend door hem aan de onderzijde uit te trekken. Voorhet reinigen kan de asbak worden verwijderd door de verende lip in te drukken en het geheel weg te nemen.De verlichting van de asbak brandt alleen als de voertuigverlichting is ingeschakeld.
WAARSCHUWING:
o Gebruik alleen bij draaiende mo- tor en verwijder de stekker uit het aansluitpunt nadat de elektrische accessoire isgebruikt. Als het aansluitpunt wordt gebruikt bij stilstaande motor of als de stekker gedurendevele uren aangesloten blijft, dan kan de accu worden ontladen.
o Gebruik dit aansluitpunt uitsluitend voor 12 V elektrische accessoires.
o Sommige elektronische apparaten kunnen elektronischestoringen veroorzaken wanneerzij op de stroomaansluitingen worden aangesloten. Deze apparaten kunnen overmatigestoring in het audiogeluid veroorzaken, of storingen in andere elektronische apparatenin uw auto.
B500D10O-GXT ELEKTRISCH AANSLUITPUNT (Indien gemonteerd) De stroomaansluitingen bevinden zich midden op het dashboard en links achterin de zijbekleding van debagageruimte.Dit 12 volt aansluitpunt voor elektrischeaccessoires of uitrusting wordt alleen van spanning voorzien wanneer de contactsleutel in de stand 'ON' of'ACC' staat.
HSM2164
HSM2158

1- 76 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
!
!
o OFF
In de "OFF" -stand brandt de interieurverlichting niet; ook niet bij het openen van een portier.
B491A01O-GXTBRILLENVAK (Indien gemonteerd) Het brillenvak bevind zich boven tegen het dak. Door te drukken aan devoorkant van het kastje gaat het automatisch open of dicht. WAARSCHUWING:
Geen scherpe of ongeschikte
voorwerpen in het brillenvak bewaren. Dergelijke voorwerpen kunnen bij abrupt remmen of een ongeval uit het vak wordengeslingerd en de passagiers verwonden. ZB260A1-HX DASHBOARDKASTJE
HSM2168 B500A01O
Met schuifdak
Zonder schuifdak
WAARSCHUWING:
Om verwondingen te voorkomen in
geval van een aanrijding of bij plotseling afremmen, moet het dashboardkastje tijdens het rijden gesloten zijn.
o Trek voor het openen van het dashboardkastje aan de onderzijde van het handvat.
o Het dashboardkastje kan worden vergrendeld (en ontgrendeld) metde sleutel (indien van toepassing).