Page 107 of 165
Voorwiel omhoog brengen,
steekas7inbouwen en met
het voorgeschreven aan-
trekkoppel vastzetten.
Steekas in draadbus
50 Nm
Rechter asklembout 6met
het betreffende aantrekkop-
pel vastzetten.
Klembout steekas in naaf-
stuk
19 Nm
Voorwielstandaard verwijde-
ren.
Remklauwen over de rem-
schijven schuiven. De draad van de ABS-
sensor kan doorslijten
als deze tegen de remschijf
aanligt.
Op een correcte ligging van
de ABS-sensorkabel letten.
ABS-kabel zorgvuldig aan-
brengen.
Bevestigingsbouten 3aan-
brengen.
Remklauw, voor, naafstuk
gemonteerd ( 133)
Bescherming op de velg
verwijderen. Voorspatbord aanbrengen
en bouten
1vastzetten.
Contact inschakelen
ABS-zelfdiagnose afwach-
ten.
Remhendel enkele malen
krachtig bedienen tot het
drukpunt voelbaar is.
7105zOnderhoud
Page 109 of 165
Bevestigingsbouten5van
het achterwiel verwijderen;
hierbij het wiel ondersteu-
nen.
Bij gebruik van de BMW
Motorrad achterwielstan-
daard: borgring verwijderen. Achterwiel op de grond zet-
ten.
Achterwiel naar achteren
wegrollen.
Bij gebruik van de BMW
Motorrad achterwielstan-
daard: borgring weer aan-
brengen.
Achterwiel inbouwen
Boutverbindingen die
met een onjuist aan-
trekkoppel zijn aangetrokken,
kunnen losraken of tot scha-
de aan de boutverbinding lei-
den.
Aanhaalmomenten altijd laten controleren door een speci-
alist, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
Bij gebruik van de BMW
Motorrad achterwielstan-
daard: borgring verwijderen.
Achterwiel naar de achter-
wielstandaard rollen.
Achterwiel op de achterwiel-
standaard aanbrengen.
Bij gebruik van de BMW
Motorrad achterwielstan-
daard: borgring weer aan-
brengen.
7107zOnderhoud
Page 110 of 165
Wielbouten5aanbrengen
en kruiselings met het be-
treffende aantrekkoppel
vastzetten.
Achterwiel aan wielflens
60 Nm
Uitlaatdemper in de uit-
gangspositie draaien. Bout
4van de uitlaatdem-
persteun aan de voetsteun
van de passagier aanbren-
gen, maar nog niet vastzet-
ten.
Bevestigingsklem 3op de
uitlaatdemper met de mar- kering
A(pijl) naar de lamb-
dasonde Brichten.
Bevestigingsklem 3op de
uitlaatdemper vastzetten.
Uitlaatdemper aan spruit-
stuk ( 133)
Bij te weinig afstand tus-
sen achterwiel en uitlaat-
demper kan het achterwiel
oververhit raken.
De afstand tussen achterwiel
en uitlaatdemper moet ten
minste 15 mm bedragen.
Bout 4van de uitlaatdem-
persteun op de voetsteun
7108zOnderhoud
Page 123 of 165

losgemaakte accu direct via
de polen opladen.Aangesloten accu via de
contactdoos opladen. De elektronica van de
motorfiets herkent of de
accu volledig is opgeladen.
In dit geval wordt de contact-
doos uitgeschakeld.
Hierbij de handleiding van
het laadapparaat in acht ne-
men. Als de accu niet via de
boordcontactdoos kan
worden opgeladen, dan is het
gebruikte laadapparaat mo-
gelijk niet geschikt voor de
elektronica van uw motorfiets.
In dit geval de accu direct aan
de polen van de losgekoppel-
de accu opladen.
Losgekoppelde accu op-
ladenDe accu met een geschikt
laadapparaat opladen.
Hierbij de handleiding van
het laadapparaat in acht ne-
men.
Na het beëindigen van het
opladen de poolklemmen
van het laadapparaat van de
accupolen losmaken.
Als gedurende langere
tijd niet wordt gereden,
moet de accu regelmatig wor-
den bijgeladen. Hiertoe het
behandelingsvoorschrift voor
de accu opvolgen. Vóór het
weer in gebruik nemen de ac-
cu volledig opladen.Accu uitbouwen
Bij de volgende werk-
zaamheden kan een on-
veilig geplaatste motorfiets
omvallen. Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Bouten 1verwijderen.
Het accuvakdeksel naar vo-
ren en naar boven verwijde-
ren; hierbij op de
7121zOnderhoud
vergrendelingen 2 letten.
