BESCHRIJVING
2-3
2
Schakelaars en instrumenten 16. Achterremhendel (pagina 3-9, 6-26)
17. Stuurschakelaars linkerstuurgreep (pagina 3-8)
18. Opbergcompartiment B voorzijde (pagina 3-13)
19. Snelheidsmeter/
Multifunctioneel display (pagina 3-2)
20. Bagagehaak (pagina 3-15)21. Contactslot/stuurslot-unit (pagina 3-1)
22. Stuurschakelaars rechterstuurgreep (pagina 3-8)
23. Gasgreep (pagina 6-20, 6-26)
24. Voorremhendel (pagina 3-9, 6-26)
25. Opbergcompartiment A voorzijde (pagina 3-12)
26. Zekeringenkastje (pagina 6-30)
PUSHOPEN
16 17 18 19 20 21 22 2423
25 26
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Contactslot/stuurslot-unit ................................................................... 3-1
Controlelampjes ................................................................................ 3-2
Snelheidsmeter ................................................................................. 3-2
Brandstofniveaumeter ....................................................................... 3-3
Accuspanningmeter/temperatuurmeter koelvloeistof ........................ 3-3
Multifunctioneel display ..................................................................... 3-4
Antidiefstal-alarm (optie) ................................................................... 3-7
Stuurschakelaars .............................................................................. 3-8
Voorremhendel .................................................................................. 3-9
Achterremhendel ............................................................................... 3-9
Tankdop ........................................................................................... 3-10
Brandstof ......................................................................................... 3-10
Uitlaatkatalysator ............................................................................. 3-11
Zadel ............................................................................................... 3-12
Opbergcompartimenten ................................................................... 3-12
Slotcompartiment ............................................................................ 3-14
Afstellen van de schokdemperunits ................................................ 3-14
Bagagehaak ..................................................................................... 3-15
Zijstandaard .................................................................................... 3-16
Startspersysteem ............................................................................ 3-16
Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires ............................... 3-18
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
DAUM0098
Brandstofniveaumeter De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
naald beweegt naar “E” (Empty) naarmate
het brandstofniveau daalt. Wanneer de res-
terende brandstof in de tank bijna het ni-
veau 1,9 L bereikt, gaat het
waarschuwingslampje brandstofniveau
branden en schakelt het multifunctionele
display automatisch naar de modus
“Trip/Fuel”. (Zie pagina 3-4–3-5 voor meer
informatie.) Vul in dat geval zo snel mogelijk
brandstof bij.OPMERKING:_ Voorkom dat de brandstoftank geheel
droog komt te staan. _
DAUM0099*
Accuspanningmeter/
temperatuurmeter koelvloeistof Wanneer de sleutel op “” wordt gezet,
geeft deze meter het accuspanningsniveau
aan van de motor voordat deze werd uitge-
zet.OPMERKING:_ Als de naald naar de aanduiding “9V” zakt,
laat de accu dan controleren door een Ya-
maha dealer._
Wanneer de sleutel op “” wordt gezet,
geeft deze meter de temperatuur van de
koelvloeistof aan. Wanneer de naald in de
rode zone komt, stopt u de scooter en laat u
de motor afkoelen. (Zie pagina 6-17 voor
meer informatie.)
DC000002
LET OP:_ Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is. _
1. Brandstofniveaumeter
2. Waarschuwingslampje brandstof
1. Hoog niveau
2. Laag niveau
1
2
ZAUM0579
1. Rode zone
1
ZAUM0580
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAUM1950
Multifunctioneel display Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand tonen sinds ze voor het laatst op
nul zijn gezet, de tijd die is verlopen
sinds de rittellers op nul zijn gezet en
de gemiddelde snelheid gedurende
deze periode)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afgelegde afstand aangeeft sinds
het waarschuwingslampje brand-
stofreserve aanging)
een klok
een omgevingstemperatuurweergave
een indicator olieverversing (die gaat
branden als de motorolie moet worden
ververst)
OPMERKING:_
Voor het Verenigd Koninkrijk wordt de
afgelegde afstand aangegeven in mij-
len en wordt de temperatuur aangege-
ven in °F.
Voor andere landen wordt de afgeleg-
de afstand aangegeven in kilometers
en wordt de temperatuur aangegeven
in °C.
_
Kilometerteller- en rittellermodi
Door indrukken van de “MODE”-toets wis-
selt de weergave tussen de kilometerteller-
modus “Total” en de rittellermodi “Trip”, in
de onderstaande volgorde:
1. Mode-toets
2. Digitale weergave
3. Insteltoets
1
23
ZAUM0581
1. Total
2. Trip 1
3. Trip 2
4. Trip/FuelTotal
→ Trip 1
→ Trip 2
→ Trip/fuel
→
Total"Mode"
"Mode"
"Mode"
"Mode"1
2
3
4
ZAUM0391
INDEXAAandachtspunten voor veilig
motorrijden ............................................ 1-2
Accu ...................................................... 6-29
Accuspanningmeter/
temperatuurmeter koelvloeistof ..............3-3
Antidiefstal-alarm .....................................3-7BBagagehaak .......................................... 3-15
Banden .................................................. 6-21
Bougie, controleren ................................ 6-11
Brandstof ............................................... 3-10
Brandstofniveaumeter ..............................3-3
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .....................................................5-4CCarburateurs, afstellen ........................... 6-20
Cardanolie ............................................. 6-16
Claxonschakelaar ....................................3-8
Contactslot/stuurslot-unit..........................3-1
Controlelampje dimlicht ............................3-2
Controlelampje grootlicht .........................3-2
Controlelampjes .......................................3-2
Controlelampjes richtingaanwijzers ..........3-2
Controlelijst voor gebruik..........................4-1DDimlichtschakelaar ...................................3-8
Display, multifunctioneel ..........................3-4
GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ................................................ 6-26
Gaskabel, afstellen van vrije slag........... 6-20
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ......................................... 3-18
Gereedschapsset .................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-35
Gloeilamp richtingaanwijzer (achter) of
gloeilamp remlicht/achterlicht,
vervangen ........................................... 6-34
Gloeilamp richtingaanwijzer (voor),
vervangen ........................................... 6-34IIdentificatienummers ............................... 9-1
Identificatienummer sleutel ...................... 9-1
Inrijperiode............................................... 5-4KKabels, controleren en smeren .............. 6-26
Klepspeling, afstellen............................. 6-21
Koelvloeistof .......................................... 6-17
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-32LLichtsignaalschakelaar ............................ 3-8
Locaties van onderdelen.......................... 2-1
Luchtfilter en luchtfilterelementen in
v-snaarbehuizing, reinigen .................. 6-18
MMiddenbok en zijstandaard,
controleren en smeren .........................6-27
Modelinformatiesticker .............................9-2
Motorolie ................................................6-13NNoodstopschakelaar ................................3-8OOmrekentabel ..........................................8-4
Opbergcompartimenten .........................3-12PParkeren ..................................................5-5
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema ...............................6-2RRemblokken, controleren .......................6-24
Remhendel (achterrem) ...........................3-9
Remhendel, afstellen van vrije slag ........6-23
Remhendels, smeren .............................6-26
Remhendel (voor) ....................................3-9
Remmen ..................................................5-3
Remvloeistofniveau, controleren ............6-24
Remvloeistof, verversen.........................6-25
Richtingaanwijzerschakelaar ....................3-8SSchakelaar alarmverlichting .....................3-9
Schokdemperunits, afstellen ..................3-14
Slotcompartiment ...................................3-14
Snelheidsmeter ........................................3-2
Sneller en langzamer rijden......................5-3