Page 25 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
OPMERKING:De tankdop kan alleen worden gesloten met
de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-deld is.
WAARSCHUWING
DWA11090
Controleer voor u gaat rijden of detankdop correct is afgesloten.
DAU13210
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals ge-
toond.
WAARSCHUWING
DWA10880
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
Mors geen brandstof op een heetmotorblok.
LET OP:
DCA10070
Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-len.
DAU13320
LET OP:
DCA11400
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt ern-
stige schade aan inwendige motoron-
derdelen als kleppen en zuigerveren enook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOOD-
VRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
21.0 L (5.55 US gal) (4.62 Imp.gal)
Brandstofreserve:
4.5 L (1.19 US gal) (0.99 Imp.gal)
U5WMD1D0.book Page 11 Friday, September 12, 2003 11:59 AM
Page 26 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskosten
beperkt.
DAU13410
Tankbeluchtingsslang Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang.
Controleer de tankbeluchtingsslang op
scheuren of beschadiging en vervang
indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang niet verstopt is en
reinig die indien nodig.
DAU13440
Uitlaatkatalysator Deze machine heeft een uitlaatkatalysator
die gemonteerd is in de uitlaatdemper.
WAARSCHUWING
DWA10860
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Controleer of het uit-
laatsysteem is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voe-ren.LET OP:
DCA10700
De volgende voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen om brand of
andere schaderisico’s te voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Bij gebruik van loodhoudende
benzine zal onherstelbare schade
worden toegebracht aan de uitlaat-
katalysator.
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang aaneenstationair draaien.
1. Tankbeluchtingsslang
2. Oorspronkelijke positie (witte merktekens)
U5WMD1D0.book Page 12 Friday, September 12, 2003 11:59 AM
Page 27 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
DAU13570
Brandstofkraan Via de brandstofkraan wordt de brandstof
van de tank naar de carburateurs gevoerd
en bovendien gefilterd.
De standen van de hendel van de brand-
stofkraan worden als volgt toegelicht en ge-
toond in de afbeeldingen.
AAN
Met de hendel van de brandstofkraan in
deze stand stroomt brandstof naar de car-
burateurs terwijl de motor draait. Draai de
hendel van de brandstofkraan naar deze
stand om de motor te starten en te gaan rij-
den.RES
Dit is de reservestand. Met de hendel van
de brandstofkraan in deze stand is de reser-
vehoeveelheid brandstof beschikbaar.
Draai de hendel van de brandstofkraan snel
naar deze stand als u tijdens het rijden zon-
der brandstof komt te staan, anders kan de
motor afslaan en moet de brandstoftoevoer
opnieuw worden geactiveerd (zie onder
“PRI”). Nadat de hendel van de brandstof-
kraan naar “RES” is gedraaid, moet zo snel
mogelijk brandstof worden bijgetankt, ver-
geet daarna niet de hendel van de brand-
stofkraan weer terug naar “ON” te draaien!PRI
Dit is de stand voor het opnieuw activeren
van de brandstoftoevoer. Met de hendel
van de brandstofkraan in deze stand wordt
de brandstoftoevoer naar de motor op druk
gebracht. Draai de hendel van de brand-
stofkraan in deze stand nadat de motor zon-
der brandstof is komen te staan. De
brandstof stroomt dan rechtstreeks naar de
carburateurs, waardoor starten wordt ver-
gemakkelijkt. Vergeet na starten van de
motor niet de brandstofkraan weer naar
“ON” te draaien (of naar “RES” als u nog
niet heeft bijgetankt).1. Pijlteken op “ON”
1. Pijlteken op “RES”
1. Pijlteken op “PRI”
U5WMD1D0.book Page 13 Friday, September 12, 2003 11:59 AM
Page 28 of 88
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
DAU13590
Chokehendel “” Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de hendel in richting (a) om de cho-
ke aan te zetten.
Beweeg de hendel in richting (b) om de cho-
ke uit te zetten.
DAU13900
Zadel Verwijderen van het zadel
1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai hem dan zoals afgebeeld.
2. Trek het zadel los.
Aanbrengen van het zadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het zadel in de zadelbevestiging,
zoals getoond in de afbeelding.2. Druk het zadel aan de achterzijde om-
laag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING:Controleer of het zadel stevig is vergrendeldalvorens te gaan rijden.
1. Chokehendel “”
1. Ontgrendelen.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
U5WMD1D0.book Page 14 Friday, September 12, 2003 11:59 AM
Page 29 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DAU14350
Helmbevestiging Steek de sleutel in het zadelslot en draai
deze dan zoals getoond om de helmbeves-
tiging te openen.