Page 130 of 165

re siliconenhoudende onder-
houdsmiddelen gebruiken.LakonderhoudLangdurige inwerking van
schadelijke stoffen op de lak
wordt voorkomen door het re-
gelmatig wassen van de mo-
torfiets, vooral in gebieden
met hoge luchtverontreiniging
of natuurlijke verontreiniging,
zoals bijv. boomhars of stuif-
meelpollen.
Sterk agressieve stoffen di-
rect verwijderen, anders kan
lakbeschadiging of lakverkleu-
ring ontstaan. Hiertoe beho-
ren bijv. gemorste benzine,
olie, vet, remvloeistof, vogel-
uitwerpselen. Hiervoor BMW
autocleaner of BMW lakreini-
ger gebruiken.
Verontreinigingen van het lak-
oppervlak zijn na het wassen
van de motorfiets goed her-
kenbaar. Deze plekken metwasbenzine of spiritus op een
schone doek of poetswatten
direct verwijderen. Wij advi-
seren teervlekken met BMW
teerverwijderaar te verwijde-
ren. Vervolgens de lak op de-
ze plaatsen conserveren.
ConserveringVoor lakconservering uitslui-
tend producten gebruiken die
Carnaubawas of synthetische
was bevatten, of BMW auto-
was gebruiken.
Of de lak moet worden ge-
conserveerd is herkenbaar
aan het feit dat water niet
meer van de lak afloopt.Motorfiets buiten ge-
bruik stellenMotorfiets reinigen.
Accu uitbouwen.
De draaipunten van het
rem- en koppelingshendel
en van de middenbok
en zijstandaard met een
geschikt smeermiddel
inspuiten.
Blanke en verchroomde on-
derdelen met zuurvrij vet
(vaseline) insmeren.
De motorfiets in een droge
ruimte zodanig plaatsen, dat
beide wielen onbelast zijn.
Vóór de buitengebruik-
stelling van de motorfiets
bij een specialist, bij voorkeur
een BMW Motorrad dealer, de
motorolie laten verversen en
het oliefilter laten vervangen.
De werkzaamheden voor het
buiten gebruik stellen/in ge-
bruik nemen met een kleine
inspectie of inspectie combi-
neren.
8128zOnderhoud
Page 133 of 165
Technische gegevens
Storingstabel . . ............... 132
Boutverbindingen ............ 133
Motor ........................ 134
Rijgegevens .................. 136
Koppeling . ................... 136
Versnellingsbak .............. 136
Cardan . . . ................... 137
Wielophanging . .............. 137
Remmen . . ................... 138
Wielen en banden ............ 138
Elektronica ................... 139
Frame ....................... 141
Maten ........................ 141
Gewichten ................... 142
9131zTechnische gegevens
Page 134 of 165
StoringstabelMotor slaat niet of slechts moeilijk aanOorzaakVerhelpenNoodstopschakelaar bediend. Noodstopschakelaar in bedrijfsstand.
Zijstandaard uitgeklapt en versnelling inge-
schakeld. Zijstandaard inklappen ( 62).
Versnelling ingeschakeld en koppeling niet
bediend Versnellingsbak in neutraal schakelen of kop-
peling bedienen ( 62).
Koppeling bediend bij uitgeschakeld contact. Eerst het contact inschakelen en dan de kop- peling bedienen.
Benzinetank leeg. Tanken ( 76)
Accu niet voldoende opgeladen. Aangesloten accu opladen ( 120)
9132zTechnische gegevens
Page 136 of 165
MotorConstructie
Constructie motorDwars in rijrichting geplaatste, 55° voorwaarts
gekantelde viercilinder, viertakt lijnmotor met
vier kleppen per cilinder en twee bovenliggen-
de nokkenassen met sleeptuimelaars; vloei-
stofkoeling, elektronische benzine-inspuiting,
geïntegreerde cassetteversnellingsbak met
zes versnellingen, dry-sumpsmering.
Technische gegevens
Effectieve cilinderinhoud 1157 cm
3
Cilinderboring79 mm
Slag 59 mm
Compressieverhouding 13 : 1
Nominaal vermogen 123 kW, Bij toerental: 10250 min
-1
met SU Vermogensreductie:74 kW, Bij toerental: 7000 min
-1
met SU Vermogensreductie:79 kW, Bij toerental: 8750 min
-1
Max. koppel130 Nm, Bij toerental: 8250 min
-1
Max. toelaatbaar toerental11000 min
-1
Stationair toerental1150
±50
min
-1
9134zTechnische gegevens