Vergrendel de helmbevestiging door de
sleutel in de oorspronkelijke positie te
draaien en deze dan uit te nemen.
WAARSCHUWING
DWA10160
Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt en eenongeval niet uitgesloten is.
DAU14411
Opbergcompartiment Dit opbergcompartiment is bedoeld voor het
opbergen van een origineel Yamaha U-slot.
(Andere typen sloten passen mogelijk niet.)
Bij het opbergen van een U-slot in het op-
bergcompartiment moet dit stevig met de
riemen worden bevestigd. Als het U-slot
niet in het opbergcompartiment is opgebor-
gen, maak dan de riemen vast om deze niet
te verliezen.
Als de gebruikershandleiding of andere do-
cumentatie in het opbergcompartiment
wordt opgeborgen, doe ze dan in een plas-
tic zak om nat worden te voorkomen. Zorg
bij het wassen van de motorfiets dat geen
water het opbergcompartiment kan binnen-
dringen.
DAU14720
Afstellen van de voorvork Deze voorvork is voorzien van stelbouten
om de veervoorspanning in te stellen.
WAARSCHUWING
DWA10180
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
1. Ontgrendelen.
1. Stang u-slot (optie)
2. Riem
3. Vergrendeling van u-slot (optie)
1. Stelbout veervoorspanning
U5WMD1D0.book Page 15 Friday, September 12, 2003 11:59 AM
Page 30 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
OPMERKING:Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de vork-plug.
DAU14900
Afstellen van de
schokdemperunits Elke schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.LET OP:
DCA10100
Probeer nooit een stelmechanisme voor-
bij de maximum- of minimuminstelwaar-den te verdraaien.
WAARSCHUWING
DWA10210
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.
Stel de veervoorspanning als volgt af, ge-
bruik de speciale sleutels in de boordge-
reedschapsset.
Blokkeer om de veervoorspanning te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
bovenste ring en draai dan de onderste ring
(de stelring) op beide schokdemperunits in
de richting (a) zoals afgebeeld.Blokkeer om de veervoorspanning te verla-
gen en zo de vering zachter te maken de
bovenste ring en draai dan de onderste ring
(de stelring) op beide schokdemperunits in
de richting (b) zoals afgebeeld.
1. Huidige instelling
2. VorkplugAfstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
7
Standaard:
5
Maximum (hard):
1
1. Bovenste ring
2. Onderste ring (stelring veervoorspanning)
1. Bovenste ring
2. Onderste ring (stelring veervoorspanning)
U5WMD1D0.book Page 16 Friday, September 12, 2003 11:59 AM
Page 31 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
WAARSCHUWING
DWA10230
Deze schokdempers zijn gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees en be-
grijp de volgende informatie alvorens de
schokdempers te gebruiken. De fabri-
kant kan niet aansprakelijk worden ge-
steld voor schade aan eigendommen of
voor persoonlijk letsel als dit voortvloeit
uit verkeerd gebruik.
Probeer de gascilinders niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdempers niet bloot
aan open vuur of aan andere hitte-
bronnen, anders kunnen ze door de
oplopende druk exploderen.
Vervorm of beschadig de gascilin-
ders op geen enkele manier, de
dempende werking zal dan achter-
uitgaan.
Laat onderhoud aan de schokdem-
pers altijd uitvoeren door eenYamaha dealer.
DAU15230
Bagageriembevestiging Er zijn vier bagageriembevestigingspunten
aangebracht, twee hiervan kunnen worden
gedraaid om ze gemakkelijker toegankelijk
te maken. Instelling:
Minimum (zacht)/standaard
Gemiddeld
Maximum (hard)1. Bagageriembevestiging
U5WMD1D0.book Page 17 Friday, September 12, 2003 11:59 AM
Page 32 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
3
DAU15300
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de motorfiets verticaal houdt.OPMERKING:De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitlegover het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10240
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer alsde werking niet naar behoren is.
DAU15321
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de
sperschakelaar voor de zijstandaard, de
sperschakelaar voor de koppelingshendel
en de vrijstandschakelaar deel uitmaken)
heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig, ga daarbij als volgt te
werk.WAARSCHUWING
DWA10260
Bij deze inspectie moet de machine
op de middenbok worden gezet.
Als zich een storing voordoet,
vraag dan alvorens te gaan rijden
een Yamaha dealer het systeem tecontroleren.
U5WMD1D0.book Page 18 Friday, September 12, 2003 11:59 AM